Rechtbank Leeuwarden


Ontslag wegens pakje shag houdt wel stand

De kantonrechter vindt dat een werknemer die pakjes shag van collega's heeft ontvreemd, terecht op staande voet is ontslagen.

De werknemer vindt een pakje shag in de rokersruimte en steekt dit bij zich. Naar eigen zeggen een "rokersautomatisme". Hij werd echter al in de gaten gehouden en het geval komt uit. De werknemer geeft toe dat hij vaker een pakje shag bij zich heeft gestoken, zonder dat hij ooit geprobeerd heeft de shag terug te bezorgen bij de rechtmatige eigenaar. De volgende dag is het voorval met hem besproken op het hoofdkantoor van de werkgever. Daarna is hij is door zijn werkgever op staande voet ontslagen.

De werknemer verzet zich tegen het ontslag en vordert in kort geding doorbetaling van zijn loon.

De kantonrechter vindt het ontslag juiste maatregel. Op grond van zijn eigen verklaringen is het duidelijk dat de werknemer wist dat hij fout zat. Dat de pakjes shag van betrekkelijk geringe waarde zijn, doet er niet af aan dat de werknemer deze verduisterd heeft. Bovendien wist de werknemer dat in het reglement van de werkgever staat dat diefstal tot ontslag op staande voet kan leiden. Door zijn handelwijze heeft hij ook zijn werkgever (een uitzendbureau) in diskrediet gebracht bij de inlener. Op grond van alle omstandigheden van dit geval hoefde de werkgever niet te volstaan met een lichtere sanctie dan ontslag op staande voet.

De uitspraak van de kantonrechter heeft tot gevolg dat de werkgever het salaris van de werknemer niet hoeft door te betalen. De uitspraak in dit kort geding (LJN: BL2328) heeft echter een voorlopig karakter; in een bodemzaak kan een ander oordeel worden geveld. Daarom heeft de werkgever de kantonrechter gevraagd de arbeidsovereenkomst te ontbinden, voor het geval het ontslag op staande voet in een bodemprocedure geen stand zou houden. Dit verzoek van de werkgever is tegelijk met het kort geding van de werknemer behandeld. De kantonrechter heeft het verzoek van de werkgever ingewilligd en de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd (LJN: BL2315). Daarbij is aan de werknemer geen vergoeding toegekend, omdat hij het einde van het dienstverband aan zichzelf te wijten heeft.

LJ Nummers


BL2328
BL2315

Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 5 februari 2010