VSO abortusklinieken Amsterdam
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen en opmerkingen van de fracties van
CDA, PvdA, SP, VVD, ChristenUnie, D66 en SGP inzake de stand van zaken
abortusklinieken Amsterdam (32 123 XVI, nr.112).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Pagina 1 van 13
Reactie van de staatssecretaris Ons kenmerk
CB-U-2984320
Leden van de CDA fractie
U vraagt mij om duidelijk te maken hoe ik mijn verantwoordelijkheid zie ten
aanzien van de continuïteit van de abortushulpverlening in Amsterdam. De leden
van de CDA-fractie stellen dat het geen medisch noodzakelijke en/of acute zorg
betreft en stellen dat de zorg ook kan worden gedaan in ziekenhuizen en klinieken
in de buurt van Amsterdam. Aangezien meerdere fracties terugkomen op nut en
noodzaak van mijn verstrekte subsidie eind 2009 aan de Dr. Frans Wong kliniek
(Oosterparkkliniek) zal ik eerst uiteenzetten hoe de regeling betreffende
abortushulpverlening in elkaar steekt en wat hierin de verantwoordelijkheden zijn
van de betrokken partijen.
Bij de herziening van het zorgstelsel heeft de toenmalige minister van VWS, de
heer Hoogervorst, besloten dat abortushulpverlening niet moest worden
meegenomen in de stelselherziening. Daardoor is de abortushulpverlening sinds
de inwerkingtreding in 1984 een subsidieregeling waarvoor geld uit de begroting
in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten wordt gestort. Kort komt het erop
neer dat de klinieken aan het begin van ieder jaar een begroting indienen bij het
College voor Zorgverzekeringen (CvZ) dat de subsidieregeling uitvoert. De
ingediende begroting moet blijven binnen het subsidieplafond dat geldt voor de
instelling. Het subsidieplafond wordt berekend op basis van het verwachte aantal
verrichtingen maal het door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vastgestelde
tarief. CvZ geeft op basis van deze berekeningen een maandelijks voorschot aan
iedere kliniek. Aan het einde van het jaar rekent het CvZ met de klinieken af op
basis van het daadwerkelijke aantal verrichtingen. In de Regeling is bepaald welke
activiteiten subsidieerbaar zijn. Extra inkomsten die met subsidiegelden worden
verkregen worden afgeroomd. Met de vastgestelde subsidieerbare activiteiten in
het kader van de Regeling kunnen klinieken geen eigen vermogen opbouwen. De
Regeling gaat uit van kosten min opbrengsten dat een te subsidiëren resultaat
geeft. Een kliniek kan op die manier dus nooit winst maken.
Zoals eerder aangegeven in mijn brief aan de Kamer (32 123 XVI, nr. 122)
onderhoudt het CvZ de subsidierelatie met de klinieken. Het CvZ kan echter
binnen de regels van de subsidieregeling niet zelfstandig extra gelden toekennen
en moet in voorkomende gevallen terugvallen op VWS. CvZ heeft dit in oktober
2009 gedaan toen in Amsterdam zowel de Dr. Frans Wong kliniek als ACSG/MR70
in de financiële problemen verkeerden. In dezelfde brief aan de Kamer heb ik
aangegeven dat ik als staatssecretaris verantwoordelijk ben voor de continuïteit
van zorg en het uit dien hoofden noodzakelijk vond om de Dr. Frans Wong kliniek,
hangende de bewaarprocedures bij het CvZ, financieel tegemoet te komen. Beide
klinieken in Amsterdam, die samen 20% van de totale landelijke
abortushulpverlening voor hun rekening nemen, zouden immers gelijktijdig
kunnen ophouden te bestaan, zo is in de brief te lezen.
Terugkomend op uw vragen ten aanzien van mijn verantwoordelijkheid in relatie
tot of abortushulpverlening wel of geen medisch noodzakelijke en/of acute zorg is
en op welke gronden en adviezen ik mijn beslissing heb genomen, het volgende.
Op grond van artikel 22, eerste lid, van de Grondwet moet de overheid
maatregelen treffen ter bevordering van de volksgezondheid. Naar aanleiding van
de in artikel 22 van de Grondwet opgenomen plicht voor de overheid om de
volksgezondheid te bevorderen zijn diverse wetten op dat terrein opgesteld. Ik Pagina 2 van 13
reken daar ook de Wet afbreking zwangerschap toe. Over de noodzaak van Ons kenmerk
abortus is uitvoerig maatschappelijk debat gevoerd, maar het is uiteindelijk een CB-U-2984320
vorm van zorg geworden waarvan we in Nederland vastgelegd hebben dat het een
recht is van de vrouw. De Wet afbreking zwangerschap (Waz) en het Besluit
afbreking zwangerschap (Baz) voorzien hierin.
Met het wegvallen van de abortushulpverlening in Amsterdam zou 20% van het
landelijk zorgaanbod wegvallen. Dit betekende concreet dat in de maanden
november en december ongeveer 1000 abortussen niet zouden kunnen worden
uitgevoerd in Amsterdam. Zeker voor de al ingeplande behandelingen die moeten
worden afgebeld en elders worden ingepland, speelt wel degelijk een tijdsdruk
mee. Abortushulpverlening valt dan misschien niet onder acute zorg, het is wel
zorg waarvan is aangetoond dat het voor de vrouw beter is als ze zo vroeg
mogelijk in de zwangerschap wordt geholpen. Buiten de vraag of het criterium
`acuut' in de AWBZ op dezelfde wijze als in de cure (waar het om spoedeisende
hulp gaat) bekeken kan worden, acht ik het van groot belang dat in een land waar
een vrouw recht heeft op abortushulpverlening deze vorm van zorg ook in
voldoende mate voor handen is. Met het wegvallen van 20% van het landelijk
aanbod vind ik dit niet meer het geval. Daarnaast was er nog een probleem met
het opvangen van deze 1000 behandelingen elders.
Een probleem is dat binnen de klinieken die er zijn weinig groei te genereren is.
Klinieken zijn slechts toegerust op een al jaren stabiel aantal verrichtingen en op
de aard van deze verrichtingen. Een kliniek met alleen een eerste trimester
vergunning, zoals bijvoorbeeld Alkmaar, kan geen tweede trimester abortussen
uitvoeren. Daarnaast hebben de klinieken op basis van de huisvestingsregels,
gekoppeld aan de subsidieregeling, maar recht op een beperkt aantal vierkante
meters en behandelkamers. Een kliniek waar normaal gesproken 2000
verrichtingen op jaarbasis worden gedaan is dus simpelweg niet gebouwd op een
acute forse stijging van het aantal behandelingen. Wachtkamers zouden overvol
raken en met één of hooguit twee behandelkamers is de mogelijkheid voor
uitbreiding uiterst beperkt en is er feitelijk geen mogelijkheid de Amsterdamse
abortussen binnen een redelijke afstand zoals bijvoorbeeld Leiden, Utrecht of
Haarlem te laten plaatsvinden.
Daarnaast maakt de systematiek van de financiering het voor klinieken niet
mogelijk om direct te anticiperen op een stijgend aantal behandelingen. Zoals
eerder geschetst worden klinieken bevoorschot op basis van het verwachte aantal
verrichtingen. Als een kliniek ineens honderden behandelingen meer moet
uitvoeren en hiervoor dus extra personeel, extra uren en extra middelen moet
bekostigen dan voorziet de regeling daar op korte termijn niet in. De instelling
moet dan eerst een met reden omklede nieuwe begroting indienen bij het CvZ en
die kan dan een nieuwe berekening uitvoeren op basis waarvan de
bevoorschotting kan worden aangepast. Hiervoor was eind 2009 geen tijd.
Voor wat betreft opvang in ziekenhuizen ligt het nog weer anders. Gynaecologen
in de Nederlandse ziekenhuizen verwijzen voor abortussen op sociale indicatie
naar de abortusklinieken. Deze klinieken zijn gespecialiseerd in deze vorm van
hulpverlening en zijn ook behandeltechnisch gespecialiseerd in het uitvoeren van
zuigcurettages. Ziekenhuizen voeren wel abortussen uit maar bijna altijd op
medische indicatie.
Pagina 3 van 13
Op basis van het bovenstaande was en ben ik dan ook van mening dat als de Ons kenmerk
abortushulpverlening in Amsterdam wegvalt er wel degelijk sprake is van een CB-U-2984320
continuïteits probleem. Ik heb dan ook aan het College Sanering Zorginstellingen
(CSZ) gevraagd een rapport uit te brengen over de mate van urgentie van de
situatie in Amsterdam. Zoals u heeft kunnen lezen in het eerder toegezonden
rapport zijn alle beslissingen noodzakelijk gebleken om de zorg te continueren.
Om de zorg ook voor de langere termijn veilig te stellen, is het noodzakelijk dat er
een oplossing komt voor de situatie in Amsterdam. Die oplossing leek te liggen in
de onderhandelingen die al geruime tijd gaande waren tussen het
Slotervaartziekenhuis en ACSG/MR70. Sindsdien zijn er tussen de betrokken
partijen grote verschillen van mening ontstaan. In mijn beantwoording van de
kamervragen van kamerlid Schermers (CZ-K-U 2980053) heb ik de achtergrond
van de ontstane situatie geschetst en aangegeven dat ik het primair de
verantwoordelijkheid vind van de instelling om een oplossing te zoeken voor
interne conflicten. Ik heb daarin ook aangegeven dat het mij niet gaat om het
voortbestaan van de klinieken, maar om de continuïteit van de zorg. Het is
nadrukkelijk niet mijn doel om slecht presterende klinieken in de lucht te houden.
Het CSZ is door mij verzocht om na hun eerste rapportage verder te gaan met het
voeren van gesprekken met alle partijen en heeft mij wederom geïnformeerd over
het veilig stellen van de abortushulpverlening in Amsterdam. Het CSZ is dus niet
zozeer `begeleider van een fusie', maar eerder informateur. Het CSZ heeft laten
weten dat het veilig stellen van de abortushulpverlening in Amsterdam het best
kan geschieden langs twee wegen. Als eerste het ondersteunen van de nieuw
opgerichte stichting Seksualiteit Zwangerschapsonderbreking Zorg (SeZoZ) die
zich wil huisvesten in het Slotervaartziekenhuis. Ten tweede raadt het CSZ aan
om, gelet op de uiterst explosieve situatie bij ACSG/MR70, een tweede initiatief in
Amsterdam te overwegen.
De CDA fractie vraagt of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) betrokken is
geweest bij het definiëren van deze problematiek en het bezien van eventuele
ondersteuning? Zo nee, waarom de staatssecretaris de NZA niet bij de
steunverlening heeft betrokken ook niet strijdig met de door de staatssecretaris in
het recente overleg over Meavita beleden belang van een objectieve beoordeling
van steunvragen op afstand van de politiek.
Zo ja, is er dan een vergelijking te maken met de wijze waarop in eerdere
casussen steunverlening tot stand is gekomen en was er nog een specifieke taak
voor het CvZ.
De subsidieregeling van de abortusklinieken betreft een specifieke regeling in
kader van de AWBZ. Daarom is de NZa niet betrokken, dan alleen ten behoeve
van het uitrekenen van een kostendekkend tarief dat het CvZ vervolgens gebruikt
bij het vaststellen van de subsidie. Vanwege die beperkte rol van de NZa heb ik
het College Sanering Zorginstellingen gevraagd een analyse te maken van de
situatie in Amsterdam met als doel te komen tot een situatie die de continuïteit
van de zorg kan waarborgen. Zoals u wellicht bekend is heeft het CSZ deze taak
op zich genomen, een eerste rapport heeft u al toegestuurd gekregen. Door de rol
van het CSZ wordt met de nodige objectiviteit het proces gevolgd.
De CDA fractie is van mening dat de afbouwregeling van het CvZ niet kan worden
ingezet voor de opbouw van een nieuw centrum bij het Slotervaartziekenhuis en
vraagt mij naar mijn mening.
Pagina 4 van 13
Het afbouwen van de stichting ACSG/MR70 is een apart traject van het CvZ. Het Ons kenmerk
eventueel opbouwen van een nieuwe stichting in het Slotervaartziekenhuis moet CB-U-2984320
op eigen merites worden beoordeeld en dat staat los van ieder budget van
ACSG/MR70 en dat budget wordt ook niet aangewend voor een nieuwe stichting in
het Slotervaartziekenhuis.
Voorts vraagt u mij naar de dekking van de verleende steun. Zoals ik heb
aangegeven in mijn eerdere brief aan de Kamer geldt er voor de twee klinieken in
Amsterdam een andere situatie. De Dr. Frans Wong kliniek heeft een eenmalig
overbruggingskrediet ontvangen op basis van artikel 4, onderdeel a van de
Kaderwet VWS-subsidies juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de
Algemene Wet Bestuursrecht. Stichting ACSG/MR70 heeft geen directe subsidie
verkregen. De gelden die eind 2009 nodig waren voor deze stichting zijn
meegenomen in de afbouwregeling van het CvZ. Hierdoor was het mogelijk om
met garantstelling rood te staan bij de bank en hoefde er verder geen extra
gelden te worden aangewend. De afbouwregeling wordt gefinancierd vanuit de
normale gelden voor abortushulpverlening.
Uw vraag naar duidelijkheid over een nieuw centrum kan ik als volgt
beantwoorden. In november 2009 zag het ernaar uit dat de nieuw op te richten
kliniek zich zou gaan huisvesten in het Slotervaartziekenhuis. ACSG/MR70 zou dan
geheel overgaan naar het Slotervaart en de Dr. Frans Wong kliniek zou zich op
termijn kunnen bijvoegen. De klinieken hebben ook steeds aangegeven achter
deze fusie te staan. Sinds eind december 2009 is de situatie tussen het bestuur
van ACSG/MR70 en het personeel echter ernstig verslechterd. Het personeel
weigert over te gaan naar het Slotervaartziekenhuis en heeft het vertrouwen in
het bestuur opgezegd. In mijn eerdere brief aan de Kamer heb ik aangegeven mij
niet in dit conflict te willen mengen. Mijn prioriteit ligt bij het veilig stellen van de
abortushulpverlening.
Het Slotervaartziekenhuis heeft inmiddels een aparte stichting opgericht en heeft
een vergunningaanvraag ingediend. Deze aanvraag is voor advies naar de IGZ
gestuurd. De inspectie zal bepalen of de inrichting in het Slotervaartziekenhuis
voldoet aan de eisen uit de Waz en het Baz. Als de IGZ positief adviseert, kan aan
de nieuwe stichting een vergunning worden verleend. Als het CvZ de ingediende
begroting goedkeurt, kan worden overgegaan tot subsidieverlening en kan de
nieuwe stichting abortusbehandelingen gaan uitvoeren.
Daarnaast is aan het nieuwe bestuur van de Dr. Frans Wong kliniek, conform de
subsidievoorwaarden voor het overbruggingskrediet, gevraagd voor 1 maart 2010
een levensvatbaar bedrijfsplan in te dienen. In dit plan moet rekening zijn
gehouden met het feit dat de lopende bezwaren tegen het CvZ kunnen worden
verloren en de gelden dus terecht zijn ingehouden op de subsidie. Een
meerjarenplan zal dan moeten uitwijzen of ook na alle terugvorderingen er een
financieel gezonde toekomst is weggelegd voor deze kliniek. De mogelijkheid is
daarmee niet uitgesloten dat de kliniek, als voldoende financiële zekerheid kan
worden aangetoond, kan blijven voortbestaan. Als de kliniek de
bezwaarprocedures van het CvZ wint dan is dit scenario nog waarschijnlijker.
Gelet op de eerder aangegeven informatie van het CSZ, dat het raadzaam is een
tweede kliniek in Amsterdam te laten bestaan naast het initiatief vanuit het
Slotervaartziekenhuis, zal ik de voorstellen die voor 1 maart door de Dr. Frans
Wong kliniek moeten zijn ingediend serieus in overweging nemen. Daarbij is het
relevant dat het oude bestuur van de kliniek is vervangen.
Pagina 5 van 13
Op de vraag of de nieuw op te richten kliniek of het Slotervaartziekenhuis aan de Ons kenmerk
wettelijke eisen moet voldoen kan ik antwoorden dat de eisen uit de Waz en het CB-U-2984320
Baz van toepassing zijn op de rechtspersoon die de uiteindelijke vergunning
aanvraagt. In dit geval betreft het de nieuwe stichting in het
Slotervaartziekenhuis, SeZoZ.
De CDA-fractie vindt dat, indien het bezwaar ongegrond is, het bedrag dat de
Frans Wong kliniek teveel kreeg weer terug moet vloeien in de publieke kas en
zien graag een toezegging op dit punt. Bij het toekennen van de subsidie voor het
oplossen van de liquiditeitsproblemen bij de Wongkliniek is als voorwaarde
opgenomen dat wanneer de beslissing tot verrekening met de instellingssubsidie
wordt herzien de subsidie evenredig zal worden verlaagd.
De PvdA-fractie
U vraagt mij of de Kamer geïnformeerd kan worden over de uitkomst van de
bezwaarprocedure van de Dr. Frans Wong kliniek tegen het CvZ. Ik kan dit de
Kamer toezeggen.
Ten aanzien van subsidievaststellingen door het CvZ het volgende. De systematiek
van de subsidieregeling is dat op basis van te verwachte aantallen wordt
bevoorschot en op basis van daadwerkelijke aantallen wordt afgerekend. Hier kan
altijd een verschil tussen zitten. Het komt dus vaker voor dat klinieken gelden
moeten terugbetalen aan het CvZ. Ook het opvoeren van niet subsidiabele posten
wordt bij nadere bestudering door het CvZ gekort op de subsidie. Omdat de
subsidievaststelling altijd achteraf is, komen de problemen pas aan het licht in het
jaar waarin de daadwerkelijke afrekening wordt gedaan. Op dit moment zijn er
geen onoverkomelijke problemen bij andere klinieken.
De PvdA fractie vraagt mij of ik de signalen herken dat artsen in ziekenhuizen niet
graag abortussen uitvoeren.
Het is via de registratie van de IGZ bekend dat slechts 6% van alle abortussen
worden uitgevoerd in ziekenhuizen. Dit gebeurt over het algemeen op medische
indicatie. Abortussen op sociale indicatie worden door ziekenhuizen meestal
doorverwezen naar abortusklinieken. Een oorzaak is nooit onderzocht. Het levert
in de praktijk ook geen problemen op. Daarnaast is de huisarts, als grootste
verwijzer, degene die vrouwen doorverwijst naar abortusklinieken als het gaat om
een abortus op sociale indicatie.
Of dit gegeven een probleem oplevert voor het Slotervaartziekenhuis om geschikt
personeel te vinden, zal moeten blijken. De IGZ zal bij haar beoordeling van de
vergunningaanvraag rekening houden met het feit dat een kliniek moet voldoen
aan de eis dat er voldoende geschikt personeel aanwezig moet zijn. Naast eisen
ten aanzien van gekwalificeerd personeel zijn er ook eisen die de anonimiteit van
de vrouw moeten kunnen waarborgen, eisen ten aanzien van de huisvesting,
beheer van de kliniek en uitrusting (artikel 6 Waz).
Het arbeidspotentieel voor de abortushulpverlening is inderdaad een zorgelijke
ontwikkeling voor de lange termijn. In de komende tien jaar zullen de meeste
abortusartsen en verpleegkundigen de pensioengerechtigde leeftijd hebben
bereikt. De aanwas van jonge artsen en verpleegkundige is uiterst gering. Over de
mogelijkheden om dit probleem op te lossen wordt door VWS nagedacht met het
Nederlands Genootschap van Abortusartsen (NGvA). Pagina 6 van 13
Ons kenmerk
De PvdA-fractie vraagt of ik verwacht dat door het samengaan van de CB-U-2984320
abortuskliniek met het Slotervaartziekenhuis de laagdrempeligheid van de
abortushulpverlening zal verdwijnen of verminderen. Zoals ik al eerder vermeldde
ga ik uit van een abortuskliniek overeenkomstig de criteria zoals vastgelegd in de
Waz en het Baz. De laagdrempeligheid van de abortuskliniek blijkt ondermeer uit
het financieringssysteem en het gegeven dat een patiënte zich zonder verwijzing
kan melden. Het gegeven dat de kliniek in een ziekenhuis wordt gehuisvest doet
daaraan niets af. De Inspectie zal bij het toetsen van de voorstellen van de nieuwe
kliniek daarop toezien.
De SP-fractie
De leden van de SP fractie vragen mij hoe ik denk de kwaliteit van de
abortushulpverlening te waarborgen?
De IGZ ziet toe op de kwaliteit van de geleverde abortushulpverlening en maakt
hierbij gebruik van de regels die gelden op basis van de Waz en het Baz. Iedere
kliniek moet hieraan voldoen, ook als deze is gehuisvest in bijvoorbeeld een
ziekenhuis.
Voorts zijn de SP leden van mening dat besloten is tot een fusie naar het
Slotervaart waar de Dr. Frans Wong kliniek niet bij betrokken is geweest.
Ik wil allereerst heel helder maken dat VWS op geen enkele wijze een voorkeur
heeft uitgesproken over waar een eventuele nieuwe kliniek gehuisvest zou moeten
worden. In mijn eerdere brief aan de Kamer geef ik aan dat gezien de
vergevorderde onderhandelingen tussen het bestuur van MR70 en het
Slotervaartziekenhuis, deze laatste een voor de hand liggende optie was en ook
een optie die door het CvZ werd goedgekeurd. Daarnaast is het van belang te
melden dat de Dr. Frans Wong kliniek meerdere malen had aangegeven te willen
fuseren, ook als de locatie Slotervaartziekenhuis zou zijn. In het gesprek dat op 9
november 2009 met mijn ambtenaren en de Dr. Frans Wong kliniek is gevoerd
naar aanleiding van de ontstane financiële problemen heeft de kliniek dit
standpunt herhaald. In hun brief van 23 december 2009 laat de Dr. Frans Wong
kliniek weten "door onverwachte ontwikkelingen in de abortushulpverlening in
Amsterdam niet meer te kunnen fuseren met ACSG/MR70." Kern van het
probleem bij zowel het personeel van MR70 als bij de Dr. Frans Wong kliniek was
en is dat er zorg is ontstaan over de wijze waarop aan de abortushulpverlening in
het Slotervaartziekenhuis vorm wordt gegeven. Dit overigens na een gesprek
tussen het Slotervaartziekenhuis en het bestuur van de Dr. Frans Wong kliniek.
Het onderbrengen van de gefuseerde kliniek in het Slotervaartziekenhuis is in
beginsel een idee geweest van de beide klinieken. Er is vanuit VWS nooit sprake
geweest van het feit dat de `fusiekliniek' ondergebracht moest worden in het
Slotervaartziekenhuis. VWS heeft geen bemoeienis met de huisvesting van een
kliniek. De vergunningaanvraag van de nieuw opgerichte stichting SeZoZ ligt op
dit moment voor advies bij de IGZ. Na een positief advies kan door VWS de
vergunning worden afgegeven. Daarnaast zal het CvZ beoordelen of de nieuwe
stichting een sluitende begroting heeft ingediend en op grond daarvan in
aanmerking komt voor subsidie volgens de regeling. Tot die tijd is er nog niets
beslist.
Zoals aangegeven bij de beantwoording van het CDA mag de Dr. Frans Wong
kliniek voor 1 maart een alternatief plan indienen. Of dit plan in financiële zin
levensvatbaar is, hangt af van het oordeel van het CvZ. In relatie tot de oproep
van "Wij vrouwen eisen" kan ik dan ook zeggen dat alternatieve plannen zullen Pagina 7 van 13
worden bekeken, maar dat deze wel de toetsing van het CvZ en de IGZ moeten Ons kenmerk
kunnen doorstaan. CB-U-2984320
De leden van de SP hebben grote twijfels of diezelfde anonimiteit kan worden
gewaarborgd als een abortuskliniek wordt ondergebracht in een ziekenhuis, en
vragen garantie van de staatssecretaris dat de huidige anonimiteit gehandhaafd
blijft in de toekomst. Tevens vragen zij hoeveel kosten het Slotervaartziekenhuis
zou moeten maken om het ziekenhuis zo in te richten dat de anonimiteit van de
patiënt als belangrijk criterium te hanteren bij de keuze van de huisvesting van de
nieuwe gefuseerde kliniek, Wat is in dit verband uw reactie op de brief van Choice
van 11 januari die zich zorgen maakt over de privacy en ook pleit voor tenminste
een abortuskliniek buiten het ziekenhuis in Amsterdam. Is het waar dat op
inhoudelijke gronden in het buitenland ervoor wordt gepleit de abortus buiten
ziekenhuizen te doen plaatsvinden.
Het waarborgen van de persoonlijke leefsfeer, waar anonimiteit in de dagelijkse
praktijk onder wordt gerekend is een van de criteria uit de Waz. Wanneer de
nieuwe rechtspersoon, die de nieuwe kliniek zal exploiteren een vergunning
aanvraagt zal door de Inspectie hierop worden getoetst. Ongeacht de plaats van
huisvesting zal in de waarborging van de anonimiteit moeten zijn voorzien. Bij het
beoordelen of een kliniek een vergunning zal worden gegeven wordt door het CvZ
een beoordeling van de financiële positie van de kliniek betrokken. Gelet op het
feit dat ook voor huisvestings en verbouwingskosten parameters bestaan ga ik
er vanuit dat door het CvZ hier een toetsing heeft plaatsgevonden. Wat de
uitkomst zal zijn van de herstructurering is mede afhankelijk van de uitkomsten
van de bezwaren die door de dr. Frans Wong kliniek zijn ingediend.
De fractie vraagt voorts of het waar is dat op inhoudelijke gronden in het
buitenland ervoor wordt gepleit de abortus buiten ziekenhuizen te doen
plaatsvinden?
Of op inhoudelijke gronden wordt gepleit om abortus buiten ziekenhuizen te laten
plaatsvinden is niet bekend. In de Europese landen waar abortushulpverlening is
geregeld zoals in Nederland, dus met een zorgaanbod in klinieken en algemene
ziekenhuizen, is te zien dat ook daar de ziekenhuizen met name de abortussen op
medische indicatie doen en dat vrouwen met een sociale indicatie een duidelijke
voorkeur hebben voor klinieken.
De SP-fractie vraagt wat er waar is van het gerucht dat het kabinet van plan is de
abortushulpverlening uit de AWBZ te halen, deze over te hevelen naar de
Zorgverzekeringswet en over te gaan tot dbc-financiering en wat de motivatie
daarvan zou zijn.
Het kabinet heeft thans geen plannen de abortushulpverlening uit de AWBZ te
halen. Destijds is bij de uitzuivering van de AWBZ naar de verschillende specifieke
regelingen gekeken, maar is besloten de regeling ongewijzigd te laten. Dat neemt
niet weg dat de vigerende regeling op een aantal punten aanpassing behoeft.
Tijdens de behandeling van het bezwaar van Women on Waves (WoW) tegen de
weigering WoW op te nemen in de financieringsregeling heeft de bestuursrechter
enkele kritische opmerkingen over de regeling gemaakt. Hoewel de
bezwaarprocedure niet is afgemaakt omdat WoW het bezwaar heeft ingetrokken is
een kritische beschouwing van de regeling op zijn plaats. Ambtelijk wordt thans
bekeken op welke wijze de regeling aanpassing behoeft en daarbij zal ook Pagina 8 van 13
gekeken worden op welke wijze de regeling kan bijdragen aan het voorkomen van Ons kenmerk
financiële crisissen. CB-U-2984320
Voorts vragen de leden van de SP-fractie zich af of het aantal abortussen van circa
6000 die worden uitgevoerd na fusie van ACSG/MR70 en Dr. Frans Wong kliniek
niet te grootschalig is. Is het waar dat de wet momenteel niet voorziet in een
kliniek van die grootte, maar uitgaat van een maximum van 4000 abortussen per
jaar. Komt een dergelijke schaalvergroting wel ten goede aan de kwaliteit van de
zorgverlening? Voorts vragen zij of de fusie wel noodzakelijk is, aangezien de
huidige omvang niet kleiner is dan van de andere klinieken, waar gezonde
bedrijfsvoering wel mogelijk blijkt.
De Wet afbreking zwangerschap kent geen limiet voor het aantal te verrichten
abortussen. De subsidieregeling gaat uit van zo'n 4000 abortussen per kliniek per
jaar. Met 6000 abortussen ontstaat een andere constructie. Het CvZ acht het
mogelijk met de regeling een dergelijk aantal abortussen te verrichten en ziet
vanuit het oogpunt van financiering geen bezwaren tegen de constructie. De
Inspectie heeft bij voorhand laten weten dat wanneer het aantal van 6000
abortussen wordt verricht binnen de criteria van de Waz en het Baz er geen
bezwaren hoeven te bestaan. Met de schaalvergroting behoeft de kwaliteit van
hulpverlening niet in gevaar te komen. Of de bedrijfsvoering van een
abortuskliniek gezond of ongezond is staat los van het aantal abortussen dat
wordt verricht. Bij de twee Amsterdamse klinieken was in het ene geval sprake
van bestuurlijk onvermogen een groeiend tekort weg te werken en in het andere
geval is de verdenking dat subsidiegeld onterecht is aangewend. In beide
instellingen zijn de daarvoor verantwoordelijke bestuursleden afgetreden en zijn
de nieuwe besturen bezig met het orde op zaken stellen.
De VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen waar de oorzaak van de problemen precies
ligt. Zoals aangegeven onder de beantwoording van de fractie van SP zijn er
kritische opmerkingen geplaatst over de regeling zoals deze nu is. Op dit moment
wordt op ambtelijk niveau bekeken, op welke wijze de regeling aanpassingen
behoeft. Daarnaast is het veld bezig met de richtlijnontwikkeling. Uit deze richtlijn
zal moeten blijken of de verhoging van de kwaliteitseisen ook aanpassing van de
tarieven vergt. Ook tussentijds zijn al enkele aanpassingen gedaan. De meest
recente voorbeelden zijn van vorig jaar waar het tarief voor een consult waar geen
behandeling op volgt is verdubbeld en waar een tarief is opgenomen voor bij- en
nascholing.
Op de vraag of andere klinieken zwarte cijfers draaien kan ik antwoorden dat dit
het geval is.
De leden van de VVD-fractie vragen naar de reden dat ziekenhuizen dit deel van
hun zorgplicht (abortus) massaal hebben uitbesteed en vragen of de
staatssecretaris voorstander is van het voorstel dat, naast het
Slotervaartziekenhuis, ook andere algemene ziekenhuizen abortus als
basisvoorziening in hun aanbod opnemen? Is de staatssecretaris er voorstander
van dat zorgverzekeraars hierop gaan aandringen bij het maken van
productieafspraken? Zo, nee, waarom niet en zo ja, op welke wijze gaat de
staatssecretaris er op toe zien dat zij dit ook gaan doen.
Pagina 9 van 13
In Nederland is in de jaren zestig een aantal abortusklinieken ontstaan die later bij Ons kenmerk
de inwerkingtreding van de Waz in de subsidieregeling zijn opgenomen. Historisch CB-U-2984320
gezien is er in de Nederlandse abortuspraktijk een situatie ontstaan waarin het
merendeel van de abortussen in klinieken worden verricht en een klein deel in
ziekenhuizen. De kwaliteit van de abortushulpverlening is van goede kwaliteit. Het
gegeven dat een nieuwe kliniek zich in een ziekenhuis wil huisvesten betekent niet
dat het beleid met betrekking tot de abortuspraktijk zich wijzigt. Klinieken en de
meeste ziekenhuizen bezitten een Waz-vergunning en kunnen dus abortus
verrichten. Ik zie geen enkele reden zorgaanbieders hierover te benaderen.
Vindt de staatssecretaris dat er op dit moment in ons land op alle plaatsen
voldoende aanbod is van abortus zorg. Uit haar brief lijkt dat zij stelt dat een
kliniek in Amsterdam als kwetsbaar wordt beschouwd, als deze niet ondergebracht
is in een grotere organisatie. Wat betekent dit uitgangspunt voor ander klinieken
in ons land.
In Amsterdam deed zich de situatie voor waarin het bestaan van twee klinieken
werd bedreigd en de abortushulpverlening in Amsterdam zou ophouden. Mijn
verantwoordelijkheid betreft de continuering van abortushulpverlening. Beide
klinieken gaven destijds te kennen te willen fuseren, dat proces is thans
problematisch gebleken. Duidelijk moet zijn dat mijn verantwoordelijkheid de
abortushulpverlening betreft en niet de rechtspersonen die deze in stand houden.
Hoe de hulpverlening wordt vorm gegeven is de verantwoordelijkheid van de
besturen waarbij deze zich dienen te houden aan de wettelijke criteria.
De leden van de VVD-fractie maken zich ook op langere termijn zorgen over de
toegankelijkheid van abortuszorg. Zij ontvangen berichten dat het steeds
moeilijker is om personeel, artsen en verpleegkundigen, bereid te vinden om
abortussen uit te voeren. De huidige groep abortusartsen is niet meer de jongste
en zal binnen enkele jaren "ververst"moeten worden. Zijn er voldoende artsen in
opleiding om het stokje van hun oudere collega's over te nemen?
Dat er op langere termijn een tekort aan abortusartsen kan ontstaan is bekend. In
een periodiek overleg met het platform van abortusklinieken en CvZ is het een
punt van aandacht. In overleg met de klinieken zal een oplossing moeten worden
gevonden. Zie ook mijn reactie aan de leden van de CDA-fractie.
De ChristenUnie-fractie
Bij het ministerie van VWS en het CvZ bestaan vraagtekens over de correcte
besteding door de Dr. Frans Wong kliniek van AWBZ- geld. Is bij het bestaan van
dergelijke twijfels een aanwijzing of sluiting van een kliniek niet meer voor de
hand ligt dan een financiële steunverlening? Deze leden (ChristenUnie) verwijzen
daarbij naar de handelswijze van de staatssecretaris bij twijfels over Winnersway.
In de beantwoording van de vragen van het CDA ben ik uitgebreid ingegaan op
argumenten waarom hier een optreden van de overheid noodzakelijk was.
De vergelijking met Winnersway is feitelijk onjuist. Winnersway is niet gesloten
vanwege financiële problemen. Ook is Winnersway niet gesloten op grond van
twijfels. Ik heb Winnersway een aanwijzing gegeven op grond van herhaalde
bevindingen van de IGZ, vastgelegd in drie rapportages die ik ook uw Kamer heb
doen toekomen, dat Winnersway op meerdere belangrijke punten niet voldeed aan
de Kwaliteitswet zorginstellingen.
Pagina 10 van 13
Nadat Winnersway hierna nog steeds niet voldeed aan de eisen voor verantwoorde Ons kenmerk
zorgverlening, zoals ik die in mijn aanwijzing had gesteld, heb ik Winnersway CB-U-2984320
gesloten in het kader van mijn bevoegdheid tot het uitoefenen van
bestuursdwang.
Voorts vraagt de fractie mij naar betere mogelijkheden voor onafhankelijke
voorlichting. Zoals de fractie van de ChristenUnie bekend is worden momenteel
vier onderzoeken uitgevoerd naar abortus en alternatieven en is de
richtlijnontwikkeling in volle gang. Ik wil vooruitlopend op die uitkomsten nog
geen toezeggingen doen maar de suggesties van de ChristenUnie kunnen worden
meegenomen in de uiteindelijke plannen ter verbetering.
De D66 fractie
De leden van D66 vragen zich af of het niet onzorgvuldig is om kortingen toe te
passen op grond van alleen verdenkingen.
In mijn eerdere brief aan de Kamer heb ik aangegeven het bestuurlijk niet
gangbaar te vinden om, hangende een bezwaarprocedure, de subsidie stop te
zetten. Het CvZ heeft echter de bevoegdheid om op basis van door hen als
objectief verifieerbare feiten aangemerkte gegevens te korten op een subsidie.
Voorts wilt u uitleg over waarom het CvZ pas in 2009 betalingen die Stichting Dr.
Frans Wong heeft gedaan in de jaren 2007, 2008 en 2009 als onrechtmatig heeft
aangemerkt, terwijl deze betalingen in de jaarrekeningen van voorgaande jaren
zijn verantwoord en het CvZ daar toentertijd nooit vragen over heeft gesteld.
De ingediende jaarrekeningen zijn formeel niet maatgevend als het gaat om de
uiteindelijke vaststelling. De ingediende verantwoording is dat wel. Als op deze
verantwoording iets niet klopt dan komt dit altijd achteraf pas aan het licht. Het
CvZ heeft een reorganisatie met personele wisselingen achter de rug waardoor het
CvZ pas in 2009 is toegekomen aan het beoordelen van de ingediende
verantwoording door de kliniek.
De fractie van D66 vraagt of er in Nederland bij meerdere abortusklinieken een
constructie bestaat waarbij bestuursleden financiële belangen hebben bij de
exploitatie van de klinieken, dan wel waar zakelijke en/of persoonlijke belangen
een zorgvuldige scheiding tussen directie en bestuur van klinieken belemmeren.
Desgevraagd heeft het CvZ mij laten weten naar een vermenging van zakelijk / en
of persoonlijke belangen bij de exploitatie van een abortuskliniek geen specifiek
onderzoek te hebben gedaan. Naar aanleiding van dit incident met het oude
bestuur van de Dr. Frans Wong kliniek is daar wel alle reden toe. De maatregelen
die ik als staatssecretaris kan nemen zijn in deze beperkt. Het CvZ onderhoudt de
subsidierelatie met de klinieken en beoordeelt dus ook dergelijke constructies. Op
dit moment wordt wel door mijn ambtenaren bekeken of er vanuit de bevoegdheid
van VWS aanpassingen nodig zijn om in de toekomst te voorkomen wat in
Amsterdam is gebeurd. Daarnaast wordt bekeken of voor deze sector de code
goed bestuur versneld kan worden ingevoerd.
Hoe oordeelt de staatssecretaris in het licht van bovenstaande vragen over de
kwaliteit van de controle die CvZ in de afgelopen jaren heeft uitgevoerd op
zorgvuldig bestuur en juiste bestedingen van subsidiegelden door de
Oosterparkkliniek?
Pagina 11 van 13
Ik heb geconstateerd dat er een vertraging is opgetreden in het afhandelen van de Ons kenmerk
subsidievaststellingen door problemen bij de reorganisatie. Hierdoor heeft het CvZ CB-U-2984320
bepaalde signalen te laat opgevangen en opgepakt.
U vraagt wanneer het verscherpt toezicht bij de kliniek ACSG/MR70 is begonnen.
De abortuskliniek MR70 heb ik met mijn beschikking van 19 december 2008 met
kenmerk PG/E-2902392 onder verscherpt toezicht gesteld en dit toezicht
opgedragen aan het CvZ. De kwalificaties van het CvZ komen voort uit het
volgende. Het CvZ heeft als uitvoerder van diverse subsidieregelingen een brede
en jarenlange ervaring op het gebied van subsidieverstrekking opgebouwd en is
vertrouwd met het beoordelen van de bedrijfsvoering door zorginstellingen. Dit
biedt het CvZ de mogelijkheid om als toezichthouder op te treden.
Kan de staatsecretaris toelichten welke gevolgen het onderbrengen van de
abortuskliniek in het Slotervaartziekenhuis kan hebben voor de toegankelijkheid
van deze zorg en op welke wijze zij hiermee omgaat?
De kliniek die zich het Slotervaartziekenhuis wil vestigen moet voldoen aan de
criteria uit de Waz. Deze criteria hebben onder meer betrekking op de
toegankelijkheid van de kliniek, zoals verwijzing, anonimiteit etc,. Ik ga er vanuit
dat de nieuwe kliniek evenals de andere klinieken in Nederland laagdrempelig is.
De Inspectie zal bij haar advies voor de vergunningverlening hier zeker op ingaan.
De SGP fractie
De fractie van de SGP vraagt mij naar de wettelijke basis van mijn
verantwoordelijkheid voor de abortushulpverlening. Ik verwijs hiervoor naar mijn
antwoord aan de CDA fractie. Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit artikel 22
van de Grondwet en de Waz.
De fractie vraagt voorts naar een spreidingsbeleid. De spreiding van de
abortusklinieken in Nederland is historisch gegroeid. Er zijn nu in de
subsidieregeling 17 klinieken opgenomen, maar de wet kent geen mogelijkheden
voor spreidings- en capaciteitsbeleid.
Ten aanzien van uw vraag naar het belonen van mismanagement het volgende.
Het mismanagement is bij beide klinieken niet beloond. ACSG/MR70 heeft het
bestuur in 2009 moeten vervangen. CvZ is begonnen met de afbouw van de
kliniek en deze zal eind 2010 zijn voltooid. De Dr. Frans Wong kliniek is nog
verwikkeld in een bezwaarprocedure met het CvZ. Of hier sprake is van
mismanagement staat dus nog niet vast. Toch is ook het oude bestuur, dat de
problemen heeft veroorzaakt, inmiddels vervangen door nieuwe bestuurders.
Ik wil de suggestie van de SGP-fractie dat er geen geld beschikbaar is voor
vrouwen die problemen hebben met hun zwangerschap bestrijden.
Abortusklinieken en ook huisartsen verwijzen bij twijfel over een eventuele
abortus door naar instanties als het FIOM of het reguliere hulpverleningscircuit
Bovendien is voor de tienermeisjes in 2009 veel extra geld beschikbaar gesteld. Ik
begrijp dat de SGP-fractie liever spreekt over hulpverlening aan vrouwen die
problemen ervaren bij hun zwangerschap dan over abortushulpverlening. Ik denk
dat het belangrijk is dat een vrouw die ongewenst zwanger is een goed gesprek
heeft met een arts over deze ongewenste situatie en op basis van uitgebreide
voorlichting een weloverwogen keuze kan maken om de zwangerschap al dan niet Pagina 12 van 13
uit te dragen. Uiteraard is het daarnaast belangrijk dat er voldoende opvang is als Ons kenmerk
een vrouw de zwangerschap wil uitdragen, maar hierbij problemen ondervindt. CB-U-2984320
Over de vraag van de SGP-fractie ten aan zien van het gebruik van de
terminologie `continueren van abortushulpverlening' in relatie tot de
wetsgeschiedenis van de Wet afbreking zwangerschap (Waz) het volgende. Met de
inwerkingtreding van de Waz is een einde gekomen aan een uitvoerig
maatschappelijk debat over de status van abortus. Men vond en vindt abortus een
maatschappelijk geaccepteerde vorm van zorg. Dit is neergelegd in de Waz en
het Baz en ik heb als staatssecretaris, met abortus in mijn pakket, de
verantwoordelijkheid deze vorm van zorg te continueren.
De criteria die ik heb gebruikt bij mijn overwegingen in Amsterdam heb ik
uitvoerig behandeld bij de vragen van de CDA-fractie. Ik wil hier nogmaals
benadrukken dat met het verdwijnen van beide klinieken in Amsterdam 20% van
het landelijke zorgaanbod zou verdwijnen en dat dit niet meteen elders kon
worden opgevangen. Als zich ergens in Nederland opnieuw een probleem zou
voordoen bij een abortuskliniek dan zal ook daar gekeken worden of de
continuïteit van de zorg gevaar loopt.
De SGP-fractie vraagt of de eerdere steunverleningen aan de Kamer zijn gemeld.
Dit is niet het geval geweest. In 2006 en 2008 zijn voor de steunverlening gelden
aangewend die nog paste binnen de totaalbegroting van de abortusfinanciering.
Bovendien zou het gaan om een incidentele uitgave. Op basis van de toen
beschikbare gegevens was de verwachting dat de moeilijke financiële situatie van
de kliniek was opgelost. Echter de problemen bleken een structureel karakter te
hebben. Nu de beleidsregels ten aanzien van instellingen in financiële problemen
zijn aangescherpt en de problemen bij ACSG/MR70 structureel bleken te zijn, was
het noodzakelijk andere maatregelen te nemen. Gelet op het specifieke karakter
van de subsidieregeling en vanuit mijn verantwoordelijkheid voor een
toegankelijke en kwalitatief verantwoorde abortushulpverlening heb ik deze
maatregelen moeten treffen en heb ik de Kamer daarover geïnformeerd.
De SGP-fractie vraagt naar de mogelijkheid tot voorlopige voorziening in relatie
tot het oordeel van het CvZ. Ik deel de mening van de fractie dat het gebruikelijk
is een voorlopige voorziening aan te vragen als er zich een direct belang voordoet
in een bezwaarfase. De Dr. Frans Wong kliniek zat echter met het probleem dat
de bezwaren betrekking hadden op de oude bestuursleden. Zij hadden de
voorziening moeten aanvragen, maar hebben dat niet gedaan. Nadat de
bestuurswisseling had plaatsgevonden was er onvoldoende tijd om alle overdracht
die noodzakelijk was om naar de rechter te kunnen op tijd klaar te hebben. Gelet
op het feit dat de bezwaren op de beslissingen van het CvZ nog niet waren
afgehandeld heb ik gemeend dat het bestuurlijk ongebruikelijk is om een instelling
failliet te laten gaan op het moment dat de bewijsvoering nog niet heeft geleid tot
feitelijkheden. Met het innemen van deze positie heb ik niets gezegd over het
oordeel van het CvZ ten aanzien van de Dr. Frans Wong kliniek.
Pagina 13 van 13
---- --