Datum 8 februari 2010
Betreft Vragen van het lid Bosma (PVV) over column Elsbeth Etty
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Bosma (PVV) van uw
Kamer over het artikel "Respect voor het echte gezag" (ingezonden 29 januari
2010).
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2010Z01809.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
na 1 van 2
Pagi
Antwoord op de vragen van het lid Bosma (PVV) aan de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap over het artikel `Respect voor het echte gezag'
(Ingezonden 29 januari 2010).
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel `Respect voor het echte gezag'?
Ja.
2
Deelt u de mening van de auteur, mevrouw Etty, dat `Nederland wordt wakker'
associaties oproept met `Deutschland Erwache' of speelt zij in op angstgevoelens?
3
Deelt u de mening van mevrouw Etty, in het hetzelfde artikel, dat het programma
wellicht een vehikel wordt van een `charismatisch leider'?
Mevrouw Etty geeft in haar column `Respect voor het echte gezag' van 26 januari
2010 haar mening over voorgenomen programma's van de publieke nieuwkomers
PowNed en WNL. Zij baseert haar mening op de veronderstelling dat de
journalistieke onafhankelijkheid van het media-aanbod niet via de Mediawet is
verzekerd. Allereerst wil ik deze misvatting graag rechtzetten.
Artikel 2.1 lid 1d van de Mediawet 2008 bepaalt dat het media-aanbod van de
publieke mediadiensten onafhankelijk is van commerciële invloeden, en
behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloed. Artikel 2.1
lid 1e bepaalt dat het publieke media-aanbod voldoet aan hoge journalistieke en
professionele kwaliteitseisen.
Artikel 2.88 lid 2 van de Mediawet 2008 bepaalt dat alle publieke media-
instellingen een redactiestatuut opstellen. Lid drie van hetzelfde artikel bepaalt
dat dit redactiestatuut de journalistieke rechten en plichten bevat van de
werknemers, waaronder in elk geval waarborgen rond journalistieke deontologie
en kwaliteit, en waarborgen voor redactionele onafhankelijkheid ten opzichte van
adverteerders, sponsors en anderen die bijdragen hebben verstrekt voor de
totstandkoming van media-aanbod.
Artikel 3.5 lid 2 bepaalt dat ook commerciële media-instellingen zorgen voor de
totstandkoming van een redactiestatuut waarin de journalistieke rechten en
plichten van de werknemers worden geregeld.
De onafhankelijkheid van de omroepen is kortom een groot en kostbaar goed in
Nederland. In de Mediawet is daarom ook de programmatische autonomie van
omroepen geregeld. De omroepen zelf zijn verantwoordelijk voor de vorm en
inhoud van de programma's die zij maken. De overheid bemoeit zich hier niet
mee. Het is dus ook niet aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
om er zijn mening over te geven.
Pagina 2 van 2
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap