Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
Datum 3 februari 2010
Betreft Vragen van het lid Peters over een redelijke en billijke vergoeding
voor de onafhankelijke productiesector
Hierbij zenden wij u het antwoord op de vragen van het lid Peters van uw Kamer
over een redelijke en billijke vergoeding voor de onafhankelijke productiesector.
De vragen werden ons toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk
2009Z24837.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
De minister van Justitie,
dr. E.M.H. Hirsch Ballin
a
na 1 van 4
Pagi
Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over een redelijke en billijke vergoeding voor de onafhankelijke
productiesector. (Ingezonden 17 december 2009)
1
Herinnert u zich de aangenomen motie Peters die de regering verzoekt de Kamer
te informeren over de voortgang van het gesprek tussen de raad van bestuur van
de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) met de onafhankelijke productiesector
over een redelijke en billijke vergoeding en uw toezegging de Kamer over de
uitkomsten van dat gesprek te informeren?
Ja.
2
Herinnert u zich tevens uw uitspraak dat u het niet meer dan logisch vindt dat
makers een redelijke vergoeding krijgen en dat de publieke omroep het aan zijn
bijzondere status verplicht is om redelijke contracten met rechthebbenden af te
sluiten?
Bij de beantwoording van vragen van het lid Halsema1 heeft de Minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gezegd: "Ik vind dat van de publieke omroep
verwacht mag worden redelijke en realistische contracten af te sluiten voor
multimediaal gebruik van rechten van makers. Dit is de publieke omroep aan zijn
bijzondere status verplicht."
Daarbij heeft hij verder opgemerkt dat deze afspraken wel dienen te passen
binnen de door de overheid gestelde financiële kaders en dat daarbij rekening
moet worden gehouden met de multimediale taakopdracht van de landelijke
publieke mediadienst.
3
Is het waar dat inmiddels de vertegenwoordigers van scenarioschrijvers,
regisseurs en uitvoerende kunstenaars vele gesprekken hebben gevoerd, maar
dat die gesprekken op niets zijn uitgelopen omdat de NPO op haar standpunt blijft
dat de afkoop van de rechten in één keer een fatsoenlijke regeling is? Deelt u dat
standpunt van de NPO?
Wij hebben vernomen dat serieuze gesprekken tussen de NPO en de
rechthebbenden over een redelijke vergoeding nog niet goed op gang zijn
gekomen. Door de NPO is in overleg met een aantal commerciële omroepen,
distributeurs (kabel en KPN) en televisie- en speelfilmproducenten een nieuw
model voor een transparanter en efficiënter rechtenbeheer ontwikkeld. In het
najaar hebben het Netwerk Scenarioschrijvers en de Dutch Directors Guild
(regisseurs) in een brief kritiek geuit op dit rechtenmodel. Die kritiek werd mede
gebaseerd op een advies van prof. Hugenholtz. Daarom achten wij het van belang
om de makers en uitvoerende kunstenaars te betrekken bij het overleg. Zie
verder ons antwoord op vraag 5.
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007-, Aanhangsel nr 1820
Pagina 2 van 4
Voor de mogelijkheid van een buy-out in het kader van artikel 45d verwijzen wij
naar de antwoorden op de eerder genoemde kamervragen van het lid Halsema.
4
Bent u ook van mening dat de systematiek van artikel 45d van de Auteurswet
meebrengt dat de billijke vergoeding voor de overdracht van exploitatierechten
moet worden losgekoppeld van de vergoeding voor de geleverde arbeid?
Uit de wet volgt een dergelijk onderscheid niet. Het is aan partijen om in overleg
de hoogte en de vorm van vergoedingen te bepalen. Makers hebben op grond van
artikel 45d van de Auteurswet recht op een billijke vergoeding van de
filmproducent voor het gebruik van hun werken.
5
Hebt u kennisgenomen van het document Introductie Portal Audiovisuele Makers
waarin de collectieve beheersorganisaties en de beroepsorganisaties een nieuw
model hebben ontwikkeld om de rechten van makers passend te regelen? 2) Zo
ja, hoe beoordeelt u dit model?
Ja, wij hebben kennisgenomen van het document. De Minister van Justitie heeft in
reactie op het rapport van de parlementaire werkgroep Auteursrechten namens
het kabinet uitgesproken dat collectieve beheersorganisaties hun transparantie
moeten vergroten en de wens uitgesproken dat organisaties die op vergelijkbare
gebieden actief zijn en dezelfde betalingsplichtigen aanspreken, zoveel mogelijk
samenwerken. Het door het Portal Audiovisuele Makers (PAM) voorgestelde model
is een stap in de goede richting. Hetzelfde geldt voor de voorstellen die van de
zijde van omroepen, distributeurs en producenten uit de audiovisuele sector zijn
gedaan.
Ambtenaren hebben met zowel PAM als de vertegenwoordigers uit de media
industrie gesprekken gevoerd en hen dringend verzocht om met elkaar in overleg
te treden. Het lijkt ons ook een goede zaak om beide initiatieven aan te grijpen
en te komen tot een nieuwe, breed gesteunde structuur voor een efficiënte en
transparante regeling van rechten binnen de audiovisuele sector. Wij vinden het
van belang dat in deze structuur ook de makers kunnen profiteren van de te
behalen efficiencywinst en eventuele opbrengsten van nieuwe exploitatievormen.
Wij hebben aangeboden dit overleg zonodig te faciliteren, indien betrokken
partijen ons dit vragen.
6
Bent u bereid de Kamer te informeren over de laatste stand van zaken? Welke
actie gaat u ondernemen zodat er een redelijke en billijke vergoeding komt voor
de onafhankelijke productiesector, de oorspronkelijke makers en uitvoerende
kunstenaars?
Zoals eerder aangegeven bij het antwoord op vraag 3 zijn de NPO en de
rechthebbenden nog in gesprek. Het is aan de partijen zelf om daar uitspraken
over te doen. De komende tijd houden wij het proces nauwlettend in de gaten.
Zodra zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, zullen wij de Kamer hierover
inlichten.
Pagina 3 van 4
In de komende maanden zal een concept- wetsvoorstel auteurscontractenrecht in
consultatie worden gebracht. Dit wetsvoorstel is er mede op gericht de
contractuele positie van de maker ten opzichte van de producent te versterken.
Pagina 4 van 4