Gemeente Voerendaal
\ 10/2/2010 - Reactie Rd4 Bron-/nascheiding kunststofverpakkingen
Hierbij een korte reactie op het krantenbericht van 4 februari waarin
de keuze voor
bronscheiding van kunststofverpakkingen ter discussie wordt gesteld.
Dat er bij het nascheiden meer kunststof uit het restafval gehaald kan
worden dan bij
voorscheiden is niet nieuw en natuurlijk logisch. Wij denken trouwens
dat de hoeveelheden per
aansluiting zoals in het krantenartikel vermeld staan niet correct
zijn, het betreft hier niet de
hoeveelheid per huishouden maar per inwoner (19 kg per inwoner
resulteert in meer dan 40 kg
per aansluiting).
Landelijke onderzoeken hebben reeds eerder uitgewezen dat gemiddeld 40
kg kunststofverpakkingsafval per huishouden via het restafval wordt
afgevoerd. Bij de Rd4-gemeenten
waar in 2009 gestart is met de inzameling van kunststofverpakkingen is
gemiddeld meer dan
23 kg per huishouden opgehaald. Hiermee wordt de landelijke
doelstelling voor 2010 waarbij
38% van het kunststofverpakkingsafval gescheiden zou moeten
worden ingezameld reeds
gerealiseerd.
Waarom is in 2008 landelijk en bij de Rd4-gemeenten niet gekozen voor
het nascheiden van
kunststof?
De reden hiervan is simpel, dit omdat nascheiden zowel door de
overheid als producenten niet
werd omarmd en gefaciliteerd ((lees hiervoor geen vergoeding ter
beschikking gesteld werd).
Gezien de complexiteit van het onderwerp is door zowel de
producenten als door de overheid
(VNG) gekozen voor een gefaseerde projectmatige aanpak. De
projectmatige aanpak houdt in
dat gedurende 4 jaar (van 2008 t/m 2012) ervaring wordt opgedaan met
de inzameling en afzet
van kunststofverpakkingsafval. Hierbij worden verschillende
inzamelsystematieken onderzocht
om in 2012 een juiste en naar verwachting definitieve keuze te
kunnen maken voor de meest
geschikte inzamelsystematiek. Hierbij wordt natuurlijk ook nascheiden
onderzocht (project
Groningen).
Om de landelijke scheidingsdoelstelling in 2010 te kunnen realiseren
is in 2008, door zowel de
VNG als de producenten, gekozen voor de inzamelsystematiek 'scheiden
aan de bron' van
kunststofverpakkingsafval en niet voor nascheiden. Dit laatste
ondermeer omdat onvoldoende
capaciteit aanwezig was en is om al het in Nederland vrijkomende
restafval op korte termijn na
te scheiden. Ook waren er twijfels over de kwaliteit van het
kunststofverpakkingsafval dat door
nascheiden vrijkwam en in de continuïteit bij de afzet hiervan. Verder
hebben gemeenten
contracten met verwerkers afgesloten voor het verbranden van restafval
(de Limburgse
gemeenten met Attero) waarbij het nascheiden van restafval op korte
termijn geen optie was en
is. Gezien het gegeven dat er op een aantal vlakken (zoals toekomstig
beleid) nog veel
onduidelijkheden bestaan, is het de vraag welke partijen op dit moment
risicovolle
investeringen zouden willen doen in kostbare nascheidingsinstallaties.
Om een eenduidig
standpunt in te nemen en hierbij alle gemeenten de mogelijkheid te
bieden om op korte termijn
te starten met het gescheiden inzamelen van verpakkingsmateriaal wordt
bronscheiding
geprefereerd voor nascheiding.
Naast deze praktische bezwaren om vooralsnog niet te kiezen voor
nascheiding is in de Rd4 gemeenten door het toepassen van het
volume/frequentiesysteem een groter financieel
voordeel te behalen dan bij nascheiden. Bij nascheiding wordt de
vergoeding van Nedvang ter
beschikking gesteld voor het nascheiden van het restafval, de
besparing voor de burger
beperkt zicht tot de vermeden verbrandingskosten van het restafval.
Bij scheiden aan de bron
komen naast de vermeden verbrandingskosten ook een gedeelte van de
vergoeding van
Nedvang ten goede van de burger.
Ook is uit de inzamelresultaten in de volume/frequentie-gemeenten
gebleken dat door het
gescheiden inzamelen van kunststofverpakkingsafval de burger
gestimuleerd wordt om ook
andere afvalstromen zoals papier en glas beter te scheiden. Gesteld
mag worden dat door
'afval scheiden aan de bron' de burger bewuster omgaat met afval.
Rd4 is principieel niet tegen nascheiden en in het onderzoeken van de
mogelijkheden hiervan,
maar de communicatie die nu wordt ingezet zaait onnodig twijfels bij
de burgers over het nut
van hun inspanning om kunststofverpakkingsafval apart aan te bieden
((jammer). Ook komt
hiermee de consistentie van het door de overheid uitgezette beleid in
het geding wat weer
negatieve gevolgen heeft voor de beeldvorming.