Een lijfarts of mantelregisseur voor iedereen
`Het probleem is dat de geneeskunde de mens in stukken
uiteenrijt', zegt hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp
die 8 februari de diesoratie houdt. Hij pleit voor een
geïntegreerde gezondheidszorg en een samenhangend mensbeeld.
`We lopen tegen de grens van de meerwaarde van specialisatie
aan.'
Afbeelding - Prof.dr. Rudi Westendorp: `We lopen tegen de grens
van de meerwaarde van specialisatie aan.'
Onderbelicht
Westendorp licht toe wat hij bedoelt met dat `uiteenrijten' en
geeft zijn diagnose van de geneeskunde van dit moment. `In de
jaren vijftig, zestig en zeventig hebben we enorm veel winst
behaald met specialisaties. Veel van de gezondheidsproblemen
hebben we opgelost, maar het leidt niet tot doorbraken bij
complexe problematiek. Dat is de huidige stand van zaken in de
geneeskunde en zoals die gedoceerd wordt. We hebben het over
nierziekten, hoge bloeddruk, oogkwalen, maar de geïntegreerde
geneeskunde is onderbelicht.'
Levensloopperspectief
Door de toename van de specialisatie ontstaat een centrifugale
beweging, stelt Westendorp. De samenhang tussen al de
verschillende componenten lijkt verloren te gaan en ouderen
hebben daar het meeste last van. `Er moet een nieuw vangnet
komen. Ik noem dat ouderengeneeskunde. We moeten toe naar een
omslag in het levensloopperspectief. En dat betekent ook een
omslag in de manier waarop we de geneeskunde bedrijven.' Zover
is het echter nog lang niet. Daarom biedt Westendorp aan de
Leyden Academy on Vitality and Ageing een een executive master
voor managers in de gezondheidszorg en een postinitiële master
voor jonge artsen. De laatste gaat komende september van start.
De masters bieden onderwijs dat binnen de bestaande instituties
nog niet gegeven wordt, en zijn daarmee uniek.
Afbeelding - De folder van de postinitiële master (pdf) voor
jonge artsen.
Waterdichte schotten
In de master voor jonge artsen is veel aandacht voor de
biologie van het verouderingsproces, dat nauw aansluit bij
Westendorps eigen evolutionair gerichte onderzoek. Daarnaast
richt de master zich op de geneeskunde van oude mensen en het
sociale perspectief van de hoge leeftijd. `Zelfs tussen - en
binnen - de traditionele specialisaties als geriatrie en
gerontologie, zitten waterdichte schotten', zegt Westendorp.
`Ik wil laten zien dat er meerwaarde te halen valt, als je alle
aspecten bij elkaar pakt.' Waar zijn studenten uiteindelijk
terechtkomen, maakt hem niet zoveel uit. `Deze problematiek is
overal waar geneeskunde is. De oogarts snijdt en die ziet
alleen maar oude mensen, de internist ook en de huisarts op een
gegeven moment ook. Dat komt omdat de grote medische problemen
van de jonge en middelbare leeftijd grotendeels zijn opgelost.'
Meerwaarde
Toch zal Westendorp de laatste zijn om te ontkennen dat
specialisatie heeft geleid tot een toename van de
levensverwachting. Hij tekent een grafiek om zijn betoog te
illustreren. `Je kunt je, bij jonge mensen, goed voorstellen
dat de meerwaarde toeneemt met de toename van de investeringen.
Maar op een gegeven moment wordt een plafond bereikt. Voor oude
mensen geldt natuurlijk ook dat die meerwaarde toeneemt, maar
die bereikt een optimum en neemt vervolgens af. Als het
merendeel van de medisch problemen in de categorie `jong' zit,
weet je als maatschappij wat je moet doen: investeren in
specialistische zorg. Maar als het omgekeerd het geval is,
moeten we de afnemende meerwaarde door specialistische zorg
zien te voorkomen.'
Oplossing
De vraag wat volgens hem de oplossing voor dit probleem is,
irriteert Westendorp, hoewel hij erkent dat het een terechte
vraag is: `Het eerste deel van de oplossing is dat we erkennen
dat het zo is. En dat doen we nog niet. Ik word erop afgerekend
dat ik niet met een oplossing kom, terwijl de mensen het
probleem nog niet eens zien. Je moet voor een patiënt kunnen
herkennen wanneer het optimum van de meerwaarde bereikt is. Dan
moet je een besluit kunnen nemen wat je wel doet en wat je
achterwege laat. Zo moeilijk is dat niet. Je constateert
bijvoorbeeld dat je met vijf specialisten aan het dokteren bent
en dan moet je besluiten eens de koppen bij elkaar te steken.
Oude mensen herkennen dit; die bezoeken een hele week allerlei
gezondheidswerkers en vragen zich af, wat zij er, als
patiënten, wijzer van worden.'
Kwaliteit
Iemand moet dan de regie nemen, vindt Westendorp. `Dat moet een
dokter zijn namens de patiënt: een `lijfarts'. Die luistert
naar de patiënt. Hij constateert dat niet alles haalbaar is, en
hij maakt uit naam van de patiënt keuzes. En voor mensen die de
lijfarts niet meer zelf kunnen aansturen, moet er een
mantelregisseur komen.' De kwaliteit van de zorg staat daarbij
voor Westendorp voorop: `Ik ben van mening dat alles wat je in
de zorg professionaliseert, enkel van inferieure kwaliteit is.
Als je een dementerende met zijn partner thuis kan houden, is
het nog goedkoper ook. Dat is een mooie bijkomstigheid, maar
het gaat me om de verhoging van de kwaliteit.' De
mantelregisseur moet de problemen goed kunnen herkennen en
verwoorden én hij moet goed kunnen regelen. De eerste rol kan
volgens Westendorp goed door familieleden worden opgepakt.
`Maar om iets in de gezondheidszorg voor elkaar te kunnen
krijgen, heb je vaak een professional nodig. In Nederland kan
dat heel goed de huisarts zijn.'
Links
+ Leyden Academy on Vitality and Ageing
+ Prof.dr. Rudi Westendorp op Leidse wetenschappers
Profileringsgebied
Health, prevention and the human life cycle
Eerder in de Universitaire nieuwsbrief
+ Huisarts moet wetenschappelijk in het leven staan (13 oktober
2009)
+ Sporen van hongerwinter op genetisch materiaal (30 oktober
2008)
+ Mens te ingewikkeld voor bijna-onsterfelijkheid (27 november
2007)
+ De eeuwige jeugd (6 maart 2007)
(2 februari 2010/SH)
Nieuwsredactie - 02/02/2010
Universiteit Leiden