verslag Afghanistan conferentie in Londen
Kamerbrief inzake verslag Afghanistan conferentie in Londen
Kamerbrief | 4 februari 2010
In vervolg op de brief met kenmerk DVB/CV-022/2010 van 21 januari jl.
en het algemeen overleg dat wij met uw Kamer voerden op 26 januari
jl., willen wij u, mede namens de minister van Defensie, middels deze
brief op de hoogte stellen van onze appreciatie van de uitkomsten van
de conferentie over Afghanistan, die op 28 januari jl. in Londen
plaatsvond.
Zoals in de hierboven genoemde brief vermeld, waren de
hoofdonderwerpen van de conferentie veiligheid, ontwikkeling en goed
bestuur, en regionale samenwerking. Het belangrijkste resultaat van de
conferentie is mede daarin gelegen dat consensus is bereikt over de
voorwaarden voor transitie en overdracht van verantwoordelijkheden aan
de Afghaanse regering en over steun voor Afghaanse plannen voor
verzoening en reïntegratie. Transitie en verzoening/reïntegratie waren
ook overkoepelende thema's die in de interventies van de ruim 70
deelnemende landen en organisaties terugkwamen, zowel tijdens de
sessie over veiligheid, als bij de sessie over ontwikkeling en
bestuur, en de sessie over regionale samenwerking. Ook president
Karzai besteedde in zijn openingstoespraak aandacht aan de samenhang
tussen deze thema's.
De president kondigde de instelling van een nationale raad aan die het
vredesproces en initiatieven op het gebied van reïntegratie en
reconciliatie moet gaan vormgeven. Een vredesconferentie
(`vredesjirga') zou dit voorjaar op dit vlak concrete vooruitgang
moeten boeken. Volgens de president zou deze vredesjirga tussen nu en
zes weken moeten plaatsvinden. In dit kader noemde de president koning
Abdullah van Saudi-Arabië, die, naar hij hoopte, Afghanistan zou gaan
assisteren om het proces in goede banen te leiden. Het feit dat de VN
Veiligheidsraad vijf voormalige Taliban-aanhangers van de
VN-sanctielijst van resolutie 1267 had geschrapt, werd in dit kader
niet alleen door Karzai, maar door meerdere aanwezigen verwelkomd. Van
Nederlandse zijde werd deze ontwikkeling ook gesteund, maar is
benadrukt dat behoedzaam gehandeld moet worden in dezen en dat alle
personen individueel bekeken moeten worden. Verzoening mag niet leiden
tot straffeloosheid.
De eerste pledges voor een reïntegratie trustfund kwamen o.a. van
Japan (USD 50 miljoen in 2010) en Australië (USD 25 miljoen in 2010).
Enkele andere landen, waaronder Nederland, verwelkomden de
initiatieven op dit vlak, maar wachten de precieze modaliteiten van
het reïntegratieprogramma en het fonds af, alvorens eventueel tot
financiering over te gaan. Nederland wees in dit kader op de risico's
van corruptie en het feit dat reïntegratie niet uitsluitend als een
economisch probleem gezien moest worden. Immers, aanhangers van de
Taliban worden niet slechts gedreven door financieel gewin, maar ook
door een gemarginaliseerde positie, corrupte bestuurders en oude
lokale conflicten. Deze problematiek, inclusief transitional justice,
kan hierbij niet worden genegeerd.
De uitbreidingsdoelstelling van de omvang van het Afghaanse leger tot
171.600 en van de politiemacht tot 134.000 in 2011 kon eveneens op
brede steun rekenen. Deze werd gezien als noodzakelijk om op termijn
ook over te kunnen gaan tot de verantwoorde overdracht van meer
verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid aan de Afghaanse
autoriteiten. Dit proces zou eind 2010, begin 2011 kunnen aanvangen en
op kleine schaal lokaal al dit jaar tot concrete resultaten kunnen
leiden. Deze ontwikkeling moet, zoals ook president Obama heeft
aangekondigd, in 2011 een begin van terugtrekking van elementen van
ISAF mogelijk maken. Voor een duurzame overdracht van
verantwoordelijkheden is echter een verbetering van het openbaar
bestuur en een krachtige aanpak van de corruptie van minstens even
groot belang.
Op ontwikkelingsgebied werd onder het Heavily Indebted Poor Countries
initiatief een kwijtschelding van USD 1,6 miljard aangekondigd,
hetgeen de totale schuldverlichting van Afghanistan op USD 11 miljard
brengt. Het Internationaal Monetair Fonds zal een nieuw
landenprogramma voor Afghanistan opzetten. Het verhogen van
belastinginkomsten en de noodzaak van exploitatie van natuurlijke
hulpbronnen in dat kader werden door president Karzai met name
genoemd. Vanuit het oogpunt van het vergroten van het ownership van de
Afghaanse regering werd overeengekomen over twee jaar minstens 50% van
de ontwikkelingshulp aan Afghanistan via de Afghaanse overheid en
multidonor trustfunds te laten lopen. Uiteraard blijft een dergelijke
ontwikkeling afhankelijk van significante vooruitgang op het gebied
van corruptiebestrijding.
Over goed bestuur, dat door de deelnemers als voorwaarde voor duurzame
vooruitgang op alle andere onderwerpen (zoals veiligheid en
reïntegratie) werd gezien, kondigde de Afghaanse regering aan dat voor
de volgende conferentie in Kabul een begin gemaakt zou worden met de
implementatie van het beleidskader voor lokaal bestuur. Nog voor het
einde van 2011 zullen 12.000 ambtenaren opgeleid worden om specifiek
lokale en districtsbesturen te versterken. Ook maatregelen om
corruptie te bestrijden, met als speerpunt de versterking van een
onafhankelijk High Office for Oversight en de instelling van een
Monitoring and Evaluation Mission, werden verwelkomd, waarbij veelal
de aantekening werd gemaakt dat niet slechts de oprichting van
structuren de oplossing voor corruptie dichterbij bracht, maar het
werkelijk onafhankelijk en effectief optreden van zulke instellingen.
Ten aanzien van de rechten van vrouwen werden de implementatie van het
National Action Plan for Women of Afghanistan en de inwerkingtreding
van de Elimination of Violence against Women Law aangekondigd.
Nederland heeft specifiek aandacht gevraagd voor dit thema tijdens de
conferentie, evenals de Verenigde Staten. Ook zal de National Drugs
Control Strategy in 2010 herzien worden. Dit onderwerp kreeg eveneens
aandacht in de discussie over regionale samenwerking. Hierbij werd met
name verwezen naar het regionale actieplan dat de Shanghai Cooperation
Organization (SCO) in maart 2009 in Moskou aannam en het werk van de
UNODC (VN Office on Drugs and Crime). Over regionale samenwerking in
het algemeen werd in meerdere interventies teleurstelling uitgesproken
over het uitblijven van concrete initiatieven, hoewel de regionale top
die Turkije daags voor de conferentie had georganiseerd, verwelkomd
werd. Iran zegde op het laatste moment af voor de conferentie in
Londen, naar verluidt omdat die in Teheran teveel werd gezien als
gedomineerd door de Verenigde Staten. De aanwezigheid van Iran in
Istanbul op de regionale conferentie duidt er echter op dat ook Iran
belang hecht aan meer regionale samenwerking.
Hoewel het aantal concrete resultaten beperkt was en nadere uitwerking
van hetgeen in het communiqué is vastgelegd in de komende maanden als
de kabinetsformatie in Afghanistan afgerond is vorm moet krijgen, is
Nederland van mening dat het netto resultaat van deze conferentie toch
redelijk positief is. Het communiqué is als bijlage bij deze brief
gevoegd. Het feit dat de Afghaanse regering, hoewel gehinderd door
beperkte capaciteit en een korte voorbereidingstijd, een veelheid aan
beleidsinitiatieven heeft ontwikkeld, is zeer bemoedigend. Hoge
Vertegenwoordiger van de VN Kai Eide, voor wie dit de laatste
conferentie was in zijn huidige functie, stelde zelfs dat de
internationale gemeenschap nog veel te leren had van de strategische
lessen die de Afghaanse regering zich al eigen gemaakt leek te hebben.
Hij wees de internationale gemeenschap op het gevaar slechts meer van
hetzelfde te doen, in plaats van keuzes te maken en de Afghaanse
regering in staat te stellen werkelijk leiderschap te tonen.
De regering is verheugd over het feit dat de gigantische uitdagingen
voor de komende periode - veiligheid, reconciliatie, reïntegratie,
economische ontwikkeling, regionale samenwerking, goed bestuur,
anti-corruptie - door alle betrokkenen in samenhang gezien worden. De
dilemma's en uitdagingen van Afghanistan in hun onderlinge samenhang
bezien ligt ook ten grondslag aan de 3 D-benadering van Nederland in
Uruzgan en de Nederlandse inzet voor deze conferentie: zonder goed
bestuur geen transitie en duurzame overdracht van
verantwoordelijkheden, zonder krachtig anti-corruptie beleid geen goed
bestuur, zonder economische ontwikkeling en aanpak van de corruptie
geen duurzame reïntegratie, zonder transitional justice geen
vredesproces. Een en ander laat onverlet dat slechts resultaten
tellen. Daarvoor zijn de aangekondigde vredesjirga in het voorjaar en
de daarop volgende conferentie in Kabul belangrijke mijlpalen.
Nederland zal in contacten met internationale partners en de Afghaanse
regering blijven aandringen op werkelijke vooruitgang en blijven
wijzen op de gemaakte afspraken. De centrale rol van UNAMA en de nieuw
benoemde opvolger van Kai Eide, de Zweed Staffan de Mistura, zullen
onmisbaar blijven in de ondersteuning van de Afghaanse regering en de
coördinatie van de inspanningen van de internationale gemeenschap.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De MInister voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
Ministerie van Buitenlandse Zaken