ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman AO Duurzaam voedsel

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Mevrouw Thieme komt met het idee van een vegetarisch kookboek voor de koks. Het lijkt mij dat zij dat niet nodig hebben, want ook vandaag was de warme lunch in het restaurant op de eerste verdieping weer uitstekend: een heerlijke spaghettigroenteschotel.

Voorzitter. Verduurzaming van ons voedsel is niet voor niets aangemerkt als kabinetsprioriteit. Het onderwerp verdient prioriteit. De gemiddelde Nederlander heeft erg veel hectares nodig om te voorzien in zijn huidige levenspatroon. Hij heeft meer nodig dan goed is voor de gezondheid van de Nederlander zelf en, belangrijker nog, ook meer dan goed is voor anderen op de wereld en voor het milieu. De nota Duurzaam voedsel geeft een prima aanzet. Er wordt een mooi toekomstperspectief geschilderd over hoe Nederland er over vijftien jaar uitziet. Er wordt behoorlijk wat ambitie getoond, ook in internationaal perspectief. Mijn grootste bezwaar van vandaag is dat concrete doelstellingen en het tijdpad waarbinnen die worden gehaald, lijken te ontbreken. In de allerlaatste regel van de nota wordt aangegeven dat concretisering het komende jaar zal plaatsvinden, maar ik had graag vandaag al een actieprogramma en harde doelstellingen gezien. Wat zijn de doelen per initiatief? Bij de doelstelling vermindering van de consumptie van dierlijke eiwitten komt dat heel treffend naar voren. De eiwitagenda is als kabinetsprioriteit benoemd en de vermindering van de consumptie van dierlijke eiwitten wordt als doel benoemd. Maar wat is precies het concrete doel? Waar wil de minister over vijftien jaar staan? Wil zij bijvoorbeeld het doel volgen dat de gezamenlijke natuur-, milieu- en ontwikkelingsorganisaties hebben vastgesteld, namelijk 33% minder consumptie van dierlijke eiwitten in 2020? Kortom, ik zie graag concrete doelstellingen tegemoet, met daarbij een goede onderbouwing die rekening houdt met de te behalen klimaatdoelstellingen en de eerlijke verdeling van voedsel internationaal gezien.

De heer Vendrik (GroenLinks): Mevrouw Wiegman stelt de vraag aan de minister, maar misschien wil zij hem zelf beantwoorden. Ik zou graag een motie indienen met daarin de harde doelstelling voor het Nederlandse landbouwbeleid om in 2010 een derde minder consumptie van dierlijke eiwitten te realiseren. Is de ChristenUnie daarvoor?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Op dit moment durf ik mij nog niet zo goed op percentages vast te leggen. Niet omdat ik bang ben, maar omdat ik het belangrijk vind dat er een goede samenhang is tussen een dergelijke doelstelling en de klimaatdoelstellingen. Ook zal het tijdpad haalbaar moeten zijn. Die zaken zullen wij goed moeten uitwerken. Dat er een concrete doelstelling moet worden geformuleerd, staat wat mij betreft vast. Op dit moment kan ik niet uit mijn mouw schudden in hoeverre de door natuuren milieu- en ontwikkelingsorganisaties genoemde doelstelling van 33% vermindering haalbaar is en of die goed te onderbouwen en uit te werken is. Misschien moeten wij het percentage hoger of lager stellen. Het gaat mij op dit moment vooral om het principe dat er een concreet doel wordt gesteld. De minister spreekt ook over de instrumenten. Zij geeft aan veel te verwachten van het verleiden van de consument. Eerlijk gezegd vind ik dat een wat wonderlijke combinatie: veel ambitie, maar doelen bereiken via verleiding. Verleiding kan in een-op-een situaties goed werken, maar voor het doel van vandaag, verduurzaming van ons voedselpakket, heb ik er wat minder vertrouwen in. Dat niet alleen de productie maar ook de vraag moet verduurzamen, mag duidelijk zijn. De productie in Nederland is al behoorlijk verduurzaamd, mede dankzij allerlei prikkels en regels die van de overheid zijn uitgegaan. Maar ook de consument heeft meer nodig dan alleen verleiding. Bovendien kunnen consumenten het niet alleen. Dit is een typisch voorbeeld van een sociaal dilemma, een conflict tussen individueel en collectief belang. Waarom zou ik minder vlees eten en meer betalen voor duurzamer voedsel, als mijn individuele actie toch geen effect heeft? Kortom, ik ben bang dat de individuele invloed van een consument verwaarloosbaar is. Hoe denkt de minister uitvoering te geven aan haar wens de consument te verleiden? Ik zie toch echt de noodzaak voor een meer faciliterende rol van de overheid. Mijn collega Ernst Cramer heeft bij de begroting van LNV gevraagd wat de minister gaat doen met de uitkomsten van het LNV Consumentenplatform met daarbij de roep om meer sturing door de overheid. Ik wil die vraag vandaag nogmaals voorleggen, omdat het antwoord niet erg helder was. Welke sturing denkt de minister te geven? Wat de ChristenUnie betreft, wordt het komende halfjaar onderzoek gedaan naar mogelijke financiële en/of fiscale prikkels, met name in belonende zin, waarbij het verwachte effect en de kosten worden meegenomen. Voorgesteld is de vleestaks te betrekken in de heroverwegingen. Dat had onze instemming. Graag draag ik hier een alternatief voorstel aan: differentiatie van het belastingtarief voor voedsel. Een basis voor dit idee ligt in een voorstel van de werkgroep beleidsverkenningen belasting, waarin wordt voorgesteld alle voedsel naar het 19%-tarief over te hevelen. Een alternatief zou kunnen zijn dat wij onderscheid gaan maken tussen biologisch, duurzaam voedsel (vlees) en gangbaar voedsel (vlees). De belasting op biologisch voedsel kan dan 6% blijven en de belasting op gangbaar voedsel, zowel import als eigen productie, kan naar 19% gaan. Is de minister bereid deze suggestie in te brengen en mee te nemen? Er is ook een faciliterende rol voor de overheid op het gebied van informatie in voorlichtende zin. Ik denk aan het meer op één lijn krijgen van adviezen voor consumenten voor een verantwoord menu. De afgelopen jaren hebben wij in de Kamer al verschillende nota's over voedsel besproken. Denk aan de nota Overgewicht, de Voedingsnota en nu de nota Duurzaam voedsel. Zou al die informatie gebundeld kunnen worden in een eenduidig menuadvies?

De heer Atsma (CDA): Ik wil even inhaken op het enthousiasme van mevrouw Wiegman om na te denken over een 19%-btw-tarief voor alle voedsel. Een gemiddeld gezin besteed jaarlijks duizenden euro's aan het voedselpakket. Heeft mevrouw Wiegman wel nagedacht over de lastenverzwaring, als het tarief van 6 naar 19% gaat? Hoe zouden wij daarmee om moeten gaan? Het lijkt mij een ingewikkelde opgave. Het is in elk geval geen opgave waar het CDA direct enthousiast van wordt.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik geef de minister een suggestie mee in het grotere geheel van de heroverwegingen. Vervolgens is de vraag wat de consument ervan gaat merken. Wat mij in de voorstellen van het kabinet opvalt en ook bijzonder aanspreekt, is de zogenaamde vergroening van het belastingstelsel. Op vervuilende en milieubelastende zaken wordt meer belasting geheven, terwijl op andere zaken van grote waarde, zoals arbeid, de belasting wordt verminderd. Bij het schuiven om tot meer vergroening van het belastingstelsel te komen, zouden wij ons telkens kunnen afvragen waar de lusten en de lasten moeten komen te liggen. Het lijkt mij heel erg mooi om juist op het gebied van voedsel een fiscale prikkel te hebben.

De heer Atsma (CDA): Ik wil toch graag de vraag beantwoord hebben wat dit gaat betekenen voor de individuele mens of voor een huishouden, want is dit niet een ordinaire lastenverzwaring van honderden euro's waarbij mensen vaak geen enkele keus hebben, omdat het veelal gaat om samengestelde producten? Ik wijs erop dat het collectief van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties en milieuorganisaties dat mevrouw Wiegman terecht noemde, zegt dat wij, als wij minder gaan eten, ook minder biologisch moeten worden in al zijn voorkomens. Kortom, de suggestie van mevrouw Wiegman leidt tot een enorme lastenverzwaring van misschien duizend of meer euro per gezin. Dat ga je toch niet zomaar even op een achternamiddag om vier uur als een goed idee de Kamer in slingeren?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb ongelooflijk veel moeite met het beeld dat de heer Atsma nu neerzet. Hij begint met tientallen euro's, dan worden het er honderden en nu spreekt hij al van duizend of meer. Wie biedt er meer? Ik probeer juist te betogen dat wij, nu wij in een traject van heroverwegingen zitten, eens kunnen kijken naar de manier waarop wij belasting heffen en op welke terreinen wij dat doen. Ik geef deze suggestie mee voor een mogelijke verdere vergroening van het belastingstelsel. Wij zouden meer kunnen gaan heffen op voedsel, wat volgens mij best redelijk is bezien binnen de verhoudingen van de gemiddelde uitgaven van Nederlanders aan voedsel en andere zaken waar de normale 19% op wordt geheven, en daartegenover de lasten op andere terreinen kunnen verlichten om te vermijden dat het schrikbeeld ontstaat van die arme consument die opeens duizenden euro's aan extra lasten kan verwachten. Dat lijkt mij geen aantrekkelijk beeld dat ik hier zeker niet wil neerzetten.

Tags

Esmé Wiegman