Onderwerp
Advies evaluatie loodsenwet
Geachte Minister,
Het tussentijds evaluatierapport inzake de Wet Markttoezicht Registerloodsen, het
visiedocument van de rijkshavenmeesters en de loodsen over de toekomst van
het loodsen van zeeschepen en de daarbij behorende aanbiedingsbrief aan de
Tweede Kamer zijn in de vergadering van de Nationale Havenraad van december
besproken.
De resultaten van deze evaluatie geven de Raad aanleiding tot het maken van de
navolgende opmerkingen.
Op voorhand spreekt de Raad zijn waardering uit voor de heldere en correcte
weergave van de problematiek en de resultaten van deze tussentijdse evaluatie,
slechts twee jaar na inwerkingtreding van de betrokken wet.
Meer inhoudelijk zou de Raad het navolgende willen opmerken.
Marktwerking in 2O19
Toen in het verleden door het Rijk marktwerking als beleidsvoornemen is omarmd
heerste er grote onvrede binnen de havensector over de totstandkoming van de
loodsgeldtarieven (er was sprake van een monopolist zonder toezicht). Inmiddels
is veel gewonnen, in termen van financiële transparantie, kennis van de
performance van de loodsen, onafhankelijk toezicht en druk op efficiency (NMa),
Nu doet inderdaad de vraag zich voor of marktwerking de juiste oplossing is om
een efficiënte loodsdienstverlening te waarborgen. Marktwerking is namelijk geen
doel op zich. Er kleven ook nadelen en onzekerheden aan marktwerking (o.a.
samenwerking met havenmeesters, onbedoelde effecten op de dienstverlening en
L 052-01 12 januari 2010 214
tarieven, marktomvang etc.) De rijkshavenmeesters en het loodswezen zijn in het
visiedocument, dat eveneens onderdeel is van deze evaluatie, heel duidelijk:
geen marktwerking. Beide partijen wensen een landelijke loodsenorganisatie en
willen de uitvoering van de publieke loodsentaak niet aan de markt overlaten.
Men vreest versnippering en verminderde invloed van de Rijkshavenmeester op
de dienstverlening.
De Raad is van mening dat gestreefd moet worden naar een toekomstig model
voor de huidige loodsenorganisatie waarbij meer invloed mogelijk is voor
betrokken partijen / gebruikers op prikkels tot efficiënter werken en de kwaliteit
van dienstverlening tegen lagere kosten. De constructie met de NMa als
toezichthouder is een stap in de goede richting, zo is de ervaring. De Raad pleit er
dan ook voor om nog dit jaar een structurele discussie te starten over het
toekomstige model voor het loodswezen, waarbij alle opties aan de orde zouden
moeten kunnen komen.
Afbouw kruissubsidiering
Het rapport zelf doet geen uitspraak over het al dan niet verder afbouwen van de
kruissubsidiering. Uit tabel 2 in de brief blijkt zonneklaar dat verdere afbouw van
de kruissubsidiering grote gevolgen heeft voor de Noordelijke zeehavens. Dit feit
is op zich niet verrassend, maar nu de voorwaarden om daar in het verleden mee
akkoord te gaan niet zijn ingewilligd is een dergelijke tariefstijging voor het
Noorden niet langer acceptabel. Nog altijd is er geen enkel zicht op enige vorm
van samenwerking met de Duitse loodsen, ondanks gesprekken op ministerieel
niveau, en ook van een verdere flexibilisering van de loodsplicht is niets
terechtgekomen.
Omdat de afbouw van de kruissubsidiering samenhangt met het invoeren van
marktwerking in 2019, is het ook in dit kader van belang op korte termijn te
starten met een structurele discussie over de vraag of moet worden vastgehouden
aan het beleid tot het introduceren van marktwerking voor loodsdiensten, nu er
duidelijke signalen uit het veld zijn hiervan af te zien. Vervolgens kan dan aan de
orde komen of moet worden vastgehouden aan volledige kostenconforme tarieven
op het niveau van de havenregio's dan wel landelijk.
Innovaties
Een gezamenlijk innovatieprogramma biedt interessante mogelijkheden om
daadwerkelijk stappen te zetten in de naaste toekomst. Gewaakt moet overigens
worden voor overspannen verwachtingen ten aanzien van de mogelijkheden van
Loodsen op Afstand op permanente basis en de daaruit voortvloeiende
(vermeende) kostenreductie. Dat laat onverlet dat innovatie op het gebied van
informatieoverdracht van de wal naar het schip en visa versa voor LOA én andere
mogelijke toepassingen interessante mogelijkheden kan bieden in de toekomst.
Verder onderzoek door rijkshavenmeesters en loodsen naar mogelijkheden tot
verdere toepassing van LOA wordt toegejuicht, waarbij een internationale
benchmark naar de toepassíngen LOA, voor zover deze nog niet heeft
plaatsgevonden, warm wordt aanbevolen.
L 052-01 12 januari 2010 314
De KVNR zet overigens vraagtekens bij een aantal in het visiedocument
gesignaleerde ontwikkelingen en het effect daarvan op de veiligheid van de
zeescheepvaart naar, in en vanuit de haven. De KVNR wijst ook op de
technologische ontwikkelingen van schepen en het elektronisch kunnen volgen
van schepen. Deze maken in de visie van de KVNR innovaties in de
loodsdienstverlening op korte termijn mogelijk.
Flexibilisering loodsplicht
Zoals hierboven reeds opgemerkt was verdere flexibilisering van de loodsplicht
één van de voorwaarden van de Noordelijke zeehavens om indertijd akkoord te
gaan met het traject tot afschaffing van de kruissubsidies. Daar is tot nu toe
weinig van terechtgekomen.
Ten aanzien van de loodsplicht pleiten Rijkshavenmeesters en Loodswezen in hun
visiedocument nu voor een nieuw loodsplichtstelsel. Dit stelstel is gebaseerd op
eenduidigheid waarbij men óf loodsplichtig is óf men een verklaring van
vrijstelling heeft behaald. Dus vrijstelling van de loodsplicht dient ten principale in
alle gevallen gebaseerd te zijn op een toets/examen van de
ka pitein/verkeersdeel nemer.
Meer éénduidigheid binnen het loodsplichtstelsel wordt als streefbeeld
onderschreven. Het huidige vrijstellingenbeleid is niet altijd even eenduidig als
gevolg van de vele verschillende scheepstypen.
De effecten van de nieuwe voorstellen moeten echter goed in beeld worden
gebracht en nader worden onderbouwd ten behoeve van een zorgvuldige
besluitvorming om te voorkomen dat dit voorstel een stap terug is in de tijd, Zo is
de KVNR namelijk nog niet overtuigd van de wenselijkheid van de voorgestelde
herziening.
Per regio is de situatie bovendien verschillend, evenals de verkeersintensiteit,
zodat er de mogelijkheid voor maatwerk moet zijn.
Voorts wordt het van belang geacht dat dit dossier nu met voorrang wordt
opgepakt omdat de perikelen rond de flexibilisering van de loodsplicht jaren tot
geen enkel resultaat hebben geleid, ondanks de afspraken uit het verleden.
Ook wordt aandacht gevraagd voor de mogelijke gevolgen van de implementatie
van de ZBO kaderwet en de kwaliteitsborging van de examens in de nieuwe
situatie. Mochten de commissies van gecommitteerden gaan verdwijnen, dan
dient er nadrukkelijk vastgehouden te worden aan een gedeelde
verantwoordelijkheid van loodsen én rijkshavenmeesters voor de examens en het
toekennen van verklaringen, al dan niet onder een nieuwe noemer.
Kwaliteitsborging kan gezocht worden in de betrokkenheid van derden, zoals ooit
genoemd het CBR, maar even zo goed in certificering enlof accreditatie.
Niveau van dienstverlening van de loodsen
De 24-uurs economie, de getijden en sluisplanning maken dat een vlotte
doorstroming door een 24 uurs dienstverleningsniveau de meest optimale situatie
is en derhalve ook de meest gewenste situatie. Verlaging van het niveau van
dienstverlening wordt dan ook met klem afgewezen. Kwalitatief hoogwaardige
t 052-01 12 ianuari 2010 414
dienstverlening hangt samen met de betrouwbaarheid en aantrekkelijkheid van de
havens voor de klanten. Dit temeer nu de dienstverlening van de loodsen in
goede balans blijkt te zijn met de overige vormen van nautische dienstverlening,
zoals slepen, roeien, terminal handling etc. Dat daarbinnen steeds gekeken wordt
naar mogelijkheden tot verdere efficiency spreekt voor zich'
Dat wil niet zeggen dat dit geen onderwerp is dat voor de langere termijn nadere
studie verdient. Ten eerste zou onderzocht kunnen worden door
havenbeheerders, loodsen en klanten (KVNR en VNC) gezamenlíjk of, in zeer
specifieke gevallen, zou kunnen worden afgeweken van de 24/7 inzetbaarheid
(bijvoorbeeld bij havens met een lage intensiteit). Ten tweede liggen erwellicht
kansen tot verdere optimatisatie door bijvoorbeeld gezamenlijk onderzoek te doen
naar mogelijkheden te komen tot een gedifferentieerde kwaliteit van de
dienstverlening door de loodsen in relatie tot de kosten. In de onderscheiden
havens kan vervolgens een afweging worden gemaakt'
Verhogen pensioenleeftijd
Nog altijd geldt dat loodsen op 55-jarige leeftijd met functioneel leeftijdsontslag
kunnen. Inmiddel's is dan wel besloten dat de loods vrijwillig kan doorwerken tot
zijn 60't", maar dit wijkt toch sterk af van de situatie in Duitsland waar een
leeftijdgrens van 62 jaar geldt en de recente ontwikkelingen in Nederland waar
het kabinet heeft besloten de AOW - leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Het
optrekken van de pensioenleeftijd ligt dan ook in de rede'
Tot slot merkt de Raad op in de brief een actieplan te missen van maatregelen
welke naar aanleiding van deze tussentijdse evaluatie de komende tijd ín gang
zullen worden gezet.
Met vriendelijke groet,
drs W.T. van Gelder, mr. F. Lieben,
voorzitter algemeen secretaris