Datum 3 februari 2010 2010Z00058
Onderwerp Kamervragen
-
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik mede namens de Minister van Economische Zaken de
vragen die de leden Vietsch en Elias hebben gesteld over de bouw van negen
ecopassages.
1. Is het u bekend dat de bouw van negen ecopassages in de provincies
Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Overijssel zijn samengevoegd tot een
project?
1. Ja.
2. Betekent de samenvoeging niet dat er slechts een beperkt aantal bedrijven
kan inschrijven op deze opdracht? Wordt daardoor de concurrentie beperkt tot
enkele grote bedrijven en dreigt daarmee op termijn het gevaar van het
ontstaan van monopolieposities?
2. Nee, de eisen met betrekking tot omzet en ervaring voor deelname waren,
ook na de samenvoeging van de projecten, laag zodat ook MKB-bedrijven
zelfstandig of in combinatie hadden kunnen inschrijven op deze opdracht. De
volgende eisen zijn gesteld uitgaande van een raming van 40 miljoen euro
voor de totale kosten van het project:
Een omzeteis van 18 miljoen euro;
Ervaringeis met werken langs snelwegen en spoorwegen;
Een ervaringseis van 8 miljoen euro voor een bouwwerk (beton en/ of staal)
in de afgelopen 5 jaar;
Een ervaringeis van minimaal 250.000 euro met ontwerpen en uitvoeren
van ecologisch project in de afgelopen 5 jaar.
De omzetgrens van MKB naar grootbedrijf is 50 miljoen euro, waardoor
voldoende bedrijven aan de omzetgrens hadden kunnen voldoen.
a
agina 1 van 2
P
Hoewel Rijkswaterstaat inderdaad steeds meer werken bundelt en integreert, Ons kenmerk
is het ook voor Rijkswaterstaat van belang dat er voldoende bedrijven kunnen RWS/SDGM&I-2010/48
inschrijven op opdrachten van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat probeert
daarom de eisen zo laag mogelijk te houden. Ondanks dat de eisen bij deze
aanbesteding laag waren, heeft uiteindelijk slechts één MKB-bedrijf zich
zelfstandig ingeschreven. De opdracht is uiteindelijk gegund aan een
consortium. De bedrijven in dit consortium behoren tot het groot bedrijf maar
niet tot de grote zeven bouwbedrijven.
3. Is bij deze samenvoeging van deze ecopassages tot een opdracht rekening
gehouden met MKB-bedrijven? Zo ja, in welk opzicht? Zo nee, waarom niet?
3. Ja, zie antwoord op vraag 2.
4. Wat is het beleid ten aanzien van combinatie van projecten, mede in verband
met de positie van MKB?
4. In mijn brief (29385 nr. 55) van 28 september 2009 heb ik u aangegeven hoe
Rijkswaterstaat omgaat met het bundelen van projecten. Rijkswaterstaat
kiest, om uniformer te gaan werken en versnippering tegen te gaan voor het
gebruik van innovatieve contracten. In deze contracten wordt gekozen voor
bundeling en integratie van werk. Daarmee wordt veel onnodige
verkeershinder door onder andere extra wegafsluitingen vermeden.
Rijkswaterstaat heeft hierdoor minder personeel nodig om die contracten voor
te bereiden en te begeleiden. Ook voor de markt is uniformiteit van groot
belang, omdat door bekendheid met de contractvorm de voorbereiding veel
sneller verloopt.
Rijkswaterstaat is er zich van bewust dat schaalvergroting en bundeling tot
gevolg kunnen hebben dat kleinere bedrijven niet meer zelfstandig in
aanmerking komen voor opdrachten. Het is echter allerminst de bedoeling het
marktpotentieel uit te hollen. Als grote opdrachtgever is het voor
Rijkswaterstaat van essentieel belang in alle marktsegmenten waar
opdrachten worden aanbesteed, voldoende en kwalitatief goede inschrijvende
marktpartijen te hebben. Rijkswaterstaat probeert dan ook alle onnodige
drempels voor het MKB weg te halen door:
Bij het opstellen van passende omzet-, ervarings- en combinatie-
eisen.
Het vroegtijdige bekendmaken van het werkenpakket. Dit geeft het
MKB meer gelegenheid te anticiperen en de positie te bepalen.
Meer tijd te reserveren tussen de bekendmaking en de aanbesteding.
Dit geeft het MKB de gelegenheid mogelijke samenwerkingsverbanden
voor te bereiden in combinaties of in hoofdaannemer onderaannemer
constructies.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 2 van 2
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat