Gemeente Hilvarenbeek
Collegebesluit kapaanvraag Dienst Landelijk Gebied
Op 2 februari 2010 heeft het college een definitief besluit genomen op
het verzoek van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) om kapvergunning te
verlenen voor 219 bomen in het gebied van landinrichtingsproject âDe
Hilverâ. Het college heeft besloten om voor 143 bomen kapvergunning te
verlenen. De gevraagde vergunning voor 75 bomen wordt geweigerd. Het
college heeft zijn besluit gebaseerd op de leeftijd en karakteristieke
en beeldbepalende waarde van de bomen en het verloop van het overleg
over compensatie. Over de weigering van kapvergunning voor 37 van deze
bomen bestond al overeenstemming tussen alle partijen (provincie,
landinrichtingscommissie en gemeente).
Om het landinrichtingsproject De Hilver (de ruilverkaveling) uit te
kunnen voeren overeenkomstig de wensen van de grondeigenaren in het
gebied vroeg de Land-inrichtingscommissie medio 2009 kapvergunning aan
voor 219 bomen. Het college sprak in oktober 2009 zijn voornemen uit
om - onder voorwaarden - vergunning te verlenen voor 118 bomen. De
gevraagde vergunning voor de kap van 101 bomen (nader onderzoek wees
uit dat het om 100 bomen gaat) werd geweigerd omdat het om waardevolle
bomen gaat.
De afspraak was namelijk dat waardevolle bomen in het gebied
gehandhaafd zouden blijven. Op de zogenoemde âvaste grenzenkaartâ
heeft de Landinrichtingscommissie in 2003 vastgelegd welke bomen
waardevol zijn en onder welke voorwaarden er gekapt mag worden. De
Landinrichtingscommissie heeft op basis van deze kaart contracten over
ruil en kavelaanvaarding afgesloten met grondeigenaren en daarop zijn
aanvraag voor kapvergunning gebaseerd. Gebleken is dat in sommige
gevallen afspraken zijn gemaakt die strijdig zijn met de kaart en uit
een nadere inventarisatie is verder gebleken dat de gezamenlijk
vastgestelde vaste grenzenkaart onvolledig is en op onderdelen
onjuiste informatie bevat.
Om de ontstane impasse rondom de geweigerde kapvergunningen te
doorbreken, is de afgelopen periode - op uitnodiging van de provincie
- gewerkt aan een compromis.
De landinrichtingscommissie heeft samen met vertegenwoordigers van
Brabants Landschap in opdracht van de provincie alle eigenaren
benaderd van percelen waarop bomen staan waarvoor kapvergunning is
geweigerd. Zij hebben zich ingespannen draagvlak te verkrijgen voor
behoud van alle 100 waardevolle bomen en de grondeigenaren hiervoor
subsidiemogelijkheden aangeboden. Het resultaat hiervan is dat slechts
drie grondeigenaren vrijwillig - in totaal 10 - bomen op hun perceel
willen laten staan. Een aantal eigenaren is bereid op hun
perceelsgrens drie bomen terug te planten als compensatie voor iedere
boom die gekapt wordt. Daarnaast is er een groep eigenaren niet bereid
mee te werken aan behoud of compensatie van bomen.
Het college heeft op 2 februari 2010 besloten gedeeltelijk in te gaan
op het com-promisvoorstel door alsnog kapvergunning te verlenen voor
25 bomen. Belangrijkste argumenten daarvoor zijn dat de
landschappelijke waarde van deze bomen geringer is én dat de
betreffende grondeigenaren de kap van deze bomen compenseren aan de
randen van hun percelen. Het aantal te kappen bomen wordt met dit
besluit uitgebreid van 118 tot 143.
Eerder was afgesproken dat de provincie voor de kap van 118 bomen 4
hectare extra na-tuur aanlegt. Na overleg met de gemeente heeft de
provincie toegezegd als compensatie voor de kap van nog eens 25 bomen
het aantal hectare extra natuur te verhogen naar 8 hectare.
Wat de overige 75 bomen betreft, houdt het college vast aan zijn
eerdere besluit om deze te handhaven. Het gaat om bomen met een grote
landschappelijke waarde die niet gecom-penseerd kan worden door
aanplant van jonge bomen aan de randen van de percelen. Daarnaast
betreft het bomen waarvan de eigenaren hebben aangegeven niet te
willen meewerken aan compensatie. Om het behoud van deze bomen te
garanderen, heeft het college besloten dat rond deze bomen een fysieke
bescherming geplaatst moet worden.