Rechtbank verklaart Wijziging Sanctieregeling Iran 2007 onverbindend
Den Haag, 3 februari 2010 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag
uitspraak gedaan in een civiele procedure tegen de Staat over de
Wijziging Sanctieregeling Iran 2007.
In verband met het voorkomen en verhinderen van de uitbereiding van
nucleaire activiteiten door Iran hebben de ministers van Buitenlandse
Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ter uitvoering van een
resolutie van de Veiligheidsraad en een regeling van de Raad voor de
Europese Unie de Wijziging Sanctieregeling Iran 2007 uitgevaardigd.
Deze Wijziging Sanctieregeling verbiedt iedereen met de Iraanse
nationaliteit toegang tot bepaalde locaties in Nederland waar gewerkt
wordt met kernenergie/afval (zoals de onderzoeksreactoren te Delft en
Petten, de kerncentrale te Borssele, Urenco en COVRA) alsook toegang
tot bepaalde onderdelen van masteropleidingen aan Technische
Universiteiten in Nederland.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Wijziging Sanctieregeling in
strijd is met het verbod van discriminatie (zoals neergelegd in
artikel 26 van het IVBPR) omdat voor het maken van
onderscheid naar Iraanse nationaliteit een objectieve en redelijke
rechtvaardiging ontbreekt.
De rechtbank heeft de Wijziging Sanctieregeling onverbindend
verklaard.
Het vonnis is gepubliceerd onder onderstaand LJ-nummer.
LJ Nummer
BL1862
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 3 februari 2010
Rechtbank 's-Gravenhage