Rijnlandroute
Voorschoten denkt mee over de Rijnlandroute
Op 3 februari 2010 sprak raadslid Freddy Blommers namens
de Voorschotense Raad in bij de commissie vergadering van de
Provinciale Staten over het milieueffectrapport eerste fase.
Voorschoten wil een zorgvuldige en transparante MER procedure met meer
aandacht voor de kwaliteit van de leefomgeving, het groen en de
inpassing. `Laten we nu eindelijk eens doen wat er eerst moet
gebeuren: het oplossen van de huidige knelpunten. Daar hebben we nu de
middelen voor en morgen al profijt van. Het is beter iets wat slecht
is goed te maken, dan iets wat goed is kapot te maken', aldus Freddy
Blommers in de Statencommissie.
Meer aandacht voor kwaliteit van de leefomgeving, groen en natuur:
Groengebieden en landgoederen krijgen volstrekt onvoldoende aandacht
in het MER. Het Duin-Horst-Weidegebied, de landgoederen en de
ecologische verbinding tussen de duinen en het Groene Hart komen
nauwelijks aan de orde.
Nut een Noodzaak:
Bij de vaststelling van de Maatschappelijke Kosten Baten Analyse in
2008 is nadrukkelijk aangegeven dat in het MER aandacht zou worden
besteed aan nut en noodzaak. Het nu voorliggende MER is een dik
rapport, maar er is slechts anderhalve pagina besteed aan nut en
noodzaak. Veel te weinig dus wat Voorschoten betreft.
Een zorgvuldige en transparante besluitvorming:
Voorschoten maakt zich ernstig zorgen over de gang van zaken wat
betreft de besluitvorming rondom de RijnlandRoute. Er loopt nu een
MER-procedure met 4 varianten. Het college van Gedeputeerde Staten is
los daarvan druk in de weer met een basisvariant waarin een
aansluitingen op de Voorschoterweg staat die anders is dan
overeengekomen met de minister. De afspraken van Gedeputeerde Staten
met de minister, vastgelegd in goedgekeurde verslagen die naar de
Tweede Kamer zijn gestuurd, worden stelselmatig opnieuw ter discussie
gesteld.
Lees hier de volledige tekst die de heer Blommers 3 februari uitsprak.
* 4 februari 2010
Gemeente Voorschoten