Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
10 februari 2010
Vechtjassen zetten 'intellectuele' politici aan de kant
Militaire rouwdouwers namen in de derde eeuw het Romeinse rijk over. De senaat, de bestuurlijke elite van het Romeinse rijk, stond erbij en keek ernaar. Dat stelt NWO-onderzoeker Inge Mennen. Zij onderzocht de machtsverhoudingen in het Romeinse rijk tijdens de 'crisis van de derde eeuw'. De senatoren verloren wel hun militaire macht, maar behielden hun status. Ondertussen heersten de soldatenkeizers over het rijk.
Inge Mennen bestudeerde de levens van de meest vooraanstaande mannen uit de woelige derde eeuw om zo te ontdekken hoe de machtsverhoudingen in het Romeinse rijk verschoven. Intellectuelen en elite, zowel uit de orde van de senatoren als de orde van de ridders, werden geleidelijk vervangen door militaire professionals die als eenvoudige soldaten begonnen maar opklommen tot de hoogste rangen. Zij wisten uiteindelijk zelfs de keizerlijke macht te grijpen.
Macht in het Romeinse rijk was lange tijd in handen van de senatoren. Deze mannen waren afkomstig uit een beperkte groep rijke families. Ze hadden status en het netwerk om invloed uit te kunnen oefenen. Militaire ervaring kwam op de tweede plaats. De senaat was ook de kweekschool voor de toekomstige keizers: alleen mannen uit de ordo senatorius konden keizerskroon dragen. Tot de derde eeuw na Christus. Dan worden deze senatoren ruw opzij gezet door mannen van een heel ander allooi: soldatenkeizers uit de ridderorde. Aan het eind van de derde eeuw is het Romeinse rijk bijna onherkenbaar veranderd: keizer Diocletianus voert grootschalige hervormingen door. Hij reorganiseert het leger en deelt de macht met zijn belangrijkste generaal. Zo wordt het rijk praktisch in tweeën gedeeld. Hoe kon het Romeinse rijk in één eeuw zo veel veranderen?
Elite
In de derde eeuw stonden de Romeinse grenzen onder druk. Inge Mennen laat zien dat de keizers zich steeds langer en vaker bezighielden met de buitengebieden van het rijk en de daar toenemende oorlogsdreiging. De senatoren, met beperkte militaire ervaring, werden steeds vaker overschaduwd door militairen. Maar uit het onderzoek van Inge Mennen blijkt dat sommige senatoren de situatie juist in hun voordeel wisten te gebruiken. Zij behielden hun hoge sociale positie en breidden hun macht in de vreedzame gebieden van het rijk stilletjes aan uit. Ze verloren militaire macht maar floreerden op juridische, bestuurlijke en financiële posities. Benoemingen tot de senaat liepen via de keizer die de rijke elite van Rome zo eer kon bewijzen en tegelijk zijn eigen macht kon legitimeren.
Ridders
Ondertussen werden de mannen uit de ridderorde aan het begin van de tumultueuze crisiseeuw langzaam uit Rome verdreven. Lange tijd bekleedden zij vooral adviesposities aan het keizerlijk hof. Maar met het vertrekken van de keizer naar de oorlogsgebieden, en de toenemende macht van de slinkse senatoren, werd deze groep overbodig. Dat liet de ridders één alternatief: een militaire carrière. Veel beroepssoldaten zagen daarnaast kans om via een loopbaan in het leger op te klimmen tot de ridderorde. Zo veranderde het gezicht ervan. Het Romeinse rijk in oorlog maakte gretig gebruik van de groeiende groep militairen: zij adviseerden de keizer en bestuurden de grensgebieden. De ridders die in het Romeinse leger hun sporen hadden verdiend rezen zelfs tot de rang van keizer, een eer die tot dan toe was voorbehouden aan de senatoren.
Keizers
De senatoren hielden de teugels in handen in Rome, het oude machtscentrum van het rijk, terwijl de ridderorde de periferie van het rijk steeds vaster in haar klauwen kreeg. Juist in die periferie kwam de prioriteit te liggen, in de gebieden van het rijk die bevochten moesten worden. Om die gebieden onder controle te houden hadden de keizers een militaire achtergrond nodig. Ze besteedden ook een steeds groter deel van hun dag aan krijgszaken. Hierdoor zagen zij zich vaak genoodzaakt om andere taken af te stoten. Tijdens een absoluut dieptepunt waren keizers zelfs gedwongen om delen van het rijk af te stoten.
De oude keizerlijke dynastieën werden in de derde eeuw niet meer in ere hersteld. In plaats daarvoor kwamen de soldatenkeizers: machtige generaals die met de steun van hun troepen het keizerschap voor korte tijd in handen kregen. Tot de volgende ambitieuze generaal. Militaire en civiele taken kwamen in handen van twee compleet verschillende groepen, totdat ze formeel werden gescheiden door keizer Diocletianus. De hervormingen van deze keizer zijn volgens Inge Mennen niet zo radicaal als ze op het eerste gezicht lijken. De levenswandel van de machtige mannen uit de derde eeuw laat zien dat veel veranderingen al een ruime eeuw eerder in gang waren gezet. Diocletianus zette ze op papier, maar helemaal vernieuwend waren zijn ideeën niet.
Levensgeschiedenis
Inge Mennen bestudeerde voor haar onderzoek de levens van leidende figuren uit de derde eeuw: keizers, senatoren, ridders. Door de verschillende levensgeschiedenissen met elkaar te vergelijken en met elkaar in verband te brengen, weet zij een uniek beeld te schetsen van een tijd waarin een wereldrijk van gezicht veranderde. NWO financierde haar unieke onderzoek binnen de Vrije competitie. Inge Mennen promoveerde op 9 februari aan de RU.
Over NWO
NWO is dé nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 700 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoekers en toponderzoek, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en aan instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van ruim 5300 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij.
---