Radboud Universiteit Nijmegen


Stoppen met roken voor jongeren minstens zo moeilijk als voor volwassenen

Datum bericht: 20 januari 2010

In het kort
Stoppen met roken is voor jongeren net zo moeilijk als voor volwassenen, al roken ze vaak minder lang. Allerlei factoren als de invloed van ouders, de mate van verslaving en geslacht, blijken geen invloed te hebben op het succes van de stoppoging. Het enige wat van belang is, is het vertrouwen dat de jongere van dag tot dag in zichzelf heeft en blijft houden tijdens de stoppoging Een goede voorbereiding lijkt dan ook essentieel, maar daar ontbreekt het vaak aan omdat jongeren meestal impulsief stoppen. Dat blijkt uit onderzoek waarop orthopedagoge Rinka van Zundert van de Radboud Universiteit Nijmegen op 5 februari hoopt te promoveren.Â

Goede voorbereiding
Een kwart van de jongeren tussen de 15 en 19 jaar rookt dagelijks. Van degenen die ooit een stoppoging ondernemen, gaat 90 tot 95 procent uiteindelijk weer roken, net als bij volwassenen. Drinkende jongeren hebben daarbij een drie keer grotere kans om weer te gaan roken dan hun nuchtere leeftijdsgenoten. Zoân niet-geslaagde poging is erg demotiverend. âVeel jongeren willen helemaal niet stoppen. En als ze gaan stoppen, dan is dat vaak impulsief en onvoorbereid. Stoppen blijkt dan veel moeilijker dan gedacht.â

Vier weken lang volgde de onderzoekster 150 jongeren nadat ze gestopt waren met roken. Ze moesten drie keer per dag vragen beantwoorden, zoals: heb je nog steeds niet gerookt? Vertrouw je erop dat je het vol gaat houden? Heb je last van ontwenningsverschijnselen en ben je gemotiveerd om door te gaan? Van Zundert kreeg een goed beeld van de dagelijkse variaties in gevoelens en gedrag van jongeren over roken. Het is de eerste âdagboekstudieâ die dit zo precies in kaart brengt.

Hoog succespercentage
Zoân dertig procent van de deelnemers aan dit onderzoek was bijna drie maanden nadat ze gestopt waren nog steeds rookvrij. Een hoog succespercentage. De onderzoekster denkt echter dat een deel van deze groep na langere tijd alsnog terugvalt â omdat dat uit de praktijk doorgaans blijkt.
Het hoge succespercentage kan bovendien te maken hebben met twee andere zaken: niet alle 150 deelnemers hebben de laatste vragenlijst ingevuld en daaronder zitten mogelijk mensen die het niet gered hebben. Verder kunnen de jongeren uit dit onderzoek extra geholpen zijn vanwege hun deelname. âDrie keer per dag werden ze herinnerd aan hun motivatie en gedrag. Reflecteren op eigen gedrag is ook een onderdeel van therapie voor gedragsverandering.â

Geslacht, ouders en mate van verslaving geen invloed op resultaat Stoppen met roken is net zo moeilijk voor meisjes als voor jongens. Hoe jongeren over roken denken is wel van invloed op hun motivatie om te stoppen. Maar als ze eenmaal gestopt zijn, maakt hoe ze daarvoor over roken dachten, niet meer uit.
Datzelfde geldt voor de invloed van ouders: ontmoediging en druk om te stoppen maakt jongeren gemotiveerd, maar het is niet van invloed op het resultaat. Dat geldt ook als de ouders zelf roken. Weliswaar zijn hun kinderen minder gemotiveerd om het roken te laten, maar als ze hun kind aansporen tot stoppen, dan hebben ze evenveel invloed als niet-rokende ouders.
Ook de mate van verslaving is niet van invloed op het eindresultaat: jongeren die zwaar verslaafd zijn hebben evenveel kans op succesvol stoppen en het vol te houden als leeftijdgenoten die minder roken.

( bytes) Vertrouwen van dag tot dag
Hoe zeker jongeren zich voorafgaand aan de stoppoging voelen dat ze het roken kunnen weerstaan, voorspelt niet of de stoppoging succesvol zal zijn. Bepalend voor het succes is het vertrouwen dat ze van dag tot dag in zichzelf hebben.
Ontwenningsverschijnselen waren het hevigst op de stopdag en de week erna. Daarna namen ze geleidelijk af, totdat ze twee weken na de stoppoging verdwenen waren. Van Zundert: âAls jongeren zich mentaal voorbereiden op een moeilijke stopdag en een eerste week, dan vergroot dat de kans dat ze het daadwerkelijk volhouden.â

Niet blindstaren op falen
Een goede voorbereiding is daarom van doorslaggevend belang. Stoppers moeten vooraf bedenken wat ze gaan doen als het moeilijk wordt. Belangrijk is verder dat stoppers zich niet blindstaren op falen.âHeb je toch een keer een sigaret gerookt, beschouw dat dan niet direct als een mislukking. Ga bij jezelf te rade waarom je toch hebt gerookt, probeer die situatie te vermijden of te veranderen en ga door.â

Adolescent smoking cessation: Not just a lucky strike! Promotie drs. R.M.P. van Zundert, 5 februari 2010 Radboud Universiteit Nijmegen. Promotor: prof. dr. R.C.M.E. Engels.

Van Zunderts dissertatie maakt deel uit van een er lopend onderzoek van het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit. Hier doet men onderzoek naar roken drinken, druggebruik en teveel eten bij adolescenten. Het gaat dan vooral om de sociale en persoonlijke factoren die bepalen waarom sommige jongeren beginnen met roken en anderen niet. Het onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van effectieve preventie en interventieprogramma's. Zo zijn gegevens uit zijn onderzoek gebruikt voor een campagne van het Trimbos Instituut en Stivoro.
Stivoro, de stichting die rookgedrag ontmoedigt, biedt via haar website een aantal interventies, cursussen en telefonische coaching. http://www.stivoro.nl/