Rijksvoorlichtingsdienst
Adviesraad: strategie navo moet anders
Dit persbericht wordt verspreid door het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) op verzoek van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). Het ministerie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit bericht.
De NAVO moet het politiek overleg tussen de VS en Europa centraal stellen. Om de belangrijke rol als hoeder van de veiligheid van Europa en Noord-Amerika te blijven spelen, is een brede politieke dialoog noodzakelijk over zeer uiteenlopende veiligheidsrisico's, van massavernietigingswapens en interstatelijke conflicten tot terrorisme, piraterij en conflicten over energie en grondstoffen. Het bondgenootschap moet ook scherpere eisen stellen aan de besluitvorming over militaire operaties buiten het NAVO verdragsgebied. Dat stelt de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in het rapport 'Het nieuwe Strategisch Concept van de NAVO'.
Transatlantische dialoog
Door het grote aantal militaire operaties van de NAVO in de afgelopen twintig jaar is de nadruk in het bondgenootschappelijk overleg verschoven van politieke naar militaire aspecten van veiligheid. De NAVO-operaties in Kosovo en Afghanistan hebben echter aangetoond dat een militaire strategie alleen niet voldoende is. Een samenhangende aanpak van internationale crisisbeheersing is nodig die aandacht heeft voor diplomatieke, politieke, militaire, economische, ontwikkelings- en humanitaire instrumenten, de zogenoemde comprehensive approach of 3D-aanpak.
Onder de Amerikaanse president Obama krijgt de politieke dialoog over veiligheidskwesties binnen de NAVO nieuwe kansen. Zo is het van belang te kunnen spreken over veiligheidsrisico's die een (potentile) dreiging vormen voor NAVO-lidstaten, zoals bijvoorbeeld de grootschalige verstoring van de energievoorziening of ontwrichting van een samenleving na een digitale aanval. Deze dialoog is ook nodig omwille van het maatschappelijk draagvlak in de lidstaten voor de activiteiten van de NAVO. De AIV doet tevens een aantal voorstellen voor een veel intensievere samenwerking van de NAVO met de Europese Unie.
NAVO-toetsingskader
Bij crisisbeheersingsoperaties van de NAVO buiten het verdragsgebied, en in het bijzonder de ISAF-missie in Afghanistan, komen regelmatig meningsverschillen aan het licht tussen lidstaten over de doelstellingen en de effectiviteit van een missie. Dit is een reden om scherpere eisen te stellen aan het besluitvormingsproces over NAVO-operaties 'out of area'. Dit is volgens de AIV mogelijk door de volgende aspecten als toetsingskader voor NAVO-besluitvorming te hanteren:
â- Een aantoonbare relatie met de veiligheid of vitale belangen van de NAVO-lidstaten (uitgezonderd de inzet van NAVO-militairen bij humanitaire noodsituaties).
â- Volkenrechtelijke legitimatie.
â- Een samenhangende civiel-militaire aanpak (comprehensive approach) onder civiele leiding van de VN of de EU.
â- Overeenstemming over haalbare doelstellingen van militair optreden.
â- Omvang en kwaliteit van de aangeboden militaire capaciteiten in overeenstemming met de geplande duur en aard van een operatie.
Behoedzaamheid bij het aanvaarden van taken buiten het verdragsgebied is niet alleen geboden vanwege het risico van overstretch, maar ook omdat het NAVO-label door de in een conflict betrokken partijen niet in alle gevallen als constructief zal worden beoordeeld.
Uitbreiding
De uitbreiding van de NAVO van 16 naar 28 lidstaten in de afgelopen tien jaar onderstreept het succes van het bondgenootschap. De AIV adviseert de NAVO niet uit te bouwen tot een mondiale veiligheidsorganisatie; een uitbreiding met niet-Europese leden zou de samenhang verminderen.
De discussie over toetreding van Georgië en Oekraïne stelt de NAVO voor belangrijke vragen. Wat is het democratisch gehalte en de rechtsstatelijkheid van beide landen? Wat betekent eventuele toetreding tot de NAVO voor de interne en externe stabiliteit van beide landen? De AIV is van mening dat de toetreding van Oekraïne en Georgië nu niet wenselijk is, omdat de democratie en rechtsstaat in beide landen nog te zwak zijn en toetreding de stabiliteit in hun regio niet zou bevorderen. De Russische bezwaren tegen de toetreding van deze landen mogen echter geen doorslaggevende factor zijn bij toekomstige besluitvorming daaromtrent.
Kernwapens
De AIV is van mening dat het aantal strategische en tactische kernwapens aanzienlijk moet worden verminderd, allereerst via bilaterale onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en Rusland. Het debat over de rol van kernwapens, hun aantallen, en de noodzaak en wenselijkheid van hun aanwezigheid in Europese landen moet echter NAVO-breed worden gevoerd. Daarmee moet verdere beperking van tactische kernwapens in geheel Europa (inclusief Rusland) worden bereikt en uiteindelijk een Europa dat vrij is van tactische kernwapens.
In het nieuwe Strategisch Concept kan de nucleaire afschrikking van de NAVO worden beperkt tot een antwoord op een dreiging of inzet van massavernietingingswapens, te weten van biologische, chemische of nucleaire wapens en hun overbrengingsmiddelen. Het nieuwe Strategisch Concept zou eventueel nog een stap verder kunnen gaan door de afschrikkingsstrategie van de NAVO te beperken tot het weerhouden van andere kernwapenstaten hun nucleaire strijdmiddelen in te zetten tegen lidstaten van het bondgenootschap of daarmee te dreigen. Een dergelijke beperking, waartoe de drie kernwapenstaten binnen de NAVO - Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk - zich zouden kunnen bekennen, houdt een versterking in van het internationale streven de verdere verspreiding van kernwapens tegen te gaan.
De vraag voor de langere termijn is, of het mogelijk is de wereld vrij te maken van alle nucleaire bewapening, dus ook die van China, Pakistan, India, Israël, Noord-Korea, en in de toekomst mogelijkerwijs Iran. Tijdens de komende NPV Toetsingsconferentie in mei 2010 zou die vraag centraal moeten staan. De AIV realiseert zich overigens dat een volledig kernwapenvrije wereld veel meer vereist dan het overreden van officiële en niet-officiële kernwapenstaten om hun arsenalen op te geven. Zo zal een door alle landen geaccepteerd betrouwbaar inspectiesysteem nodig zijn, met inbegrip van de controle op het civiele gebruik van kernenergie, dat veelal als een inbreuk op de soevereiniteit wordt opgevat. De ervaring met bestaande, aanmerkelijk minder vergaande systemen toont aan hoe moeilijk dat is.
De volledige tekst van het advies kunt u vinden op de webpagina van de AIV: http://www.aiv-advies.nl
Noot voor redacties (