Gerechtshof 's-Gravenhage


Strafkamer aangevallen voorzitter teruggetreden

Den Haag, 9 februari 2010 - De leden van de strafkamer van het Gerechtshof 's-Gravenhage, waarvan de voorzitter tijdens de zitting van vrijdag 29 januari jl. aangevallen is door de verdachte, hoeven de zaak op hun verzoek niet zelf voort te zetten. Het hof zal een nieuwe kamer samenstellen om de strafzaak te behandelen. Dat is het gevolg van de beslissing van 9 februari 2010 van de wrakings- en verschoningkamer van het Gerechtshof 's-Gravenhage.

De verschoningskamer is van oordeel dat de voorzitter en de beide raadsheren, na het gewelddadige incident van de verdachte tegen de voorzitter op de zitting van 29 januari 2010, de behandeling van de zaak op correcte wijze hebben voortgezet. Er is geen sprake van een optreden of houding van de betrokken raadsheren waardoor de verdachte kon menen dat het hof niet (meer)onpartijdig was of de schijn daartoe heeft gewekt. Ná het verschoningsverzoek hebben de raadsheren nog een faxbericht van de advocaat ontvangen, dat in samenhang met de voorgeschiedenis, maakte dat zij zich niet meer vrij voelden de zaak verder te behandelen. Dat is een gerechtvaardigde grond om het verschoningsverzoek alsnog toe te wijzen. De raadsman van de verdachte was, hoewel correct opgeroepen, bij de behandeling ter zitting niet aanwezig. De raadsman is telefonisch aangezegd onmiddellijk ter zitting te verschijnen toen bleek dat hij op zijn kantoor aanwezig was.

Verdere ontwikkelingen
Het optreden van de advocaat in deze strafzaak kan tuchtrechtelijk worden onderzocht. Daartoe zal een klacht worden ingediend.

Gelet op de aanwezigheid van het openbaar ministerie en de politie bij het incident ter terechtzitting is voor het instellen van een vervolging van de aanval van de verdachte op de voorzitter geen aangifte nodig.

LJ Nummer

BL2959
Zie het origineel

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage Datum actualiteit: 9 februari 2010 Naar boven