KPMG
Collegevorming moet op alle fronten veel professioneler
08|02|10 - Professionalisering van zowel de vorming, de personele
invulling en de kwaliteiten van het gemeentelijke bestuur als de wijze
van samenwerking is, gezien de groei, onvermijdelijk.
De collegevorming binnen Nederlandse gemeenten moet veel
professioneler. De vorming van colleges na de
gemeenteraadsverkiezingen is binnen een groot aantal gemeenten al
jaren een spel dat uitsluitend bepaald wordt door de macht van de
getallen en de aspiraties van gemeenteraadsleden om na jaren van
trouwe dienst in de raad op die wethouderszetel te komen. Al ver voor
de verkiezingsdatum worden in het algemeen op basis van politieke
peilingen prognoses gemaakt voor de nieuwe zetelverdeling en afspraken
gemaakt over mogelijke samenwerking in een nieuw college.
Gezien de groei van gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden, de
groei van de budgetten, de taakstellingen voor de colleges in de
komende collegeperiode en de steeds grotere transparantie die van
bestuurders wordt gevraagd, is professionalisering van zowel de
vorming, de personele invulling en de kwaliteiten van het
gemeentelijke bestuur als de wijze van samenwerking onvermijdelijk.
Dit blijkt uit onderzoek van KPMG en GITP onder Nederlandse gemeenten.
"De aanpak van de vorming van het college binnen gemeenten vereist
veel meer structuur dan de laatste decennia het geval is geweest",
constateert Ids Algera van KPMGs Public Sector. Algera: "In de rest
van onze maatschappij weten we hoe je succesvolle teams maakt en wat
de basisvoorwaarden voor succesvolle bestuursteams zijn. Het is van
groot belang deze voorwaarden ook te hanteren bij de onderhandelingen
over een nieuw college. Om te komen tot de collegevorming zullen eerst
concrete afspraken gemaakt moeten worden over het proces.
Vervolgens moeten gesprekken worden gevoerd over de inhoudelijke
aspecten van samenwerking in een college en het programma. Daarna komt
het aantal wethouders aan de orde en de verdeling van de
beleidsterreinen over de wethoudersportefeuilles. Tot slot moet worden
vastgesteld welke eisen deze portefeuilles stellen aan de personen die
de functies gaan vervullen en kan worden gezocht naar geschikte
kandidaten in de kring van de partijen die deelnemen aan het college.
Die kunnen iemand uit eigen kring voorstellen, maar sinds de invoering
van het dualisme ook een wethouder van buiten de gemeente."
Het is volgens Hans van der Molen van GITP essentieel dat de nieuwe
wethouders zeer zorgvuldig worden gekozen. Van der Molen: "In het
bedrijfsleven wordt voor hogere bestuursfuncties vrijwel altijd een
profiel opgesteld en wordt een assessment opgenomen in het
selectietraject. Dat moet ook bij nieuwe wethouders gebeuren. Het
wethouderschap is immers een zware bestuursfunctie met een grote
financiële en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een indrukwekkend
CV en een goed gesprek blijven natuurlijk van belang, maar een
assessment dat laat zien hoe de kandidaat met lastige situaties omgaat
is van grote toegevoegde waarde.
Een evenwichtig profiel en een daarbijbehorend assessment meten de
vaardigheden en attitude van de kandidaat en niet alleen de
intellectuele vermogens. De wethoudersfunctie is de afgelopen decennia
aanzienlijk zwaarder geworden. Dit betekent dat ook de selectie
zwaarder moet worden. In de huidige tijd zijn een periode van hard
werken in de gemeenteraad en de interne partij-organisatie volstrekt
onvoldoende om een wethouderspositie te kunnen claimen. Een goed
politicus is immers niet per definitie een goed politiek bestuurder."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656
7039.
© 2010 KPMG N.V., registered with the trade register in the
Netherlands under number 34153857, is a subsidiary of KPMG Europe LLP
and a member firm of the KPMG network of independent member firms
affiliated with KPMG International Cooperative ('KPMG International'),
a Swiss entity. All rights reserved.