Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid van Gerven (SP)
over het opvolgen van richtlijnen door huisartsen (ingezonden 12 januari 2010).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid van Gerven over het opvolgen van
richtlijnen door huisartsen. (ingezonden 12 januari 2010) 2010Z00369.
1
Wat is uw reactie op het artikel "Huisarts in spagaat tussen richtlijn en
tijdgebrek"? 1)
1
NHG-standaarden zijn algemeen bekend onder huisartsen en breed geaccepteerd.
Dit blijkt uit de toepassing: huisartsen volgen de richtlijnen uit standaarden
blijkens de Tweede Nationale Studie in 70% van de gevallen, internationaal en
ook vergeleken met andere Nederlandse richtlijnprogramma's een hoog
percentage. Richtlijnen zijn bedoeld als ondersteuning van huisarts en patiënt in
het individuele consult om tot een goede beslissing te komen. De uiteindelijke
keuze komt tot stand na afweging van de individuele situatie van de patiënt en de
randvoorwaarden waarin de huisarts verkeert. Dit betekent dat niet alle
aanbevelingen door alle huisartsen in alle omstandigheden kunnen worden
gevolgd.
Verder kan bij de richtlijnen onderscheid gemaakt worden tussen belangrijke
(kernrichtlijnen) en minder belangrijke richtlijnen in een NHG-standaard. Het
volgen van een richtlijn met betrekking tot het adequaat behandelen van de
bloeddruk bij mensen met Diabetes Mellitus bijv. is van meer belang dan het
volgen van een richtlijn voor een controle termijn van bijv. twee weken: wanneer
de controle door omstandigheden plaatsvindt na drie weken wordt de richtlijn niet
precies gevolgd, maar is de kwaliteit van zorg minder in het geding.
Uit onderzoek is bekend dat er meerdere barrières zijn om de richtlijnen uit te
voeren. In het algemeen kan worden opgemerkt dat tijd, acceptatie, positieve
beloning en `ruimte' in de praktijkvoering voor verandering en vernieuwing de
implementatie sterk bevorderen. Ook zijn eigenschappen van de richtlijnen erg
belangrijk, bijv. in welke mate richtlijnen aansluiten bij de praktijk.
Bij de NHG ligt de laatste jaren het accent op het actualiseren van de bestaande
Standaarden.
2
Hoe beoordeelt u de beschreven situatie dat huisartsen niet altijd richtlijnen
opvolgen? Welke gevolgen heeft dit voor de kwaliteit van de geboden zorg?
2
Richtlijnen vormen geen minimumnorm waar in alle omstandigheden aan kan
worden voldaan, maar vertegenwoordigen een streefnorm. Ze dienen dus `in het
algemeen' te worden opgevolgd. Dit laat onverlet dat er patiënten en/of situaties
zijn waarbij de richtlijnen niet kunnen worden gevolgd, bijvoorbeeld afhankelijk
van de leeftijd van de patiënt of het feit dat ook andere ziekten in het spel zijn.
3
Ziet u de situatie dat huisartsen met name de tijdrovende richtlijnen niet
opvolgen, als een indicatie van de werkdruk van huisartsen? Zo nee, welke
oorzaken ziet u dan wel voor deze situatie? Zo ja, ziet u die werkdruk als een
probleem?
3
Zoals bij vraag 1 aangegeven is werkdruk slechts één van de factoren die van
invloed zijn op het navolgen van de richtlijnen. Daarnaast zijn er andere barrières
die niet van organisatorische aard zijn, maar te maken hebben met de situatie
rondom de patiënt of de houding van de huisarts met betrekking tot de richtlijnen.
Overigens dateert het onderzoek waar het artikel op is gebaseerd uit de periode
2000-2002. Inmiddels beschikt circa 80% van de huisartsenpraktijken over een
POH. Deze POH is een belangrijk deel van de gewenste zorg voor mensen met
chronische aandoeningen voor zijn/haar rekening gaan nemen. Dit heeft erin
geresulteerd dat bijvoorbeeld de kwaliteit van de zorg voor mensen met diabetes
2 is verbeterd, ondanks de verdubbeling van het aantal mensen met deze
aandoening in het afgelopen decennium. De bekostiging van de
praktijkondersteuner zal in 2010 deels via keten-DBC's van chronisch zieken en
deels via de reguliere financiering plaatsvinden. Vanaf 2011 kan de POH via de
module P&I worden gefinancierd. Dit is een belangrijke vooruitgang bij de
ondersteuning van de huisartsen.
Om de toenemende druk op de eerste lijn als gevolg van de vergrijzing verder het
hoofd te kunnen bieden wordt in toenemende mate afstemming gezocht tussen
huisartsen en andere disciplines. Voor specifieke chronische aandoeningen worden
daarbij de zorgstandaarden gevolgd, waarvan de NHG-richtlijnen onderdeel
uitmaken.
4
Bent u bereid een uitgebreid en representatief onderzoek te doen naar het
opvolgen van richtlijnen door huisartsen en hun redenen daarvoor, en daarbij de
praktijkgrootte en praktijkomstandigheden te betrekken om zodoende het
navolgen van richtlijnen te kunnen bevorderen? Zo nee, waarom niet?
4
Het volgen van de ontwikkelingen in de huisartsenzorg is van belang voor het
vergroten van de kennis en ervaring met betrekking tot (onder andere) het
implementeren van richtlijnen in de praktijk. Het Landelijk Informatie Netwerk
Huisartsenzorg (LINH) voorziet voor een belangrijk deel in deze behoefte. Zo zien
wij bij sommige indicatoren zoals het voorschrijven van cholesterolverlagers bij
hart- en vaatziekten duidelijk dat de afgelopen jaren meer volgens de richtlijn
worden gehandeld (zie www. nivel.nl/linh). Bij de meeste indicatoren ten aanzien
van het voorschrijven ven geneesmiddelen zien wij echter weinig verandering (zie
Volkers, A., Dijk, L. van, Wolters, I., Bakker, D. de formularia in de
huisartspraktijk; gebruik en het opvolgen van adviezen. Utrecht: NIVEL, 2008, 77
p.) Aangezien de nadruk steeds meer komt te liggen op de samenwerking in de
eerstelijnszorg rondom chronisch zieken, is het wenselijk om het gebruik van
ketenzorg (mede aan de hand van de zorgstandaarden) te monitoren.
Ik ben in overleg met het NIVEL om na te gaan of een Landelijk Informatie
Netwerk Eerste Lijn hiervoor ontwikkeld kan worden.
1) www.nivel.nl, 6 januari 2010
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport