Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2010Z00488
Antwoorden op vragen van het lid Biskop (CDA) aan de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, mw. Van Bijsterveld-Vliegenthart, over de bestrijding van
schoolverzuim in Amsterdam. (Ingezonden 13 januari 2010)
1
Bent u bekend met de bestuurlijke rapportage over het schooljaar 2008-2009 van het Bureau
Leerplicht Plus Amsterdam, waarin wordt geconcludeerd dat een aantal doelstellingen om het
spijbelen terug te dringen niet is gehaald?
· Ja.
2
Wat vindt u ervan dat het Bureau Leerplicht Plus, dat nog maar twee jaar in functie is, reeds
nu de wijze van rapporteren wijzigt (p. 3)? Zou het wellicht meer vanzelfsprekend zijn
geweest als het bureau vanaf het begin had gerapporteerd over het daadwerkelijke aantal
verzuimers? Heeft u zich door dergelijke werkwijzen wel een reëel beeld kunnen vormen over
de feitelijke omvang van schoolverzuim in Nederland? Zo niet, bent u dan bereid landelijk
een gedegen en uniforme registratiewijze in te voeren?
· Zoals u weet ben ik als staatssecretaris van Onderwijs verantwoordelijk voor het
stelsel van de leerplicht. De colleges van B&W zijn belast met het toezicht op de
naleving van de Leerplichtwet. Zij kunnen hier binnen de kaders van de wet verder
zelf invulling aangeven. Het is dan ook aan het Bureau Leerplicht Plus en de gemeente
Amsterdam om afspraken te maken over de wijze van rapporteren.
· In mijn brieven van 2008 en 2009 over schoolverzuim (Tweede Kamer, vergaderjaar
2007-2008, 26 695, nr.53 en Tweede Kamer 2008-2009, 26 695, nr.63) heb ik u de
landelijke cijfers gerapporteerd. Deze worden door CFI verzameld, waarmee ik een
reëel beeld heb van de omvang van het schoolverzuim. Ik zal u ook dit voorjaar weer
informeren over de landelijke cijfers.
3
Wat is uw mening over de ontwikkeling dat mbo-instellingen het verzuim beter registreren?
Hoe beoordeelt u evenwel de vaststelling van de rapportage dat in Amsterdam in het mbo nog
niet alle verzuim wordt gemeld (p. 5, 43)? Geldt voor alle mbo-instellingen in Nederland dat
zij de verzuimmelding nog niet naar behoren uitvoeren?
· In mijn brief van maart 2009 ( Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 26 695, nr.63)
heb ik u geïnformeerd over het onderzoek van de onderwijsinspectie naar de mate
waarin scholen in het VO en het BVE verzuim en voortijdig schoolverlaten tijdig
melden. Hieruit kwam naar voren dat er zich met name in het BVE nogal wat
problemen voordeden. Ik heb u toen ook gezegd dat dit mij zorgen baart en voor mij
onacceptabel is. Ik heb u toegezegd hierover afspraken te maken met de MBO Raad.
In samenwerking met o.a. de MBO Raad en de Inspectie hebben wij in het najaar van
2009 vijf voorlichtingsmiddagen in het land georganiseerd gericht op rmc-
functionarissen en de mbo-instellingen waar het belang van het tijdig melden van
verzuim en de regelgeving uitgebreid aan de orde is geweest. De mbo-instellingen
werken nu aan verbetering van het melden en de Inspectie doet dit jaar wederom
onderzoek naar het meldgedrag.
· Verder maak ik het instellingen makkelijker om verzuim te melden. In mijn brief aan u
(Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 26 695, nr.63) heb ik de introductie
aangekondigd, per 1 september 2009, van het digitaal loket voor het melden van
verzuim. Ook informeerde ik u in genoemde brief over de uniformering van de
meldtermijnen.
· Door de invoering van de kwalificatieplicht hebben met name de mbo-instellingen
meer met de registratie van verzuim te maken dan voorheen. Er wordt nu hard
gewerkt om de registratie van het verzuim te verbeteren en de spijbelaars sneller
achter de broek te zitten. Met de invoering van het digitaal verzuimloket gaat dit
melden eenvoudiger en gaat zo de registratie met sprongen vooruit. Hierdoor neemt
ook het zichtbare verzuim toe. Op dit moment duid ik de stijging in verzuim dan ook
als het zichtbaar worden van het daadwerkelijk verzuim. Het rapport van Amsterdam
vermeldt dat de registratie van verzuim op de Amsterdamse scholen nog niet
voldoende op orde is. Dit moet beter, maar laat onverlet dat het verzuim beter in zicht
is en daardoor de begeleiding van de spijbelaars beter wordt. Hierdoor vallen minder
jongeren uit. Dit is bijvoorbeeld te zien in de daling van 37 % van het aantal voortijdig
schoolverlaters in het VO en MBO in Amsterdam.
4
Deelt u de mening dat de resultaten van de rapportage zorgwekkend zijn? Geeft de situatie in
Amsterdam aanleiding om ons ernstige zorgen te maken over de landelijke situatie inzake
schoolverzuim? Bent u van plan op dit gebied extra maatregelen te nemen, dan wel een
klemmend beroep te doen op alle betrokken partijen om zo tot verbetering te komen?
· De gemeente Amsterdam maakt serieus werk van bestrijding van verzuim door
allereerst de grootte van het probleem zichtbaar te maken. Dit doen ze door veel
aandacht aan verzuimmeldingen te geven, o.a. door de 100% acties. Door een betere
registratie komt de omvang van het probleem beter in beeld. Dit leidt in eerste
instantie tot een toename van het aantal meldingen, waarna er gerichte vervolgacties
kunnen worden ondernomen.
· Zoals ik in de brieven van 2008 en 2009 over schoolverzuim (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2007-2008, 26 695, nr.53 en Tweede Kamer 2008-2009, 26 695, nr.63)
heb aangegeven is de stijging van verzuim een landelijke trend. Ik beschik op dit
moment nog niet over de landelijke cijfers over het schooljaar 2008-2009. Ik
informeer u over de stand van zaken in het voorjaar 2010. Ik heb eerder gemeld dat de
stijging mijns inziens te verklaren is, doordat er de laatste jaren meer aandacht is voor
het onderwerp. De invoering van het digitaal loket, de harmonisatie van de
meldtermijnen en een betere registratie door instellingen verklaren een stijging van de
cijfers.
· Verder merk ik op dat ik de scholen en gemeenten op dit moment de kans wil geven
de verbeteringen door te voeren. Ik verwacht hiervan de komende jaren effecten in de
cijfers te zien. De rapportage van Amsterdam maakt wel duidelijk dat verzuim onder
jongeren de komende jaren onze aandacht blijft vragen.
5
Deelt u de mening dat het in Amsterdam met 122% gestegen luxeverzuim (p. 43)
verontrustend is, dat ouders met deze vorm van verzuim een volstrekt onwenselijk signaal
afgeven en dat ze daarvoor slagvaardig beboet moeten worden, zodat in elk geval een
goedkope vakantie buiten het hoogseizoen onaantrekkelijk wordt?
· Dit betreft de stijging van luxeverzuim in het VO. De gemeente Amsterdam geeft aan
dat dit te verklaren is door de luxeverzuimacties die zij heeft gehouden in het VO.
· De gemeente Amsterdam pakt de bestrijding van luxeverzuim voortvarend op door bij
luxeverzuim direct proces-verbaal op te maken. Bij het nalaten van betaling komt de
zaak voor bij de kantonrechter.
· Tegen al het ongeoorloofde verzuim, ook het luxe, moet worden opgetreden. De wet
biedt daar op dit moment voldoende mogelijkheden toe.
6
Vraagt het gegeven dat vooral leerlingen uit niet westerse allochtone groepen veel verzuimen
(p. 20) en vaker uitvallen (p. 49) een specifiek op deze doelgroepen toegesneden aanvalsplan
tegen spijbelen en schooluitval en bent u bereid een dergelijk plan te lanceren, zodat ook deze
leerlingen worden behoed voor een mislukte loopbaan?
· Vanuit de rijksoverheid voeren wij geen doelgroepenbeleid op het terrein van
bestrijden van verzuim. De verstevigde verzuimaanpak die de afgelopen jaren is
ingezet, geldt voor alle jongeren, zonder uitzondering. Dit neemt niet weg dat
gemeenten dit wel kunnen doen indien zij dit nodig achten. De aanpak op het terrein
van de Leerplicht is op gemeentelijk niveau maatwerk.
· De gemeente Amsterdam geeft aan naar aanleiding van de cijfers nader onderzoek te
hebben verricht naar de uitval van Antilliaanse en Arubaanse leerlingen, bij deze
groep was een grotere uitval zichtbaar. De uitkomsten van dit onderzoek hebben
volgens Amsterdam niet geleid tot bijstelling van het beleid.
1) Bureau Leerplicht Plus Gemeente Amsterdam, Bestuurlijke Rapportage Schooljaar 2008-
2009