Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Biskop (CDA) en Depla (PvdA) van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (ingezonden d.d. 21 december 2009, kenmerk 2009Z25094)
1 Vraag:
Kent u het artikel "Flinke ruzie over vergelijken mbo-studies"?
Antwoord:
Ja.
2 Vraag:
Deelt u de mening dat het jammer is dat de presentatie van individuele prestaties van ROC's tot
onenigheid heeft geleid? Waar is het volgens u misgegaan? Hoe kan dit voor de toekomst
voorkomen worden?
Antwoord:
Ik vind het jammer dat de presentatie van de Keuzegids MBO 2010 tot onenigheid tussen de
MBO Raad en de uitgever van de Keuzegids MBO heeft geleid. Volgens de MBO Raad bevatte de
Keuzegids veel onjuistheden. Naar mijn oordeel kan dit in de toekomst worden voorkomen door
betere samenwerking tussen de MBO Raad en de uitgever van de Keuzegids MBO.
3 Vraag:
Wat vindt u van de mening van de uitgever van de mbo-keuzegids, dat scholen niet met de
billen bloot willen? Bent u dezelfde mening toegedaan?
Antwoord:
De keuzevrijheid van leerlingen en ouders is een groot goed. Daarom vind ik dat er meer
transparantie moet zijn in de prestaties van individuele instellingen. De MBO-Keuzegids is daar
een prima middel voor. Ik ben blij dat de scholen bij de totstandkoming van de nieuwe
Keuzegids nauw zullen samenwerken met de uitgever van de Keuzegids.
4 Vraag:
Is het waar dat de MBO Raad nu al zes jaar bezig is met een benchmarkproject, maar dat deze
benchmark over het jaar 2007 nog niet gepubliceerd is?
Antwoord:
De MBO Raad is in 2005 gestart met het project MBO-benchmark. De eerste resultaten zijn
gepubliceerd in december 2006. De rapportage over het jaar 2007 is gepubliceerd in april 2008.
Er wordt nu gewerkt aan de rapportage over het jaar 2008. Tot dusver noemen geen van deze
rapportages de individuele instellingen bij naam.
5 Vraag:
Is het waar dat men in de mbo-sector nog met elkaar oneens is over de juiste manier om
studiesucces te definiëren en te meten?
Antwoord:
Nee. Op dit moment bestaat er overeenstemming over de definitie en berekeningswijze van twee
succes-indicatoren: het diplomaresultaat en het jaarresultaat. Men vindt echter dat deze
indicatoren nog niet optimaal de prestatie van de instelling weergeven. Dit zou de indicator
"toegevoegde waarde" moeten zijn. De Inspectie van het Onderwijs is in 2009, in nauw overleg
met de MBO Raad en de AOC Raad, met de ontwikkeling van deze indicator gestart. Medio 2010
leidt dit tot besluitvorming over het al dan niet gebruiken van deze indicator in het toezicht. De
indicator zal dan voor het eerst gebruikt kunnen worden in het toezichtjaar 2011.
6 Vraag:
Bent u bereid bindende afspraken met de sector te maken om nog in 2010 tot nieuwe stappen
naar transparantie te komen zoals het beschikbaar stellen van diverse kengetallen op het
detailniveau dat gebruikt is voor de Keuzegids MBO 2010?
Antwoord:
Die stappen zijn inmiddels gezet. Met het oog op de transparantie van de prestaties van
instellingen is begin 2009 overeenstemming met de sector bereikt over het opnemen van een
set indicatoren in het geïntegreerd jaardocument. Over het jaar 2011 zullen instellingen worden
verplicht deze indicatoren op te nemen in het geïntegreerd jaardocument.
Verder zijn in 2009 de gegevens van en over mbo-instellingen, zoals beschikbaar bij Cfi, via de
Cfi-website openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt voor de resultaten van het
studenttevredenheidsonderzoek, de zogenaamde JOB/ODIN-monitor. Op deze gegevens heeft de
uitgever van de Keuzegids MBO zich gebaseerd. Tenslotte kan ik melden dat vanaf 1 februari
2010 de Inspectie van het Onderwijs recente overzichten van alle mbo-opleidingen van
onvoldoende kwaliteit van onderwijs of examens publiceert op haar website.
7 Vraag:
Bent u bereid actief mee te werken aan de volgende ODIN-ronde, waarvan de resultaten straks
onder andere in de Keuzegids openbaar moeten worden?
Antwoord:
De ODIN-enquête wordt door mij gefinancierd via de belangenorganisatie van de studenten, de
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Ik draag geen verantwoordelijkheid voor wat
derde partijen met de resultaten daarvan doen.
8 Vraag:
Wanneer maakt u sluitende afspraken over openbaarheid van resultaten van afzonderlijke
opleidingen zoals aangekondigd in de begroting?
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 6.