Datum 5 februari 2010 -
Onderwerp Verslag Transportraad 17 december 2009
-
Geachte voorzitter,
Mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat bied ik u hierbij aan
het verslag van de Transportraad van 17 december 2009. De volgende
Transportraad zal plaatsvinden op 11 maart 2010. Een informele Transportraad
vindt plaats op 12 februari 2010. Tijdens deze informele Raad zal gesproken
worden over stedelijke mobiliteit en luchtvaart security.
Verslag Transportraad 17 december 2009
De Raad bereikte een politiek akkoord op het voorstel tot een verordening inzake
passagiersrechten in het busvervoer. De verordening bevat onder meer
bepalingen op het gebied van toegankelijkheid, annulering of vertraging van een
reis en aansprakelijkheid bij overlijden of letsel van passagiers en verlies of
beschadiging van hun bagage.
De discussie tijdens de Raad concentreerde zich op de vraag wat de reikwijdte
van het voorstel zou moeten zijn. Nederland heeft in de discussie aangegeven dat
het toepassingsbereik van het voorstel beperkt zou moeten worden tot
internationaal en lange afstandsvervoer. Het stads- en streekvervoer zou niet
onder de reikwijdte van de verordening moeten vallen. Nederland heeft hierbij
onderstreept dat dit een kwestie van subsidiariteit is.
In de uiteindelijke compromistekst is aan deze wens van onder meer Nederland
tegemoet gekomen. Lidstaten kunnen het stads- en streekvervoer uitzonderen
van de reikwijdte van de verordening, behalve op het punt van non-discriminatie.
Ook het vervoersrecht voor mensen met beperkte mobiliteit dient gewaarborgd te
worden. Een uitzondering op dit punt kan worden gemaakt indien de veiligheid
hierbij in het geding komt of de noodzakelijke infrastructuur ontbreekt.
Het is niet gelukt om Raadsconclusies aan te nemen over de mededeling inzake
een duurzame toekomst van vervoer: naar een geïntegreerd, technologiebeleid en
gebruiksvriendelijk systeem. Uiteindelijk konden niet alle lidstaten instemmen
met de tekst en zijn het voorzitterschapsconclusies geworden. Over twee punten
is uitgebreid gesproken. Allereerst over de begrippen `co-modality' en `modal
shift'. Uiteindelijk heeft het Voorzitterschap op dit punt gekozen voor een eerder
(in 2006) door de Raad aanvaarde tekst waarin het belang van betere benutting
en efficiënter gebruik van alle vervoersmodaliteiten wordt onderkend. Tweede
discussiepunt betrof een zinsnede over het wegnemen van marktbelemmeringen.
a
agina 1 van 3
P
Ik heb aangegeven dat binnen de Europese Unie zoveel mogelijk
Ons kenmerk
marktbelemmeringen weggenomen dienen te worden. In dit kader heb ik VenW/DGLM-2010/228
bijzondere aandacht gevraagd voor het wegnemen van de huidige beperkingen op
het gebied van cabotage die tot gevolg hebben dat vrachtwagens onnodig leeg
door de Unie rijden, met de bijbehorende emissies en hinder. Ook op dit punt
liepen de meningen uiteen.
De Raad bereikte zonder nadere discussie een algemene oriëntatie op het voorstel
voor een verordening tot wijziging van verordening 1321/2004 inzake de
beheerstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet.
De Europese Commissie tekende een voorbehoud aan ten aanzien van de
zeggenschap van de Commissie in de Raad van Bestuur van de GSA. Gezien haar
verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het Galileo-programma had de
Commissie graag meer stemgewicht gekregen.
Het Voorzitterschap gaf de stand van zaken weer van de onderhandelingen over
het voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van het kader voor het toepassen
van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer. Over het
voorstel lijkt zowel binnen de Raad als met het EP overeenstemming te bestaan.
In de compromistekst is een adequate betrokkenheid van nationale experts bij
het ontwikkelen en vaststellen van technische specificaties en standaarden
gewaarborgd. Ook aan een voor Nederland andere belangrijke wens namelijk
geen automatisch verplichte invoering van ITS systemen en toepassingen - is
tegemoet gekomen. Omdat de onderhandelingen binnen de Raad en parallel
daaraan met het EP voor deze Transportraad niet konden worden afgerond, kon
er over het voorstel officieel nog geen akkoord worden bereikt. De verwachting is
dat dit op korte termijn zal gebeuren.
Het Voorzitterschap gaf tevens kort de stand van zaken weer van de
onderhandelingen over het voorstel voor een richtlijn inzake de heffingen voor de
beveiliging van de luchtvaart. Gezien de openstaande punten, onder meer over de
reikwijdte van het voorstel en de coherentie met de richtlijn luchthavengelden
(aangenomen in 2008), was dit voorstel nog niet rijp voor besluitvorming.
Behandeling van dit voorstel zal verder gaan onder Spaanse Voorzitterschap.
Het voorstel voor een richtlijn inzake meldingsformaliteiten voor schepen in
Europese havens werd zonder discussie aangenomen. De Europese Commissie
benadrukte dat het voorstel bijdraagt aan een vermindering van de
administratieve procedures.
De Raad ging zonder discussie akkoord met het mandaat voor de Europese
Commissie om onderhandelingen te starten met ICAO met het oog op de
vaststelling van een kader voor nauwere samenwerking.
agina 2 van 3
P
Tenslotte schetste de Europese Commissie de stand van zaken van de
Ons kenmerk
onderhandelingen met de VS over een tweede fase luchtvaartakkoord. VenW/DGLM-2010/228
Belangrijke voortgang is geboekt onder andere met betrekking tot de rol van het
gezamenlijk comité. De onderhandelingen op het gebied van investeringen en
markttoegang verlopen echter stroef. Ook op het gebied van milieu moeten nog
stappen worden gezet.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat