FAVV-Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (België)


PERSBERICHT van het FAVV

Een geval van equine infectieuze anemie vastgesteld bij een paard in Assebroek.


01 februari 2010

Deze vaststelling is het gevolg van een onderzoek in België op 20 januari 2010 na de vaststelling van de ziekte in het Verenigd Koninkrijk bij 2 paarden van een troep afkomstig uit Roemenië die via België naar het Verenigd Koninkrijk zijn doorgevoerd.

Op 21 oktober 2009 zijn 18 paarden afkomstig uit Roemenië bij een handelaar in Drongen aangekomen ; op 22 december 2009 werden hiervan negen paarden uitgevoerd naar het Verenigd Koninkrijk, waar de ziekte werd vastgesteld.
Het onderzoek heeft aangetoond dat de negen andere paarden uit Roemenië aan een persoon uit Assebroek werden verkocht. Een paard hiervan werd vervolgens verkocht en bevindt zich momenteel in Meetkerke. De bedrijven waar deze dieren zijn gehouden in Drongen, Assebroek en Meetkerke zijn geblokkeerd, geen enkele verplaatsing van paarden vanuit of naar één van de betrokken inrichtingen is toegelaten.
De paarden werden aan tests onderworpen en tot op heden is 1 paard in Assebroek, afkomstig uit Roemenië, positief. Dit paard zal geeuthanasieerd worden. Alle paarden die met deze Roemeense paarden in contact zijn gekomen, worden opgespoord. De bedrijven zullen geblokkeerd worden en de dieren zullen op de aanwezigheid van de ziekte getest worden. Equine infectieuze anemie is een virale paardenziekte die niet op de mens overdraagbaar is. Na een incubatieperiode van meestal 1 à 3 weken, maar soms ook 3 maanden, kan de ziekte op twee manieren verlopen : ofwel acuut, gepaard gaande met koorts, zenuw-, hart- en bloedsymptomen (anemie), ofwel chronisch. De ziekte kent soms een dodelijk verloop, terwijl een groot aantal dieren nooit symptomen vertoont. Stress of andere ziekten kunnen de ziekte dan opnieuw activeren. De dieren worden voornamelijk via het bloed besmet, door insectenbeten of besmet materiaal (naalden,...). De dieren blijven hun hele leven besmet en vormen zo een besmettingsbron voor andere paarden. Er bestaat geen behandeling of vaccin. Besmette dieren worden dus afgemaakt om de verdere verspreiding van de ziekte te vermijden. Elk verdacht of bevestigd geval van de ziekte bij een paard moet onmiddellijk, via de Provinciale controle Eenheid, aan het FAVV worden gemeld.
Verdachte dieren moeten van andere paarden worden afgezonderd. In afwachting van de analyseresultaten moeten hygiëne- en controlemaatregelen (insecten) worden getroffen.