Antwoord op Kamervragen over kosten Koninklijk Huis
Kamerstuk | 08-02-2010
De minister-president heeft vragen beantwoord van Tweede Kamerleden
Van Raak (SP) en Van Gent (GroenLinks) over de kosten van het
Koninklijk Huis.
Graag bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Raak (SP) over de kosten van het Koninklijk
Huis.
De vragen werden mij op 29 januari toegezonden onder nummer
2010Z01807.
DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
---
Vraag 1
Hoe verklaart u de verschillen in kosten tussen het Koninklijk Huis in
Nederland, een kleine 40 miljoen euro, en de uitgaven aan het
Koninklijk Huis in vergelijkbare landen als België, Denemarken en
Zweden, die minder dan 15 miljoen euro zouden kosten? 1)
Vraag 2
Hebben deze verschillen in uitgaven vooral te maken met verschillen in
personeelskosten?
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat een beoordeling van de uitgaven aan het
Koninklijk Huis alleen gemaakt kan worden in vergelijking met de
kosten van vergelijkbare koningshuizen?
Vraag 4
Kloppen de cijfers in het onderzoek van de Belgische politicoloog
Herman Mathijs? Zo nee, kunt u mij dan de juiste cijfers geven van de
kosten van het Koninklijk Huis in België, Denemarken,
Groot-Brittannië, Luxemburg, Noorwegen, Spanje en Zweden?
Antwoord 1 t/m 4
Het onderzoek van de Belgische hoogleraar Matthijs dat de basis vormt
van het genoemde bericht in vraag 1 toont aan dat internationale
vergelijking nauwelijks mogelijk is omdat de definities vaak
verschillend zijn. Of zoals de Belgische hoogleraar Matthijs zelf
aangeeft in zijn onderzoek: "alleen Nederland en het Verenigd
Koninkrijk hanteren een transparant systeem om te weten wat de totale
kost is van de leden van de Koninklijke familie. Dit geeft in de
praktijk een veel groter bedrag als totale kost van de monarchie en
maakt vergelijkingen erg moeilijk"2).
Vraag 5
Wanneer ontvangt de Kamer het eerste jaarverslag van het Koninklijk
Huis? Bent u bereid dit jaarverslag op zodanige wijze in te richten
dat de Kamer inzicht krijgt in de verschillende activiteiten die voor
de verschillende soorten van uitgaven zijn verricht, inclusief
beveiliging, staatsbezoeken en onderhoud van paleizen?
Antwoord
Het jaarverslag over de begroting 2010, dat op de derde dinsdag in mei
van 2011 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, zal het eerste
jaarverslag zijn dat conform de nieuwe opzet van de begroting de
Koning zal plaatsvinden. Het jaarverslag zal daarbij één op één
aansluiten bij de begroting. De opzet van de begroting de Koning is
met de uitdrukkelijke goedkeuring van de Tweede Kamer tot stand
gekomen en in navolging van mijn brief over de nieuwe opzet van
begroting I van de Rijksbegroting (Tweede Kamer, vergaderjaar
2008-2009, 31 700 I, nr. 5), gebaseerd op de aanbevelingen van de
Stuurgroep herziening stelsel kosten Koninklijk Huis onder
voorzitterschap van de voormalige minister van Financiën dr. G. Zalm.
Bij de aanbevelingen is toegelicht dat de uitgaven voor beveiliging,
staatsbezoeken en instandhouding van monumenten (paleizen) niet op de
begroting de Koning worden geraamd en verantwoord, maar binnen andere
begrotingen worden verantwoord en toegelicht.
1) de Volkskrant, 27 januari 2010: "Koningin iets goedkoper geworden"
2) De kostprijs van de monarchie in Europa, Prof. dr. Herman Matthijs
(VUB), januari 2010, pag. 14.
---
----
Graag bied ik u hierbij aan de antwoorden op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Gent (Groen Links) over de kosten van het
Koningshuis.
De vragen werden mij op 28 januari toegezonden onder nummer
2010Z01679.
DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
---
Vraag 1
Kent u het bericht 1) dat het Nederlands Koningshuis het op één na
duurste Koningshuis van Europa is?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich uw toezegging 2) dat u de kosten, verbonden aan het
Koningshuis zult onderzoeken en meenemen in de brede heroverweging? Zo
ja, bent u daar inmiddels, zoals toegezegd, persoonlijk mee bezig?
Vraag 3
Ziet u in deze berichten aanleiding om extra kritisch te kijken naar
de aan het Koningshuis verbonden kosten?
Antwoord 2 en 3
In het debat naar aanleiding van de behandeling van de begroting van
de Koning 2010 op 8 oktober 2009 heb ik aangegeven, dat net als alle
andere begrotingen, ook begroting I in het kader van de
heroverwegingen, kritisch zal worden bezien. De uitkomsten zullen
worden betrokken bij het opstellen van de Voorjaarsnota 2010. Daarbij
zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over de overwegingen die
daarbij door het kabinet zijn gemaakt. Deze toezegging zal ik dan ook
gestand doen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het wenselijk is om een kritische analyse uit te
voeren waarom Koningshuizen elders in Europa, met uitzondering van
Groot-Brittannië, veel voordeliger uitvallen?
Antwoord
Het onderzoek van de Belgische hoogleraar Matthijs dat de basis vormt
van het genoemde bericht in vraag 1 toont aan dat internationale
vergelijking nauwelijks mogelijk is omdat de definities vaak
verschillend zijn. Of zoals de Belgische hoogleraar Matthijs zelf
aangeeft in zijn onderzoek: "alleen Nederland en het Verenigd
Koninkrijk hanteren een transparant systeem om te weten wat de totale
kost is van de leden van de Koninklijke familie. Dit geeft in de
praktijk een veel groter bedrag als totale kost van de monarchie en
maakt vergelijkingen erg moeilijk" 3).
1) Nu.nl, 26 januari 2010: "Nederlands Koningshuis bijna duurste
Europa" en RTL Nieuws, 26 januari 2010
2) Handelingen II, 2009-2010, nr. 12, blz. 933
3) De kostprijs van de monarchie in Europa, Prof. dr. Herman Matthijs
(VUB), januari 2010, pag. 14.
Ministerie van Algemene Zaken