Rijksgebouwendienst bespaart door nieuw onderhoudscontract
De nieuwe onderhoudscontracten die de Rijksgebouwendienst met de markt
heeft afgesloten moeten leiden tot minder administratieve lasten en
minder kosten voor minimaal dezelfde onderhoudskwaliteit. De
Rijksgebouwendienst verwacht met de nieuwe onderhoudscontracten minder
storingen van installaties. Dit komt omdat in dit prestatiecontract
nadrukkelijker een risico en financiële prikkel bij marktpartijen is
neergelegd. Ook wordt beter gebruik gemaakt van de
onderhoudsdeskundigheid van de markt.
Het betreft contracten voor een groot aantal percelen van het Rijk
voor het dagelijks onderhoud van elektrotechnische en
werktuigbouwkundige installaties. Het aanbestedingstraject is in goed
overleg met de Stichting Marktwerking Installatiebranche (SMI)
gerealiseerd. Met de nieuwe onderhoudscontracten heeft de
Rijksgebouwendienst de omschakeling gemaakt van inspanningscontracten
naar technisch meer geïntegreerde prestatiecontracten. De basis
hiervoor is de conditiemeting NEN 2767. Een ander nieuw onderdeel is
het beloningsinstrument bij het voorkomen van storingen. Behalve dat
de prestaties van de installaties gewaarborgd blijven, zal de
administratieve last van de contracten sterk verminderen.
Met deze onderhoudscontracten geeft de Rijksgebouwendienst ook
invulling aan de vastgestelde criteria uit het programma Duurzaam
Inkopen Overheid. De totale omvang van de contracten is ongeveer 9
miljoen per jaar en betreft circa 3,2 miljoen m² BVO. De aanbesteding
betrof 21 percelen, die geografisch verdeeld waren. Door het
selectiebeleid dat de Rijksgebouwendienst in deze aanbesteding heeft
gevoerd, hebben ook middelgrote bedrijven de mogelijkheid gekregen om
zich aan te melden en te kwalificeren. (Persbericht 4 februari 2010)
Toelichting aanbestedingsprocedure onderhoudscontracten
E/W-installaties
De aanbesteding betrof 21 percelen, die geografisch verdeeld waren.
Per perceel heeft de Rijksgebouwendienst 5 bedrijven geselecteerd.
Hierbij was van belang dat de bedrijven aantoonbare ervaring met
prestatiecontracten te overleggen. Indien er zich meer dan 5 geschikte
kandidaten per perceel waren, heeft loting ten overstaan van de
notaris bepaald welke 5 bedrijven geselecteerd werden.
Door het selectiebeleid dat de Rijksgebouwendienst in deze
aanbesteding heeft gevoerd, hebben ook middelgrote bedrijven de
mogelijkheid gekregen om zich aan te melden en de kwalificeren. In de
uitvoering van het werk worden de bedrijven beoordeeld op de
prestaties die geleverd worden. Aan de bedrijven wordt niet opgelegd
op welke manier zij dit proces inrichten. De Rijksgebouwendienst heeft
in de gunning hierdoor gekozen om de laagste prijs te hanteren.
Hiernaast speelt ook mee dat de onderhoudstoestand van de
rijksgebouwenvoorraad rijksbreed vastgesteld. Deze kan daarom niet de
resultante zijn van een aanbestedingstraject waarin de kwaliteit
variabel is.
Uiteindelijk is aan negen verschillende bedrijven een of meerdere
percelen in opdracht gegeven (zie ook gegunde opdracht op
www.aanbestedingskalender.nl).