Raad van State
woensdag 10 februari 2010
Zitting over de boete die de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft
opgelegd aan een Amsterdams bedrijf. De minister heeft dat gedaan,
omdat de Arbeidsinspectie heeft geconstateerd dat er een Amerikaanse
man werkzaam was voor het bedrijf, zonder dat hij beschikte over een
tewerkstellingsvergunning. De minister heeft het bedrijf een boete van
EUR 9.500 opgelegd. Het bedrijf ging tegen de boete in beroep bij de
rechtbank in Amsterdam. Die oordeelde in augustus 2009 dat de man geen
arbeid verrichte voor het bedrijf. Hij was namelijk alleen maar als
installateur van een softwarefabrikant aan het werk bij het bedrijf.
Volgens de rechtbank was de minister daarom niet bevoegd om een boete
op te leggen. De minister is het hier niet mee eens en komt tegen de
uitspraak in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. (zaaknummer 200907622/1)
10.15 uur
Openbaarmaking van de uitspraken in hoofdzaken (bodemprocedures) van
de Afdeling bestuursrechtspraak. Ga naar deze pagina voor een selectie
van de meest in het oog springende uitspraken. Of ga naar deze pagina
voor een volledig overzicht van de uitspraken.
11.30 uur
Zitting over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van het wijzigingsplan 'Ontwikkelingslocatie
Nieuwstraat-Willibrorduslaan' van de gemeente Eersel. Het plan maakt
de bouw van een wooncomplex mogelijk. Het complex bestaat uit twintig
woningen, een parkeerkelder, commerciële ruimten op de begane grond en
twee starterswoningen. Het complex wordt ruim dertien meter hoog. Een
aantal omwonenden verzet zich hiertegen en komt tegen de provinciale
goedkeuring van het plan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Zij zijn het niet eens met de omvang, hoogte en
massaliteit van het wooncomplex. Volgens hen past dit gebouw niet in
de landelijke omgeving van Eersel. Ook zouden er te weinig
parkeerplaatsen worden aangelegd. (zaaknummer 200905097/1)
12.30 uur
Zitting over de afwijzing door het Nederlands Fonds voor
Podiumkunsten+ van het verzoek van De Theatercompagnie om subsidie
voor een aantal zaalproducties voor de periode 2009-2012. Het fonds
heeft het verzoek afgewezen na een negatief advies van de
Adviescommissie Theater. Volgens het fonds is de artistieke kwaliteit
van De Theatercompagnie onvoldoende. De Theatercompagnie heeft tegen
de afwijzing van het subsidieverzoek beroep ingesteld bij de rechtbank
in Amsterdam. Zij vindt dat twee leden van de adviescommissie
vooringenomen waren. Een van hen is lid van de Raad van Toezicht van
de Toneelgroep Amsterdam waarmee De Theatercompagnie pogingen tot
fuseren heeft gedaan. De ander is directeur van stichting Likeminds
die ook een subsidieverzoek heeft ingediend. Volgens De
Theatercompagnie heeft de afwijzing van de subsidie onomkeerbare
gevolgen voor de beschikbaarheid van het artistiek kapitaal: de
acteurs en de artistiek leider zijn op dit moment nog beschikbaar voor
de geplande producties, maar aan die beschikbaarheid komt een einde
als zij niet op korte termijn bij De Theatercompagnie aan het werk
kunnen. Bovendien is De Theatercompagnie van mening dat zij het risico
van reputatieschade loopt en verlies van zichtbaarheid bij het publiek
als zij geen voorstellingen kan geven. De rechtbank in Amsterdam heeft
in oktober 2009 een eerder beroep van De Theatercompagnie gegrond
verklaard, omdat de afwijzing door het fonds niet zorgvuldig tot stand
was gekomen. Dit kwam volgens de rechtbank doordat de schijn van
belangenverstrengeling was ontstaan doordat de directeur van de
stichting Likeminds lid was van de adviescommissie. (zaaknummer
200909482/1)