Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum 5 februari 2009
Betreft Beantwoording Kamervragen van leden Van Dijk en Van Stiphout
(beiden CDA) over afstroom naar mbo
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Van Dijk en Van
Stiphout (beiden CDA) over het afstromen van studenten van hbo naar mbo.
De vragen zijn mij toegezonden met uw brief met kenmerk 2009Z2504
(ingezonden op 18 december 2009).
Met vriendelijke groet,
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
na 1 van 2
Pagi
2009Z25024
Vragen van de leden Jan Jacob van Dijk en Aasted-Madsen-van Stiphout (beiden
CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het afstromen
van studenten van hbo naar mbo. (Ingezonden 18 december 2009)
1
Kunt u naar aanleiding van uw antwoorden op eerdere schriftelijke vragen over
het afstromen van studenten van hbo naar mbo uiteenzetten hoeveel studenten
er vorig studiejaar vanuit het tweede of derde leerjaar hbo zijn overgestapt naar
het mbo?
1)
Antwoord
In het studiejaar 2008-2009 zijn 837 studenten van het hbo naar het mbo
afgestroomd, waarvan het overgrote deel (810) voltijdse (en dus
studiefinancieringgerechtigde) studenten betreft (bron: database DUO).
2
Hoeveel studenten zijn in het vorige studiejaar na afronding van een mbo-studie
gestart met een hbo-studie, dus met andere woorden hoeveel studenten
gebruiken meer dan vier jaar studiefinanciering en een OV-kaart?
Antwoord:
In 2008 zijn 22.661 geslaagden van het mbo direct aansluitend gestart met een
hbo-studie. Daarnaast zijn 6.657 mbo-ers in 2008 met een hbo-studie gestart die
in eerdere jaren hun mbo-diploma hebben behaald.
3
Zou niet het ontbreken van een afstroommogelijkheid zonder zware financiële
consequenties juist leiden tot strategische keuzes en zullen studenten kiezen voor
de veilige route mbo en daarna hbo, dat uiteindelijk de overheid veel meer kost?
Antwoord:
Uit de cijfers blijkt niet dat studenten een strategische keuze maken door
veelvuldig de veilige route van havo-mbo-hbo te kiezen (bron: CFI). Bij
vergelijking van de deelname van de leerroutes havo-mbo-hbo, vmbo-mbo-hbo
en havo-hbo blijkt dat de leerroute havo-mbo-hbo zeer ongebruikelijk is. In 2009
heeft slechts 1 procent van de eerstejaars hbo deze route gevolgd en dit aandeel
is de afgelopen vier jaar stabiel gebleken. 26 procent van de eerstejaars hbo-
studenten heeft in 2009 de route vmbo-mbo-hbo gevolgd en 37 procent van de
eerstejaars hbo-studenten de route havo-hbo.
4
Bent u bereid uw eerdere antwoord in heroverweging te nemen en uw antwoord
op deze vraag toe te lichten?
Antwoord:
Ik blijf bij het antwoord dat ik op 1 december 2009 heb gegeven.
1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 840
2
Pagina van 2