ChristenUnie
Bijdrage Ed Anker debat modernisering gevangeniswezen
woensdag 20 januari 2010 15:30
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Op de agenda staan enkele
heel verschillende onderwerpen. Daaruit heb ik er een aantal gekozen.
Als eerste ga ik in op de medische diensten in de penitentiaire
inrichtingen. Het is goed dat naar aanleiding van inspecties van de
IGZ door de geïnspecteerde inrichtingen een plan van aanpak is
ingediend. De geïnspecteerde inrichtingen kwamen naar voren uit de
risicoscan die eerst werd uitgevoerd. Hoe zit het echter met de
niet-geïnspecteerde inrichtingen? Hoe leren zij van de les die uit
rapport naar voren komt? Beter gezegd, hoe worden zij aangezet tot het
verbeteren van knelpunten? Een ander punt hebben wij vorige week ook
al even gewisseld bij het AO over vreemdelingenbewaring. Ik kom daar
toch nog even heel specifiek op terug, omdat dit onderwerp nu hier op
de agenda staat. Het betreft de gang van zaken in
vreemdelingenbewaring. Het is volgens mij een regel dat gedetineerden
een medische check krijgen als ze binnenkomen. Hoe wordt daar precies
mee omgegaan in de vreemdelingenbewaring, zeker als het gaat om mensen
die in feite niets gedaan hebben? Die verwachten misschien ook niet
dat zij in detentie worden genomen. Hoe gaat een en ander als er
paniek is, of als er verschillen zijn in taal en cultuur? Op welke
manier komen die mensen aan de medische zorg die zij nodig hebben? Ik
noem nog even het voorbeeld van diegene die in vreemdelingenbewaring
werd genomen en een aantal dagen zonder aidsremmers bleef zitten,
terwijl hij deze wel nodig had. Uiteindelijk is een en ander gelukt,
maar daar was wel veel werk voor nodig. Kan of wil de staatssecretaris
garanderen dat het niet voorkomt dat vreemdelingen in bewaring
verstoken blijven van de benodigde medische zorg? Ik kom op het
onderwerp van de vrijwilligers. Daar heeft de staatssecretaris een
redelijk kort briefje over geschreven. Naar mijn idee was dat naar
aanleiding van een vraag van de heer Van der Staaij en mevrouw Van
Velzen bij de Justitiebegroting. Zoals ik het briefje -- en dat bedoel
ik niet denigrerend -- heb gelezen, is het in ieder geval een
erkenning van het waardevolle werk dat vrijwilligers gaan doen. Als ik
het goed begrijp, is het tevens een aankondiging van een redelijk
uitgebreide gespreksronde met verschillende vrijwilligersorganisaties
om te kijken hoe we elkaar meer tot een hand en een voet kunnen zijn.
Ik heb daar twee vragen bij. Wat verwacht de staatssecretaris precies
van de gesprekken die ze gaat voeren? Is er ook ruimte voor de
vrijwilligersorganisaties om zelf aan te geven waar zij behoefte aan
hebben en waar zij denken dat zaken beter kunnen? Het betreft
natuurlijk wel mensen die heel erg betrokken zijn bij de
gedetineerden. Op die manier zien zij ook heel veel over hoe een en
ander gaat in zo'n instelling. Bij het laatste onderwerp, de
gratieprocedure voor levenslanggestraften, wil ik vrij lang stilstaan.
Het is een ingewikkeld onderwerp en daarom heb ik daar een aantal
vragen over. De brief waarin de staatssecretaris ingaat op de
gratieprocedure en de wijzigingen in de tenuitvoerlegging van de
levenslange gevangenisstraf, heb ik met interesse gelezen. Het forum
"Humane tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf" is bij
de ChristenUnie op bezoek is geweest, maar ik vermoed bij meer
partijen achter deze tafel. Mijn fractie vindt het een ingewikkeld
ontwerp. Het is een moeilijke materie. Ik ben blij dat de
staatssecretaris op een meer op de doelgroep toegesneden wijze inhoud
gaat geven aan het verblijf van levenslanggestraften in een
penitentiaire inrichting. Ook levenslange gevangenisstraf moet immers
humaan ten uitvoer worden gelegd. Dat voor elke levenslanggestrafte
een persoonlijk detentieplan wordt opgesteld, is dan ook een goede
stap. Kan de staatssecretaris aangeven wat daarbij mogelijk is om te
komen tot een zinvolle dagbesteding? Ook voor de fractie van de
ChristenUnie geldt dat levenslang in beginsel levenslang is. Om te
kunnen spreken van een humane bejegening, moet er volgens het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens niet alleen juridisch maar ook
feitelijk enig perspectief op vrijheid zijn. De staatssecretaris stelt
zich op het standpunt dat de mogelijkheid van gratie een veroordeelde
een voldoende perspectief biedt op vrijlating. Toch roept de brief van
de staatssecretaris op dit punt nog wel een aantal vragen op. De
staatssecretaris stelt dat met het in 2005 verhogen van het maximum
van de tijdelijke gevangenisstraf van 20 naar 30 jaar het verschil met
levenslang minder groot is geworden. Volgens haar maakt de rechter
meer dan voorheen een weloverwogen keuze voor een levenslange
gevangenisstraf. Wat betekent dit echter voor de groep van
levenslanggestraften die vóór deze wetswijziging onherroepelijk
veroordeeld zijn? Klopt het dat dit 27 van de 28 onherroepelijk
veroordeelden betreft? Was een en ander dan minder weloverwogen, omdat
de keuze ging tussen een straf van feitelijk 13,4 jaar -- 20 jaar met
strafvermindering, zoals we dat toen nog hadden -- en levenslang?
Graag ontvang ik daar een toelichting op. Verder zou ik de
staatssecretaris willen vragen op welke wijze in de ons omringende
landen met de tenuitvoerlegging van levenslang wordt omgegaan. Ik maak
even een uitstapje naar een heel andere, maar toch enigszins
vergelijkbare situatie. Vanochtend hadden we een debat over de
fusietoets in het onderwijs en daar gaan we vanavond nog even mee
door. Daarin kwam de vraag aan de orde of in plaats van de minister
niet een onafhankelijke instantie zou moeten toetsen. In dit geval
ging het erom of scholen mogen samengaan. Om het risico van politieke
motivatie te beperken, zal de minister zich volgens dit wetsvoorstel
in alle gevallen laten adviseren door een onafhankelijke commissie.
Waar de minister voornemens is af te wijken van dit advies zal hij dit
slechts gemotiveerd kunnen doen. Daarenboven staat een bezwaar- en
beroepsmogelijkheid open voor de belanghebbenden die zich niet kunnen
vinden in de beslissing van de minister. Het betreffen stuk voor stuk
waarborgen die bij de gratieverlening op dit moment ontbreken. Ik
begrijp dan ook wel dat het forum "Humane tenuitvoerlegging van de
levenslange gevangenisstraf" de vraag opwerpt of de positie van degene
die de beslissing neemt niet politiek te kwetsbaar is. Graag ontvang
ik daar een reactie op van de staatssecretaris. Het is, zoals gezegd,
een moeilijk ontwerp. De ChristenUnie-fractie heeft het er uitgebreid
over gehad. Er kwamen daar best wel wat emoties los. Voor mijn fractie
is haar geloof daarin ook een heel belangrijke leidraad. Het is een
moeilijke vraag over hoe je humaan moet omgaan met mensen die een
samenleving zo veel kwaad hebben aangedaan. Zij moeten hun
verantwoordelijkheid nemen en daarmee hun straf dragen. Door al die
emoties heen staat de ChristenUnie-fractie voor de vraag hoe ook met
deze mensen op een menselijke manier om moet worden gegaan. Het forum
"Humane tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf" heeft de
vraag neergelegd om een toetsmoment te doen, ik meen met 20 jaar. Ik
ben er nog niet helemaal van overtuigd of dat het beste idee is. Ik
kan mij echter wel voorstellen dat -- als er na 20 jaar zo'n moment
aankomt -- de gedetineerde iets heeft om naartoe te leven. Diegene
heeft dan op zijn minst iets om zijn best voor te doen en om
verbetering te tonen binnen de beperkte mogelijkheden die hij heeft in
een gevangenis. Ik neem aan dat niet de bedoeling is dat levenslang 20
jaar wordt en dat daarmee de kans heel groot is dat je na 20 jaar van
je straf af bent. Het toetsmoment kan sec ontzettend veel betekenen
voor zo'n gedetineerde. Zou de staatssecretaris dat voorstel van het
forum toch nog eens een keer goed willen bekijken om een goed debat in
de Kamer op dat onderwerp mogelijk te maken? Ik zou heel graag willen
dat de staatssecretaris het beschouwt, maar ook bespreekt met een
aantal instellingen. Dat kan de Raad van Strafrechtstoepassing en
Jeugdbescherming zijn, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak,
maar ook heel expliciet een organisatie als Slachtofferhulp Nederland.
Die heeft er immers ook alle belang bij. Ik wil daar graag een reactie
op van de staatssecretaris.
De heer Jager (CDA): Ik onderschrijf datgene wat de heer Anker zei
over de inzet van vrijwilligers binnen het gevangeniswezen. Ik heb
daar eigenlijk nog wel een vraag bij naar aanleiding van het volgende.
Vrijwilligers kunnen een belangrijke rol vervullen bij de overgang van
de detentie naar de samenleving. Met name de geestelijke verzorging
speelt daarin een heel nadrukkelijke rol. Daar hebben we wel eens
vaker over gesproken. Is de heer Anker het ook met mij eens dat goed
vrijwilligersbeleid zo weinig mogelijk of geen beleid is? Dat is juist
ook om die vrijwilligers die ruimte te geven. Je moet hen niet gaan
afrekenen op allerlei prestatie-indicatoren. Die mensen doen het
immers vrijwillig. Kan de heer Anker deze mening met mij delen?
De heer Anker (ChristenUnie): De Kamer is heel erg goed in het
bedenken van regel, maar dat moet zij proberen zo min mogelijk te
doen. Dat is altijd een bijzondere opmerking binnen de vaste commissie
voor Justitie. Ik ben dat van harte eens met de heer Jager. Ik hoor
echter ook vaak, dat er veel goede of enthousiaste ideeën leven onder
vrijwilligers. Laatstgenoemden vinden het heel moeilijk om die ideeën
kwijt te kunnen. Regels en verordeningen zijn dan het meest verkeerde
wat je kan doen. Ik zou het echter heel fijn vinden als die mensen ook
dat enthousiasme kwijt kunnen en niet telkens de deksel op de neus
krijgen, waardoor ze langzamerhand wat teleurgesteld raken. Dat was
mijn intentie.
De heer Teeven (VVD): Ik heb die stukken van het forum ook gelezen. Ik
heb ook met Slachtofferhulp gesproken. We hebben in Nederland
natuurlijk een rechter die die levenslange gevangenisstraf uitspreekt.
Is de heer Anker ervoor dat we naast die rechter een tweede
onafhankelijke instantie die toets laten doen? Bij gratieverzoeken
wordt, behalve het Openbaar Ministerie, ook de rechter om advies
gevraagd. Het betreft dan de rechter die de straf heeft uitgesproken
en daar dan ook wat van moet vinden. Die procedure is natuurlijk
verankerd. De heer Anker geeft aan dat het voor zijn fractie nog niet
vaststaat, maar dat er wel wat voor te zeggen is. Zo vat ik zijn
betoog een beetje op. Dan creëer je dus naast die rechter, die die
straf heeft uitgesproken en ook toetst bij gratie, nog een instituut.
Zouden we dat nou wel moeten doen? Zouden we het niet gewoon bij de
rechter moeten laten -- ook als het gaat om dat gratieverzoek -- en
daarmee basta? In die zin spreekt het standpunt van de
staatssecretaris mij tot nu toe meer aan dan het betoog van de heer
Anker.
De heer Anker (ChristenUnie): Ik begrijp dat wel. Het was misschien
wel wat verwarrend dat ik die fusietoets erbij haalde. Ik zal dat niet
meer doen. De kritiek van het forum is dat de minister uiteindelijk de
knoop moet doorhakken. We hebben niet heel veel ervaring met
gratieverzoeken op dit moment. Althans, niet met gratieverzoeken die
zijn toegewezen. Ik sta er heel erg open voor de wijze waarop dat
soort dingen zouden moeten worden gedaan. Ik kan mij voorstellen dat
het niet verstandig is om daar weer een aparte club op te zetten. Ik
denk dat de rechter daar een belangrijke rol in speelt, al is het maar
omdat de rechter in eerste instantie de straf ook heeft uitgesproken.
Ik ga daar een heel eind met de heer Teeven in mee. Tegelijkertijd
moeten we wel tegemoet komen aan het bezwaar, dat -- omdat het
gratieverzoek uiteindelijk bij de minister ligt -- het altijd wel een
zweem houdt van enige politieke willekeur. Daar moeten we volgens mij
ook voorzichtig mee zijn. Daar wil ik vooral van af. We zijn er echter
nog lang niet aan toe om te bekijken hoe we dat precies gaan doen. Ik
vind het eerst belangrijk dat het principe van dit idee, dat het forum
"Humane tenuitvoerlegging van levenslange gevangenisstraf" ons heeft
aangedragen, iets meer voldragen tot ons komt en dat we het daar eens
goed over kunnen hebben. Daarom wil ik ook heel graag formeel de
reacties van een aantal belanghebbendenorganisaties.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA): Ik wil eerst graag een compliment maken
aan mijn collega van de ChristenUnie voor de manier waarop hij dit
heel ingewikkelde en zware onderwerp benoemt. Tegelijkertijd zegt hij
dat we niet in een soort pavlovreactie moeten schieten, maar dat we
daar een goed, rustig debat over moeten voeren. Het gaat hier immers
over mensen die iets heel ergs hebben gedaan en straf verdienen. Het
blijven echter ook mensen die op een humane manier ergens moeten
verblijven. Toch heb ik een vraag en ik hoop dat de heer Anker daar in
algemene termen op kan antwoorden. Hij heeft de optie geopperd waarbij
sprake is van een apart instituut dat daarover beslist. Het is
ingewikkeld als de minister dat moet doen. Wie zou dat dan moeten
doen? Vindt de heer Anker dan niet dat ook het slachtoffer daar
eventueel een rol in zou kunnen spelen?
De heer Anker (ChristenUnie): We hebben vreselijke debatten moeten
voeren over mensen als Saban B. Toen hebben we het er ook over gehad
dat het heel belangrijk zou zijn dat de eventuele risico's die
slachtoffers lopen worden meegenomen. Tegelijkertijd voeren wij hier
ook heel voorzichtige debatten over de positie van de slachtoffers in
het strafproces. Het is goed dat uiteindelijk een slachtoffer niet de
straf uitspreekt, maar dat een onafhankelijke rechter dat doet. Ik
denk wel dat de belangen van slachtoffers enorm zwaar moeten worden
meegewogen. Dat ben ik van harte eens met mevrouw Bouwmeester. Het kan
betekenen dat het slachtoffer -- als dat nog in leven is -- gehoord
moet worden. Ik denk dus wel dat daar absoluut een belangrijke rol is
weggelegd. Het forum geeft zelf ook aan dat er risicoinventarisatie
moet worden gedaan. Er moet rekening worden gehouden met hetgeen je de
samenleving aandoet als zo'n persoon weer terug zou komen. Ik zeg ook
helemaal niet dat die mensen terug zouden moeten komen in de
samenleving. Voor henzelf zou het echter wel heel veel betekenen als
daar een heel kleine mogelijkheid toe is.
Mevrouw Azough (GroenLinks): Ik ben het volledig eens met de heer
Anker dat we op een later moment misschien verder over dit onderwerp
moeten doorpraten, misschien met nog wat meer informatie en een iets
uitgebreidere brief van de staatssecretaris. Het Hof heeft besloten
dat het beleid zoals het in Nederland gevoerd wordt wel degelijk aan
de Europeesrechtelijke verdragen voldoet. Maar is het gratiebeleid de
facto ook gratiebeleid? Is de heer Anker het met mij eens dat de
staatssecretaris specifiek moet bekijken of dat gratiebeleid in
concreto openingen biedt tot gratie?
De heer Anker (ChristenUnie): De klacht van onder andere ook het forum
is dat het er enigszins op lijkt dat het gratiebeleid in Nederland op
slot zit. Een reden zou kunnen zijn dat een en ander politiek heel erg
kwetsbaar wordt op het moment dat je de minister daarvoor in positie
brengt. Ik vind het prima als de staatssecretaris daarnaar kijkt: dat
lijkt mij heel goed. Het gaat er uiteindelijk om dat we niet de
situatie krijgen waarin mensen zeggen: "Het maakt me niet uit of ik
nog eet of drink. Ik ben min of meer al dood. Laat mij hier maar
liggen." Dat zijn de verhalen die het forum mijn fractie vertelt. Ik
vind dat wel heel heftige verhalen. Ik ben het ook wel met de heer
Teeven eens dat je moet voorkomen dat je tegen zo'n gevangenisstraf
aanloopt. Ik heb ook duidelijk gezegd dat je verantwoordelijkheid voor
je daden moet dragen. In sommige gevallen betekent dat ook, dat je een
levenslange gevangenisstraf te verduren hebt. Ook wij zijn als
samenleving en beschaving geroepen om op een humane manier met deze
mensen om te gaan.
Mevrouw Azough (GroenLinks): Uit het antwoord van de heer Anker blijkt
dat hij eigenlijk af wil van het gratiebeleid -- of dat hij daar in
ieder geval over denkt -- aangezien het per definitie gekoppeld is aan
de persoon van de staatssecretaris of de minister.
De heer Anker (ChristenUnie): Je zou moeten kijken of je dat
gratiebeleid aan iemand anders zou kunnen geven of dat je het in ieder
geval onafhankelijker zou kunnen maken van politieke winden die er
waaien.
Tags
Ed Anker