02-02-2010
Betreft
Beantwoording vragen ISV-3
Geachte raadsleden,
Op donderdag 28 januari jl. stond het Meerjaren Ontwikkelingsplan in het kader van de inzet van ISV-3 middelen op de agenda van de PMA. Tijdens de bespreking van dit voorstel heeft u op een tweetal punten gevraagd om nadere toelichting:
1. Onderbouwing van de overige kosten van E 1,5 mln. zoals opgenomen in het overzicht kosten en tekorten bij programma 2 Kanaalzone.
2. Onderbouwing van de benodigde ambtelijke capaciteit voor programma 3 Milieu.
Onderstaand een nadere toelichting, afgestemd met de verantwoordelijke wethouders, op uw gestelde vragen.
1. Toelichting op overige kosten bij Programma Kanaalzone
Bij het opstellen van het MOP was uitgegaan van kosten voor de aanleg van de Kayersbeek en apparaatskosten voor de ontwikkeling van het Noord-Oostelijke deel van de Kanaalzone (overige kosten E 1,5 mln.). Door de economische ontwikkelingen heeft het college van B&W bepaald dat in de komende vijf jaar geen investeringen ten uitvoer van de visie Ontwikkelingsvisie Kanaalzone Noordoost worden gepleegd. Wel zullen initiatieven vanuit de markt worden getoetst aan de haalbaarheid en wenselijkheid in dit deel van de Kanaalzone. Indien na toetsing een positief besluit valt, zal voor de uitwerking geld benodigd zijn. Dit geldt ook voor een eventuele ontwikkeling van de politiekavel. De eventuele aanleg van de Kayersbeek wordt meegenomen bij de planontwikkeling met betrekking tot de pilot Zuid in Kanaalzone.
Daarnaast zullen er in de komende vijf jaar ook andere overheden blijvend moeten worden geattendeerd op de in de lange toekomst gewenste gebiedsontwikkeling van de Kanaalzone. Dit kan vooral geschieden door kleine initiatieven vanuit de markt te honoreren. Overige kosten betreffen dus kosten die nog niet binnen het programma zijn geraamd maar die naar verwachting de komende 5 jaar op ons afkomen. De E 1,5 mln. is een inschatting en is afhankelijk van de hiervoor geschetste ontwikkelingen. In het MOP is een zo realistisch mogelijk beeld gegeven van de kosten en tekorten op het hele programma Kanaalzone.
2. Onderbouwing van de benodigde ambtelijke capaciteit voor programma 3 Milieu.
Met betrekking tot het onderdeel milieu in het ISV-3 programma is de vraag gesteld of de middelen te veel ingezet worden op extra ambtelijke capaciteit .
Het grondwater onder de stad van Apeldoorn is grootschalig verontreinigd. Het huidige beleid voorziet in een gevalsgerichte benadering voor de bodemsanering. De kosten voor de gevalsgerichte sanering van het grondwater bedragen alleen al in de komende 10 jaar 77 miljoen euro. Behalve deze hoge kosten creëert de gevalsgerichte aanpak ook allerlei beperkingen voor goed kwantitatief grondwaterbeheer en beperkt het de benutting van het grondwater voor grondwaterafhankelijke bedrijven, nieuwbouwontwikkeling (hoge bemalingskosten) en de opslag van energie in de bodem. Door het kiezen van een gebiedsgerichte en integrale benadering van de saneringsaanpak gekoppeld aan het beheer en de benutting van het grondwater kan een kostenreductie behaald worden die factor 10 lager is dan de gevalsgerichte aanpak, namelijk 7.8 miljoen euro. (Bron: SEO rapport nr 977, 2007, in opdracht van RIVM, MKBA-bodem, casus Apeldoorn.)
Het opzetten van een beheerorganisatie voor de uitvoering van het gebiedsgericht grondwaterbeheer is gericht op het organiseren van de transitie in de huidige taken, rollen en activiteiten binnen de betrokken gemeentelijk afdelingen Milieu,Groen,Wegen en Riolering, en de dienst Ruimtelijke Ontwikkeling. In de beheerorganisatie wordt een integrale aanpak georganiseerd die de huidige meer sectoraal ingestoken taken en rollen op het gebied van (grond)waterbeheer, natuurontwikkeling, bodemsanering en sterk opkomende ambities met betrekking tot bodem voor energievoorziening en ondergronds ruimtegebruik beter gaat koppelen.
In het ISV-3 programma wordt voor het opzetten en kwartiermaken van de beheerorganisatie gerekend op een investering van in totaal E 500.000 voor een periode van vijf jaar, is E100.000 per jaar. Het betreft ongeveer 1 fte per jaar die verdeeld wordt over de betrokken afdelingen die een bijdrage leveren in deze transitie. Deze transitie in het beleid wordt ingevuld met de bestaande capaciteit. Na deze periode moet de beheerorganisatie financieel op eigen benen staan. De genoemde pm posten in het ISV-3 programma betreft de afkoopsommen van partijen die zo hun wettelijk verplichting om het grondwater te saneren overdragen aan de beheerorganisatie die zijn functie in het gebiedgericht grondwaterbeheer heeft ingenomen.
Met vriendelijke groet,
Heidi Bogers
afdelingshoofd Strategie, Communicatie en Kabinet
Gemeente Apeldoorn