Naaste medewerker Rwandese presidentskandidate gearresteerd in Kigali


RWANDA, 20100207 -- Gisterochtend, 6 februari 2010, is Mr. Joseph Ntawangundi gearresteerd in zijn woning in Kigali. Joseph Ntawangundi is de naaste medewerker van Victoire Ingabire, de lijsttrekker van oppositiepartij UDF en beoogd presidentskandidate.

De arrestatie volgt op beschuldigingen in dagblad The New Times dat Ntawangundi tijdens de genocide twee studenten zou hebben gedood. Hij werd bij verstek veroordeeld door een Gacaca rechtbank tot 19 jaar gevangenisstraf.

The New Times probeert al vanaf de komst van Ingabire in Rwanda, half januari, haarzelf, haar medewerkers en haar partij in diskrediet te brengen. Zo werd onlangs ook de moeder van Ingabire er valselijk van beschuldigd misdaden te hebben gepleegd tijdens de genocide en daarvoor te zijn veroordeeld. Internationale persbureaus gebruiken deze krant als bron zonder de feiten te checken.

Dit zijn de feiten:
Joseph Ntawangundi verliet Rwanda in 1986 om in Polen te gaan studeren. Hij keerde in 1992 terug naar Rwanda om in Kigali te gaan werken voor CESTRAL. In 1993 verliet hij Rwanda weer om te gaan werken in Nairobi, Kenia. Hij werkte daar tot 2002 als onderzoeks- en opleidingsmanager voor ICFTU-AFRO, International Confederation for Free Trade Unions, African Regional Organisation.
Tijdens de genocide in 1994 woonde Ntawangundi een twee maanden durende training bij in Zweden voor zijn bedrijf, waarna hij naar Kenia terugkeerde.
Ntawangundi is nooit directeur van een school geweest in Gitwe.

Ingabire en haar medewerkers benadrukken dat er op dit moment een ware hetze tegen hen wordt gevoerd. Afgelopen woensdag nog werden Ingabire en Joseph Ntawangundi in een hinderlaag gelokt bij een gemeentelijk wijkkantoor in Kigali. Ingabire wist te ontkomen; Joseph Ntawangundi kreeg flinke klappen en werd meegenomen om een verklaring af te leggen. Vijf mensen werden gearresteerd.

Inmiddels zijn het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse ambassade in Kigali en de speciale EU-gezant voor het Grote Merengebied op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen.





Ingezonden persbericht