De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 3 februari 2010
Kamervragen over honden- en kattenbont
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op vragen van het lid Thieme (PvdD) over
bontproducten die zijn ingezonden op 22 december 2009.
1
Kunt u een jaar na het Europese besluit tot een importverbod op honden en
kattenbont uiteenzetten of de verkoop van honden- en kattenbont in Nederland
definitief is beëindigd? Zo ja, waaraan ontleent u deze zekerheid? Zo nee, waarom
niet?
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) verricht inspecties inzake honden- en
kattenbont. Bij de VWA bestaat het sterke vermoeden dat producten gemaakt van
honden- en kattenbont niet op de Nederlandse markt worden verhandeld. De VWA
ontleent dit vermoeden aan onderzoek dat in 20051, 20062 en recentelijk in 2009
is uitgevoerd. Het onderzoek naar het voorkomen van honden- en kattenbont dat
in 2009 is uitgevoerd, is nog niet gerapporteerd, maar de resultaten zijn al wel
bekend: van 41 monsters bevatten 13 monsters konijnenbont en bij 28 monsters
bestaan de vezels uit kunststof.
2
Kunt u toelichten hoe vaak bontproducten aan de grens gecontroleerd zijn op hun
herkomst in het afgelopen jaar, gelet op het nieuw ingevoerde importverbod? Zo
ja, kunt u specifiek zijn in uw antwoord? Zo nee, waarom niet?
1 Marktverkenning naar de aanwezigheid van honden- en kattenbont op de Nederlandse
markt. (bijlage bij Kamerstukken II, 2005/06, 28 286, nr. 25).
2 Resultaten marktverkenning naar de aanwezigheid van honden- en kattenbont (in kleding)
op de Nederlandse markt, deel 2 (bijlage bij Kamerstukken II, 2005/06, 28286, nr. 28).
Directie Voesel, Dier en
Consument
Cluster Mens en Dier
Datum
3 februari 2010
Onze referentie
VDC 10.310
Pagina 2 van 3
Ten aanzien van dit onderwerp is een tweesporenbeleid gevoerd.
Op verzoek van de VWA heeft de douane in haar reguliere controles de inspectie
op honden- en kattenbont meegenomen. Indien er twijfel aan de herkomst van
bontproducten bestond, zou de VWA geïnformeerd worden door de douane. In
2009 is er bij de VWA geen melding geweest vanuit de douane. Door deze aanpak
was het mogelijk om een relatief groot aantal partijen bij binnenkomst te
screenen.
Anderzijds heeft de VWA zelf bij haar importcontroles gezocht naar honden- en
kattenbont. Er is in 2009 één melding geweest over een partij die in Nederland
ingevoerd werd en waar mogelijk honden- of kattenbont in aanwezig was. Nader
onderzoek naar deze partij heeft uitgewezen dat het geen bont betrof.
De beschrijving bont werd gehanteerd voor bont gemaakt van de kunstvezel acryl.
3
Bent u op de hoogte van de SIAM-methode') om bontproducten exact tot hun
herkomst te herleiden, en kunt u uiteenzetten of deze methode ook gehanteerd
wordt door de Nederlandse douane en de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) bij
de opsporing van honden- en kattenbont? Zo ja, wanneer en waar is de SIAMmethode
in Nederland ingezet bij de opsporing van honden- en kattenbont en met
welk resultaat? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik ben op de hoogte van de SIAM-methode. De VWA maakt hier ook gebruik
van. In 2006 is deze methode een vijftal keren ingezet om te bevestigen of er
sprake was van honden- of kattenbont. In alle vijf gevallen bleek het niet om
honden- of kattenbont te gaan.
De VWA heeft deze methode niet zelf in huis, maar gebruikt hiervoor een extern
laboratorium in de Duitse stad Saarbrücken.
In 2009 is deze analyse naar herkomst van bont niet gedaan, omdat er geen
monsters aangetroffen zijn waarvoor bevestiging door middel van de SIAMmethode
noodzakelijk was.
4
Is het waar dat kleding die wordt verkocht als 'imitatiebont' in werkelijkheid kan
bestaan uit bewerkt echt bont (met bv. teflon en polymeren), en dat bij
oppervlakkige controle geen verschil met imitatiebont kan worden vastgesteld? Zo
ja, bent u bereid de opsporing en handhaving op dit punt te verscherpen? Zo nee,
welke zekerheid kunt u daarover bieden?
De praktijk dat echt bont bewerkt wordt tot imitatiebont, is mij niet bekend.
Indien dergelijke bewerkte partijen worden gesignaleerd, zullen deze worden
onderzocht.
') Species identification of Animals by Maldi-tof mass spectomatry
Directie Voesel, Dier en
Consument
Cluster Mens en Dier
Datum
3 februari 2010
Onze referentie
VDC 10.310
Pagina 3 van 3
5 en 6
Bent u bereid een etiketteringsplicht in te voeren voor kleding waarin echt bont
verwerkt is, waarin een verplichting tot exacte herkomstduiding is opgenomen, bij
gebreke waarvan zware straffen kunnen worden opgelegd? Zo ja, op welke
termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat de keuzevrijheid van de consument ernstig onder druk
komt te staan wanneer consumenten niet zelf op eenvoudige wijze kunnen
vaststellen of een product echt bont bevat? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u
hier verandering in brengen? Zo nee, waarom niet?
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn brief van 25 november
2009 (Kamerstukken II, 2009/10, 30 826, nr. 27).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg