FNV Bondgenoten: werkgevers supermarkten investeren niet
Vanmiddag werd duidelijk dat de werkgevers in de supermarktbranche
niet bereid zijn te investeren in hun eigen sector. Volgens vakbond
FNV Bondgenoten betekent dit dat er vooralsnog geen verbetering komt
in de arbeidsomstandigheden van het supermarktpersoneel.
Arie van der Pijl, landelijk onderhandelaar FNV Bondgenoten: "Ik heb
met verbazing aan de onderhandelingstafel gezeten. Geen investeringen
in de branche betekent geen scholing, geen loonsverhoging, geen
afschaffing van de jeugdlonen en geen maatregelen om de veiligheid
voor personeel en klanten te vergroten. Eigenlijk betekent het dat de
werkgevers zowel hun personeel als de klanten niet serieus nemen."
In zijn voorstellen heeft FNV Bondgenoten naleving van de cao tot een
van de speerpunten gemaakt. "De werkgevers stellen dat ze de afspraken
graag willen naleven", aldus Van der Pijl. "Maar dat kan niet zonder
investeringen. Personeel moet worden opgeleid, niet alleen vakmatig
maar ook op het gebied van veiligheid en dat kost geld. Geld dat de
werkgevers niet willen uitgeven. Maar ondertussen wordt de werkdruk
alsmaar hoger, mede dankzij kortingsacties op de winkelvloer."
Op woensdag 10 maart zitten vakbonden en werkgevers weer om de tafel
om te onderhandelen over de nieuwe cao voor de supermarktbranche.
In de supermarktbranche zijn ruim 220.000 mensen werkzaam; meer dan 65
procent hiervan is jonger dan 22 jaar. Een ruime meerderheid (circa 60
tot 70 procent) van de werknemers heeft geen vast contract; het
betreft met name jongeren, scholieren en studenten die maximaal twaalf
uur per week als hulpkracht werken. Slechts 15 procent van de
werknemers heeft een fulltime contract.
Onder de noemer 'Gewoon Goed Werk' zet FNV Bondgenoten zich in voor
werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Werknemers moeten
tenminste 130% van het WML per uur krijgen, flexwerk moet worden
beperkt tot ?ziek en piek? en de cao moet fatsoenlijk worden
nageleefd. In Nederland verdienen 1,4 miljoen mensen minder dan 10
euro per uur en hebben 1,9 miljoen mensen geen vaste baan. Zij werken
behalve in de schoonmaak, onder andere ook in de vleesverwerking,
post, uitzendbranche, supermarkten en in de taxisector.