Beantwoording vragen van het lid De Roon over het bericht dat
minderheden in Iran worden vervolgd op basis van hun religie.
Kamerbrief inzake Beantwoording vragen van het lid De Roon over het bericht
dat minderheden in Iran worden vervolgd op basis van hun religie.
Kamerbrief | 1 februari 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid De Roon over het bericht dat minderheden in Iran
worden vervolgd op basis van hun religie. Deze vragen werden
ingezonden op 15 januari 2010 met kenmerk 2010Z00714.
De MInister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid De Roon (PVV) over het bericht dat minderheden in
Iran worden vervolgd op basis van hun religie.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht "Persecution of Religious
Minorities in Iran"? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit bericht en welke actie wilt u naar aanleiding
hiervan ondernemen?
Vraag 3
Heeft u in de afgelopen periode de positie van religieuze minderheden
in Iran aan de orde gesteld? Welke resultaten heeft dit opgeleverd?
Betoont Iran zich gevoelig voor internationale kritiek hieromtrent?
Vraag 4
Hoe gaat Nederland de komende tijd deze kwestie in internationale fora
aan de orde stellen?
Vraag 5
Bent u bereid - zo mogelijk ook in internationaal verband - de nu
aangeduide vervolgingen te benutten als handvat om de
godsdienstvrijheid van religieuze minderheden aan de orde te stellen
bij de Iraanse autoriteiten? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord
Ik deel uw zorgen omtrent de positie van etnische en religieuze
minderheden in Iran en het proces dat op 12 januari jl. van start is
gegaan tegen leiders van de Baha'i gemeenschap in Iran. Zoals
opgenomen in de mensenrechtenstrategie is het uitgangspunt van
Nederland dat ieder individu het fundamentele recht toekomt om zijn of
haar geloof in alle vrijheid te belijden, om van geloof te veranderen
of om geen religieuze levensovertuiging aan te hangen. De regering
heeft de Iraanse autoriteiten dan ook veelvuldig in VN-kader,
EU-verband en bilateraal gewezen op hun internationale
verantwoordelijkheden en verplichtingen op dit vlak.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties nam op 18 december
jl., met Nederlandse co-sponsoring, wederom een mensenrechtenresolutie
aan waarin aandacht wordt gevraagd voor de zorgelijke positie van
etnische en religieuze minderheden in Iran en de Baha'i in het
bijzonder. Nederland had eerder in de nationale verklaring van de
Mensenrechtenraad expliciete zorgen geuit over het proces tegen
leiders van de Baha'i gemeenschap.
De Hoge Vertegenwoordiger bracht op 12 januari jl. namens de EU een
verklaring uit over het proces tegen de zeven Baha'i. Iran wordt
daarbij opgeroepen het eveneens door Iran geratificeerde
Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, in
het bijzonder het recht op vrijheid van denken, geweten en godsdienst,
volledig na te leven. Daarnaast werd Iran opgeroepen onafhankelijke
waarneming van de rechtszaken toe te staan, gearresteerde leden van de
Baha'i gemeenschap vrij te laten en de vervolging van deze gemeenschap
te beëindigen. De Europese Raad uitte op 10-11 december jl. eveneens
ernstige bezorgdheid over de aanhoudende mensenrechtenschendingen in
Iran en onderstreepte dat de EU de Iraanse overheid zal blijven
herinneren aan zijn internationale verplichtingen.
Ook bilateraal worden veelvuldig zorgen geuit. Net als in andere
EU-hoofdsteden, zijn op 25 januari jl. aan de Iraanse ambassadeur
zorgen overgebracht over recente mensenrechtenschendingen in Iran.
Daarbij is het proces tegen de zeven leiders van de Baha'i gemeenschap
expliciet opgebracht en is Iran gewezen op zijn internationale
verplichtingen.
De regering volgt de ontwikkelingen nauwgezet en zal de gezamenlijke
druk op Iraanse autoriteiten zo lang als noodzakelijk voortzetten.
Bijlagen
1) U.S. Department of State, 11 januari 2010: "Persecution of
Religious Minorities in Iran"
http://www.state.gov/r/pa/prs/ps/2010/01/135064.htm
Pagina 3 van 3
Ministerie van Buitenlandse Zaken