ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer algemeen overleg Q-koorts
donderdag 14 januari 2010 16:00
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Het waren een paar heftige
weken voor de geitenhouders, vooral voor de geitenhouders en hun
gezinnen wier dieren daadwerkelijk geruimd zijn. De dieren waarmee zij
gewerkt hebben, zijn weg. De geitenhouders blijven achter met vragen
over de toekomst van hun bedrijf. Zoals ik al zei, waren en zijn het
ook voor de andere geitenhouders spannende weken. Zij vroegen en
vragen zich af of hun bedrijf besmet wordt verklaard, of zij al dan
niet door kunnen gaan en hoe de beperkende maatregelen uitpakken die
onder andere wij hebben gewild. Ik vrees dat daarover in dit algemeen
overleg nog geen duidelijkheid kan worden gegeven, omdat het een
complex probleem is. Bovendien moeten we wat meer zicht hebben op de
resultaten van het ruimen.
Voor het reces hebben wij uitvoerig met elkaar over dit onderwerp
gesproken. Voor de ChristenUnie-fractie blijft centraal staan dat, met
de volksgezondheid als uitgangspunt, zo veel mogelijk dieren gespaard
moeten worden. Er is dan ook een motie van mijn hand aangenomen met de
intentie om herhaald individueel te testen. Het doel daarvan is,
onderscheid te maken tussen gezonde en besmette dieren en daarmee zo
veel mogelijk dieren te sparen. Dat geldt ook voor de drachtige
dieren. De minister heeft aangegeven dat herhaald testen niet mogelijk
is, omdat dit te veel risico met zich mee zou brengen en er te veel
onduidelijkheid zou blijven bestaan. Ik blijf daar echter op
aandringen, zeker voor bedrijven waar de dieren pas over ruimere tijd
gaan aflammeren.
Wij hebben toen ook gesproken over een nieuwe test. Ik vraag de
minister hoe het daarmee staat. Volgens mij heb ik indertijd ook
gevraagd naar de mogelijkheid om bloed te testen. Ik ben dan ook blij
dat de heer Ormel dat aanhaalde. Hij sprak van serologisch testen.
Volgens mij is dat hetzelfde. Mijnheer Ormel, u bent daar beter in dan
ik, maar laat mij op dit punt even mijn feestje vieren.
De heer Ormel (CDA): U vraagt het mij.
De heer Cramer (ChristenUnie): Ja, dat is waar. Ik had die vraag niet
aan collega Ormel moeten stellen, maar hij weet het vast en zeker
beter dan ik. Als dat kan, vind ik dat wel van belang.
Ik maak nu een bruggetje naar het advies, met name het gedeelte
daarvan dat betrekking heeft op de kleinere bedrijven en de
kinderboerderijen. Ik kan mij voorstellen dat je daar niet een
tankmelktest kunt doen die omvangrijk genoeg is, omdat de populatie te
klein is. Volgens mij hebben wij daarover de vorige keer gesproken. De
beesten worden daarvoor niet eens gemolken. Ik kan mij echter wel
voorstellen dat wij die zekerheid krijgen als wij het bloed testen. Ik
dring aan op het doen van die test om duidelijkheid te verkrijgen.
Naar mijn oordeel is het namelijk merkwaardig dat er voor de grote
bedrijven een nultolerantie geldt en dat daarvan geen sprake is voor
de kleine bedrijven, met name omdat de interactie tussen de bevolking
en de dieren op een kinderboerderij -- ik doel op het directe contact
-- veel groter is dan die op een grote boerderij. Daarover moet
helderheid komen. Op dit moment ben ik er geen voorstander van om niet
meer uit te gaan van die nultolerantie, omdat wij ook helderheid
moeten krijgen over de gevolgen van de maatregelen. Ik ben dan ook
heel voorzichtig en pleit nu niet voor verlichting van de maatregelen.
Ik verwijs nogmaals naar de aangenomen motie over het niet uitbreiden
zolang er geen vaccinatie is met een landelijke dekking. Volgens mij
was de inhoud van die motie klip en klaar. Ik vind dit van groot
belang. De ondernemers zitten daar misschien niet zo zeer op te
wachten, maar het is wel een vorm van het geven van helderheid.
Heeft de minister opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een
betrouwbaar protocol? Zo ja, wanneer kan dat gereed zijn? Dat is niet
alleen voor dit moment van belang, maar ook voor de toekomst van de
bedrijven. Gespaarde dieren kunnen immers ook dragers van de Q-koorts
zijn. In aansluiting hierop vraag ik de minister wat de mogelijkheden
zijn voor het groepsgewijs testen van geïsoleerde dieren.
Geitenhouders weten vaak welke dieren risico lopen en welke niet.
Waarschijnlijk zijn de gezonde dieren apart gezet. Ik ben op
werkbezoek geweest en daar bleek dat men juist was doorgegaan met het
fokken met de ingeënte geiten. Ik vond het dus heel wrang om daar te
zien dat de geënte drachtige geiten geruimd werden en dat de
niet-geënte geiten in een hoek bleven staan. Daarmee hebben ze immers
niet verder gefokt. Bij mij liepen toen ook de rillingen over de rug.
Naar de letter snap ik het, maar ik begrijp het niet als ik het zie.
Dat klinkt misschien cryptisch, maar dat was de emotie van dat moment.
Ik kan mij dus voorstellen dat je een aparte tankmelktest doet van de
geiten waarvan de ondernemer zegt dat hij daarmee verder heeft gefokt
omdat die waarschijnlijk niet besmet zijn. Ik maak een bruggetje naar
de discussie van vorige week met een bedrijf in Drenthe. De ene
locatie was niet besmet en de andere wel. Bij mij ging toen het licht
uit. Ik begrijp wel dat de rechter dat formeel beslist, maar ik snap
niet dat een bedrijfslocatie die niet besmet is, toch geruimd wordt
met als argument dat er in het geval dat een bedrijf meerdere locaties
heeft, sprake is van een administratieve eenheid. Ik kan dat niet rond
krijgen en zeg nogmaals dat wij voor dit probleem echt een oplossing
moeten vinden. De minister heeft de vorige keer gezegd dat zij haar
stinkende best zal doen om te voorkomen wat voorkomen dient te worden.
Die toezegging sprak mij aan en ik roep haar dus op om die na te
komen.
Ik begrijp dat, als bedrijven op het punt van aflammeren staan, het
nodig is om op een bepaald moment een besluit te nemen. Dat is
terecht, want er moet duidelijkheid zijn. Wij moeten echter wel de
ruimte nemen om testen te doen op die bedrijven waar het aflammeren
nog even op zich laat wachten.
Vanaf 2008 zijn er al geiten gevaccineerd, maar een deel van dat
aantal wordt geruimd. Het onderzoek met het testen is indertijd door
het ministerie van LNV ingezet. Is de tekstgroep nog groot genoeg om
daarover straks een goed oordeel te vellen? Als wij die beesten
ruimen, weten wij dan wat het effect is geweest van het vaccineren? Ik
maak mij daarover zorgen. Als dat niet het geval is, kan ik
concluderen dat er veel energie is verspild.
Tags
Ernst Cramer