Nieuw-Vlaamse Alliantie


Amper helft Franstalig politiepersoneel kent Nederlands (08/02/10)

Recent stelden Franstalige toppolitici van zowel MR als PS dat de onveiligheid in Bussel beter aangepakt zou kunnen worden als er minder taalvereisten zouden worden opgelegd aan de politieagenten. Uit cijfers van N-VA-Kamerlid Ben Weyts blijkt echter dat het nú al pover gesteld is met de kennis van het Nederlands in het Brussels politiekorps. Amper de helft van het Franstalig politiepersoneel in Brussel kent Nederlands. Weyts stelt voor dat er een bonus-malus systeem komt: meer loon voor wie de andere landstaal kent, minder loon voor wie ze niet kent.

Nochtans werd met de politiehervorming de verplichte tweetaligheid van alle agenten van de Brusselse politiezones ingevoerd. Om praktische redenen werd voorzien in een overgangsregeling van vijf jaar. Die verstreek op 1 april 2006, ondertussen bijna vier jaar geleden. Pogingen om deze overgangsperiode nog te verlengen werden door het Grondwettelijk Hof, na een beroep van de N-VA, vernietigd. Dat betekent dat sinds het aflopen van de overgangsperiode alle personeelsleden van de Brusselse politiezones wettelijk tweetalig moeten zijn.

De realiteit is anders. Dat valt af te leiden uit recente cijfers die Kamerlid Ben Weyts kreeg van Minister van Binnenlandse Zaken Turtelboom. De cijfers geven het aandeel van personeelsleden per taalgroep dat recht heeft op een taalpremie wegens kennis van de andere landstaal. Eenieder die een bewijs heeft van de elementaire kennis van de andere landstaal (dus niet eens een grondige kennis), heeft recht op die premie, een zeer aantrekkelijke bonus die kan oplopen tot een paar honderd euro per maand.

En toch blijkt dat op een totaal van 5.666 personeelsleden van de Brusselse politie nog steeds 30 % geen Nederlands kent. Kijken we enkel naar het Franstalig politiepersoneel, dan blijkt amper de helft (51 %) Nederlands te kennen. Bij de Nederlandstalige personeelsleden ligt de tweetaligheid op 83,2 %.

Splitsen we de cijfers uit tussen het operationele personeel en het administratief en technisch personeel (Calog), dan zien we dat het bij deze laatste groep met de tweetaligheid het allerergst is gesteld. Bij het operationele personeel heeft 85 % van de Nederlandstaligen (1681 op 1988) recht op een taalpremie, tegenover 58 % van de Franstaligen (1614 op 2803). Bij het Calog-personeel is dat 68,9 % van de Nederlandstaligen (133 op 193), tegenover slechts 23,8 % van de Franstaligen (162 op 682). Dus nog geen kwart van het Franstalig administratief en technisch politiepersoneel kent Nederlands.

Enkele uitschieters bevestigen dat er nog zeer veel werk is om de wettelijke tweetaligheid van de Brusselse politie te garanderen. Van het Franstalige Calog-personeel in de zone
Ukkel/Watermaal-Bosvoorde/Oudergem heeft slechts 13,8 % recht op de taalpremie, tegenover 66,6 % van de Nederlandstaligen. In de zone Montgomery (Etterbeek/Sint-Pieters-Woluwe/Sint-Lambrechts-Woluwe) is de verhouding 19 % tegenover 50 %. Bij het operationele personeel van de zone Brussel-Zuid (Anderlecht/Sint-Gillis/Vorst) heeft 49,3 % van de Franstaligen en 88 % van de Nederlandstaligen recht op de premie.

Voor Weyts kan er dan ook geen sprake zijn van een verdere versoepeling van de taalregels: Wat er moet komen is niet minder, maar meer tweetaligheid. We zitten nu al in een situatie van wetteloosheid. En dat men niet afkomt met de moeilijkheidsgraad van de examens, die zijn al versoepeld. Ik ga er van uit dat Franstaligen niet dommer zijn dan Vlamingen en dus evengoed kunnen scoren op de taalexamens, zegt de N-VAer uit Brussel-Halle-Vilvoorde. Concreet stelt hij voor dat het bonussysteem van de taalpremie wordt aangevuld met een malussysteem voor wie tegen de wet in de andere landstaal niet kent. Nieuwe recruten moeten vanzelfsprekend slagen in het taalexamen. Brussels N-VA-voorzitter Karl Vanlouwe ziet de bonus-malus zitten: De Franstalige politici moeten beseffen dat ze met hun acties en eisen steeds meer het hoofdstedelijk statuut van Brussel op de helling zetten. Daarmee bewijzen ze ook hun eigen kiezers geen dienst."

Auteur:
Ben Weyts, Kamerlid N-VA
Karl Vanlouwe, Voorzitter N-VA Brussel

Meer informatie:
Contactpersoon: Valerie Van Peel, Fractiewoordvoerder N-VA Telefoon: 02/219 49 30
Fax: 02/217.35.10
E-post: valerie.vanpeel@n-va.be
Url: www.n-va.be