Openbaar Ministerie

Geen vervolging Tilburgs gemeenteraadslid Smolders


1 februari 2010 - Arrondissementsparket Den Bosch

De hoofdofficier van het Openbaar Ministerie te `s-Hertogenbosch heeft, op grond van de onderzoeksresultaten van het Rijksrechercheonderzoek naar mogelijke corruptie van het Tilburgse gemeenteraadslid H. Smolders, geoordeeld dat de heer Smolders niet strafrechtelijk zal worden vervolgd.

Het Rijksrechercheonderzoek geschiedde aanvankelijk vanaf juni 2009 onder gezag van de hoofdofficier van justitie in het arrondissement Breda en vanaf eind september 2009, na overdracht vanuit Breda, onder verantwoordelijkheid van het arrondissementsparket `s-Hertogenbosch.

De heer Smolders werd verdacht van overtreding van artikel 362, eerste lid onder 3 in verband met lid 3 Wetboek van Strafrecht. De verdenking bestond daaruit dat de heer Smolders in september 2008 in Tilburg een gift à EUR 70.000,00 zou hebben gevraagd, ter compensatie van het te verwachten verlies aan steun van de Tilburgse middenstand voor de Lijst Smolders Tilburg, wanneer deze in de Tilburgse gemeenteraad zou instemmen met de realisatie in de gemeente Tilburg van een groot winkelcentrum naar Amerikaans voorbeeld. De heer Smolders zou deze gift gevraagd hebben aan de heer Roud,een leidinggevende van een Amerikaanse ontwikkelingsmaatschappij, genaamd MacMahon Development Group.

Zowel volgens de heer Roud als volgens de heer Smolders vonden de gesprekken plaats op initiatief van de heer Roud en waren er op de kritieke momenten geen derden bij aanwezig die op basis van eigen waarnemingen het relaas van de een of van de ander konden bevestigen.

De heer Smolders betwist nadrukkelijk de lezing van de heer Roud. Geld voor de verkiezingscampagne stelt hij helemaal niet nodig te hebben gehad. Ten aanzien van het initiatief om te praten over eventuele giften of andere gunsten, wordt door de heer Smolders en de heer Roud over en weer naar elkaar gewezen.

De lezing van de heer Roud wordt niet substantieel ondersteund door feiten en omstandigheden uit andere bronnen van bewijs dan verklaringen `van horen zeggen', die direct of indirect allemaal zijn gebaseerd op de lezing van de heer Roud.

De hoofdofficier van justitie is van oordeel dat, hoewel de startinformatie voldoende aanleiding gaf om een onderzoek contra de heer Smolders te rechtvaardigen, er thans onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor overtreding van artikel 362, eerste lid onder 3 in verband met lid 3 Wetboek van Strafrecht. De heer Smolders wordt dan ook niet strafrechtelijk vervolgd.

De sepotbeslissing van het OM is reeds ter kennis gebracht aan betrokkenen.