Senternovem
10-02-2010 | Duurzame gebiedsontwikkeling: 'één plus één is drie'
Sociale, economische en ecologische belangen moeten bij elkaar worden
gebracht om gebieden duurzaam te maken. Dat kan sneller en beter. Het
programma Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) ondersteunt de komende
tijd projecten in de regio, en helpt de markt op weg bij het
ontwikkelen van instrumenten voor duurzame gebiedsontwikkeling.
Duurzame ontwikkeling
"Veel partijen zijn betrokken bij duurzame gebiedsontwikkeling",
vertelt Arjan Verheul, coördinator van het programma Duurzame
Gebiedsontwikkeling (DGO) van Agentschap NL. De belangen van al die
partijen - zoals overheden, bedrijven en bewoners - moeten zoveel
mogelijk op één lijn komen. Pas dan is sprake van échte duurzame
ontwikkeling van een gebied, ook in de toekomst. Verheul: "Dan kan één
plus één drie worden."
Meedenken op locatie
De komende maanden biedt het programma onder meer locatieondersteuning
bij projecten. "We denken mee met partijen en dragen kennis aan."
Voorbeelden van projecten zijn Almere, Venlo-Floriade en
Utrecht-Rijnenburg. Het is geen doel op zich om zoveel mogelijk
locaties te helpen, zegt Verheul. "We leren van de projecten. Waar
worstelt men mee in de gebieden? Hoe kan het Rijk helpen?" Dat leidt
tot beleidsadviezen, waarmee het ministerie van VROM - de
opdrachtgever van het programma - het proces van duurzame
gebiedsontwikkeling sneller en beter kan laten verlopen.
De markt op weg helpen
Het brede programma helpt ook de markt op weg. Het programma
coördineert de ontwikkeling van een palet aan instrumenten voor
duurzame gebiedsontwikkeling - bijvoorbeeld het Gebiedslabel. Dat moet
een 'toolkit DGO' opleveren, wat handvatten biedt voor regio's om
gebieden duurzamer te maken. Verheul: "We spelen een verbindende rol
met al onze kennis. Bijvoorbeeld vanuit het programma Energiebespaging
in de gebouwde omgeving, waar veel expertise zit."
Binnenkort volgt meer informatie over het project
op www.agentschapnl.nl
Wijzigingsdatum | 10-02-2010