Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
JOZ/185266
Datum 29 januari 2010
Betreft Onderzoek naar thuiszitters schooljaar 2008-2009
Hierbij bied ik u het onderzoek aan naar het aantal thuiszitters in de leeftijd van 5
tot 18 jaar in het schooljaar 2008-2009. Dit onderzoek is voor de tweede keer
uitgevoerd door Ingrado en het biedt inzicht in de problemen van thuiszitters. Uit
de resultaten blijkt dat het om complexe problematiek gaat: er zijn uiteenlopende
redenen waarom kinderen en jongeren thuiszitten. Dit vraagt dan ook om een
brede aanpak, zodat zij zo snel mogelijk weer op school zitten. De aanpak raakt
zowel aan het beleid van passend onderwijs, de aanpak voortijdig schoolverlaters
en de afstemming met de (jeugd)zorg. Daarom stuur ik u deze brief mede
namens staatssecretaris Van Bijsterveldt en minister Rouvoet van Jeugd en Gezin.
In de brief wordt ingegaan op de uitkomsten van bovengenoemd onderzoek, en
de bijbehorende maatregelen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de motie
Spekman. Deze motie is ingediend in het overleg van de Kamer met minister
Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Wajong.
Resultaten van het thuiszitteronderzoek
De belangrijkste conclusie van het onderzoek onder leerplichtambtenaren:
· In het schooljaar 2008-2009 zaten naar schatting 2500 leerplichtige jongeren
langer dan vier weken thuis. Dit is een jaartotaal, geen dagstand.
· Thuiszitters komen in alle leeftijdsgroepen voor, maar het hoogste aantal
thuiszitters zit in de VO-leeftijd. De gemiddelde leeftijd van de thuiszitters is
15 jaar en het zijn vaak jongens.
· Belangrijkste redenen van thuiszitten zijn: gedragsproblematiek, psychische
problematiek, onwelwillendheid van de leerling en een problematische
thuissituatie. Ook combinaties hiervan komen veel voor.
Vorig schooljaar waren er naar schatting 2200 tot 3000 thuiszitters. Winstpunt
ten opzichte van het onderzoek van vorig jaar is dat aanzienlijk meer gemeenten
mee hebben gedaan aan het onderzoek. Dit jaar hebben 243 gemeenten
gegevens aangeleverd, terwijl dat vorig jaar 90 gemeenten waren. Hierdoor kon
een nauwkeuriger schatting van het aantal thuiszitters worden gemaakt en zijn de
uitkomsten van het onderzoek betrouwbaarder dan in het vorige schooljaar.
Maatregelen om thuiszitten te voorkomen en op te lossen
Zoals ik al schreef, de problematiek van deze kinderen en jongeren is complex
vraagt om een brede aanpak. Een aantal maatregelen, om dit op te lossen is al in
a
gang gezet. Daarnaast worden er de komende tijd aanvullende maatregelen Datum
getroffen.
Huidige maatregelen voor thuiszitters JOZ/185266
Het beste is te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. Hiervoor is het
vooral van belang dat scholen en leraren beter toegerust zijn in het omgaan met
gedragsproblemen. Door het infopunt passend onderwijs en door het project
Gedragswerk worden diverse mogelijkheden geboden aan scholen voor primair
onderwijs en voortgezet onderwijs op het gebied van deskundigheidsbevordering
van leraren in het omgaan met gedragsproblemen bij leerlingen.
Het tijdig bespreken van leerlingen met problemen in een zorg- en adviesteam
(zat) kan ook een bijdrage leveren in het voorkomen van thuiszitten. In een zat
wordt de hulpverlening door verschillende partijen, waaronder het onderwijs, de
(jeugd)zorg, leerplicht en gemeenten, aan een jongere op elkaar afgestemd. In
een zat worden leerlingen besproken met een hulpvraag voor wie een
samenhangende hulpverlening vanuit het onderwijs en de zorg nodig is. Hierbij is
één kind, één gezin en één plan het uitgangspunt. Zat's zijn er in het primair
onderwijs, voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs.
Voor leerlingen die (tijdelijk) niet in hun reguliere klas kunnen blijven, zijn er
vanaf circa 10 jaar Rebound- en Op de Railsvoorzieningen.
Samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs en rec's cluster 4 in het
hele land hebben hiervoor plaatsen beschikbaar. Inzet is dat de leerlingen na een
kortdurend programma terug kunnen naar school. Dat kan zijn de school waar zij
vandaan komen maar dat kan ook een andere (reguliere) school zijn.
Kinderen en jongeren die al langer thuiszitten, kunnen geplaatst worden in het
project Herstart, dat wordt gecoördineerd door de WEC-raad. Binnen dit project
kunnen jongeren een onderwijsprogramma volgen dat erop is gericht de jongere
terug te geleiden naar het onderwijs.
Als de plaatsing van een (v)so geïndiceerde leerling problematisch is, kunnen
ouders de hulp van een onderwijsconsulent inroepen. Onderwijsconsulenten
bemiddelen tussen ouders en school en zoeken voor de (thuiszittende) leerling
naar een goede plek in het onderwijs.
Daarnaast wordt, aanvullend op de bredere aanpak om voortijdig schoolverlaten
te voorkomen, de vorming van "plusvoorzieningen" in het reguliere voortgezet
onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs gestimuleerd. In plusvoorzieningen
wordt een gecombineerd aanbod van regulier onderwijs, zorg en waar nodig
arbeidstoeleiding aangeboden aan jongeren die door een opeenstapeling van
problemen een groot risico lopen op maatschappelijke uitval. Voor het starten van
plusvoorzieningen wordt in de schooljaren 2009/ 2010 en 2010/ 2011 in totaal 60
miljoen euro extra beschikbaar gesteld aan scholen. Om gemeenten ook de
(financiële) ruimte te geven om de hulp dichtbij de jongeren te organiseren,
bijvoorbeeld in de vorm van een plusvoorziening, komt er vanaf 2010 een
structurele `decentralisatie-uitkering Jeugd' beschikbaar voor de grotere
gemeenten.
Pagina 2 van 4
Aanvullende maatregelen voor thuiszitterproblematiek Datum
Hoewel er al een palet aan maatregelen in gang is gezet, zijn er toch nog lacunes.
Vooral de melding, registratie en samenwerking tussen partijen moet beter. Onze referentie
Daarom worden aanvullende maatregelen genomen. JOZ/185266
Als een kind of jongere thuis komt te zitten is het zaak dat de school dit zo snel
mogelijk meldt aan de leerplichtambtenaar en/of de RMC-coördinator zodat direct
kan worden gezocht naar mogelijkheden om het kind of de jongere weer op
school te krijgen. De registratie en rapportage van het aantal thuiszitters moet
beter en structureel plaatsvinden. Ook in de motie Spekman wordt verzocht om
tot betere registratie van kinderen en jongeren te komen die thuis komen te
zitten. Het voornemen is daarom de cijfers over thuiszitters voortaan mee te
nemen in de rapportages die gemeenten jaarlijks opstellen op het gebied van de
leerplicht. Dit voornemen wordt meegenomen bij de uitwerking van de AMvB die
betrekking heeft op de gezamenlijke RMC effectrapportage en de
leerplichtrapportage. Hierdoor hebben gemeenten zelf ook een beter beeld van de
thuiszitterproblematiek in hun regio, op basis waarvan ze in overleg met de
betrokken partijen tot oplossing van de problematiek kunnen komen.
Voor thuiszitters zal zoveel mogelijk in de reguliere samenwerkingsverbanden van
primair onderwijs, voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs en de
rec's weer een plek in het onderwijs gevonden moeten worden. Naar aanleiding
van het onderzoek van Ingrado blijkt dat nog niet overal een effectieve aanpak is
gerealiseerd. Het project Gedragswerk, ondersteund door Ingrado, gaat de
betrokken partners in een regio ondersteunen bij het creëren van een structurele
aanpak om zoveel mogelijk leerlingen terug te geleiden naar het onderwijs.
De belangrijkste doelstelling is het gesprek tussen onderwijs, leerplicht, RMC,
gemeenten en partners uit de (jeugd)zorg verder op gang te brengen. Hierbij
wordt gezamenlijk een sluitende en effectieve aanpak opgesteld om de huidige
thuiszitters weer in het onderwijs geplaatst te krijgen.
Ook de invoering van passend onderwijs draagt bij aan het oplossen van de
thuiszitterproblematiek. Schoolbesturen krijgen dan de plicht om voor alle
leerlingen die staan ingeschreven of worden aangemeld een passend
onderwijsaanbod te bieden.
Motie Spekman
In de motie Spekman1 wordt de regering verzocht per (v)so-school of per rec
inzichtelijk te maken hoeveel kinderen naar huis worden gestuurd en hoeveel
leerlingen er thuis komen te zitten. Dit kan door een leerplichtambtenaar te
koppelen aan een of meerdere scholen voor (v)so. De leerlingen, waarvoor nog
geen school is gevonden, moeten vrijwel direct terecht kunnen bij een
dagbestedingsproject, dagopvang of dagbehandelingstraject, zodat de kloof
tussen thuiszitten en weer naar school gaan niet onnodig groot wordt.
Het onderzoek naar thuiszitters en de reactie daarop zijn een antwoord op de
problemen die in de motie aan de orde worden gesteld, maar zijn breder. Niet
1 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 780, nr. 37
Pagina 3 van 4
alleen het (voortgezet) speciaal onderwijs wordt bij de aanpak betrokken, maar Datum
ook het regulier onderwijs en de leerplichtambtenaar en/of de RMC-coördinator.
In het onderzoek naar thuiszitters is het aantal thuiszitters per gemeente in beeld Onze referentie
gebracht. Op die manier komen niet alleen leerlingen die uit het (voortgezet) JOZ/185266
speciaal onderwijs thuis komen te zitten in beeld, maar ook de leerlingen uit het
reguliere onderwijs. Scholen zijn verplicht om verzuim te melden na
ongeoorloofde afwezigheid. Het snel melden van leerlingen die verzuimen of
uitvallen door de scholen bij leerplicht is essentieel om leerlingen weer op school
te krijgen. Alle inspanningen moeten er op gericht zijn de leerling weer zo snel
mogelijk in het onderwijs te plaatsen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
Pagina 4 van 4