NMa: vraag en aanbod in kinderopvang sterk toegenomen
11-02-2010
De vraag naar kinderopvang is na invoering van de Wet Kinderopvang op
1 januari 2005 sterk gestegen. In reactie daarop is ook het aanbod van
opvangplaatsen sterk toegenomen. Er zijn veel nieuwe organisaties op
het gebied van kinderopvang actief geworden en bestaande aanbieders
hebben hun capaciteit uitgebreid. Dit blijkt uit onderzoek dat de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft laten uitvoeren op
verzoek van staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen.
Het onderzoek door marktonderzoeksbureau Regioplan in opdracht van de
NMa toont aan dat de kinderopvangmarkt dynamisch is. Het aanbod heeft
de vraag weliswaar niet overal kunnen bijhouden, maar de wachtlijsten
worden geleidelijk aan korter. Regioplan stelt op basis van het
onderzoek een aantal maatregelen voor om de marktwerking te
versterken. Bijvoorbeeld door gemeenten te wijzen op de mogelijkheid
om gemeenten te wijzen op mogelijkheden om toetreding van nieuwe
kinderopvangorganisaties te vergemakkelijken. Gemeenten en
schoolbesturen hebben vaak contracten en daarmee langjarige relaties
met één kinderopvangorganisatie. Dit maakt het voor nieuwe aanbieders
van kinderopvang en buitenschoolse opvang lastig succesvol toe te
treden, aldus Regioplan in het onderzoek naar de kinderopvangmarkt.
Andere zaken die toetreding moeilijk maken, is de noodzaak tot het
hebben van een netwerk, het vinden van een geschikte locatie, het
aantrekken van geschikt personeel, de lange terugverdientijd van
gemaakte investeringen en de onzekerheid over toekomstig
overheidsbeleid. Met een netwerk worden contacten bedoeld met
gemeenten en in het geval van buitenschoolse opvang, ook met
schoolbesturen. Via deze contacten zijn de organisaties vroegtijdig op
de hoogte van kansen om de markt te betreden of om activiteiten uit te
breiden (bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk of
nieuwe school). Ook is het lastig voor partijen, zeker in tijden van
economische crisis, een lening bij een bank te krijgen. De
terugverdientijd van de investering door een kinderopvangorganisaties
is vrij lang. Banken willen hierdoor op hun beurt extra zekerheid bij
het verstrekken van een lening aan een kinderopvangorganisatie.
Uit de ten behoeve van het onderzoek gehouden enquête onder
kinderopvangorganisaties blijkt verder dat het grootste deel van
kinderopvangorganisaties met hun uurtarief niet afwijkt van het voor
2009 wettelijk vastgestelde maximum uurtarief van 6,10 waarover
subsidie wordt verstrekt. Uit signalen die ondermeer naar voren zijn
gekomen uit het tv-programma Kassa (uitzending van 16 februari 2009),
blijkt dat niet zozeer de prijzen zijn gestegen, als wel dat ouders te
maken hebben gekregen met een uitbreiding van het aantal contracturen.
Echter, uit het NMa-onderzoek is gebleken dat van 2007 op 2008 en van
2008 op 2009 het aantal in rekening gebrachte contracturen per
fulltime kindplaats gemiddeld met minder dan 1% per jaar is
toegenomen.
Ten slotte, zo blijkt uit het onderzoek, zijn voor ouders de
prestaties van kinderopvangorganisaties niet altijd even inzichtelijk.
Regioplan adviseert dan ook om dit te verbeteren, zodat ouders de
verschillende kinderopvangorganisaties op de voor hen interessante
aspecten met elkaar kunnen vergelijken.
Onderzoeksrapport
Oplegmemo kinderopvang
Eindrapport Marktwerking in de kinderopvang -
Regioplan - 8 oktober 2009
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)