Ingezonden persbericht
P E R S B E R I C H T
29 januari 2010
t
Landelijke vereniging voor medisch specialisten in opleiding (LVAG):
Grote zorgen over de kwaliteit van de opleiding tot arts en specialist bij forse uitbreiding van het
aantal studenten. Wie gaat dat betalen?
Op vrijdag 29 januari 2010 presenteerde de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) haar advies
"Numerus Fixus geneeskunde; loslaten of vasthouden". De RVZ adviseert de instroom in de vervolgopleidingen
tot specialist te vergroten en de numerus fixus voor de initiële opleiding geneeskunde over vijf jaar los te laten.
Achtergrond
Artsen volgen een studie geneeskunde en een vervolgopleiding tot medisch specialist. De instroom in de
studie geneeskunde is gemaximeerd door de overheid; de zogenaamde numerus fixus. Ook op het niveau van
de vervolgopleiding is er een instroomdrempel. Het capaciteitsorgaan becijfert het benodigde aantal medisch
specialisten om een overschot te voorkomen. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt
vervolgens op basis van dat advies vast hoeveel opleidingsplaatsen zullen worden gefinancierd via het
opleidingsfonds.
Gevolgen van het RVZ-advies voor de kwaliteit van de opleiding tot arts
De opleidingskwaliteit is gebaat bij kleinschalig onderwijs met directe begeleiding door ervaren artsen. De arts
in opleiding moet in staat zijn gesteld voldoende patiënten onder begeleiding te hebben behandeld. Als er
gehoor wordt gegeven aan het RVZ-advies wordt deze kwaliteit door kleinschaligheid ernstig bedreigd.
Wie gaat dat betalen?
Aan een uitbreiding van de opleiding tot arts zijn enorme kosten verbonden. De LVAG is bezorgd dat deze
extra kosten een tegengesteld effect hebben; hogere kosten voor een kwalitatief minderwaardige
artsenopleiding en hoge werkeloosheid door boventallig opgeleide artsen. De RvZ adviseert om jonge artsen
deels zelf hun opleiding te laten financieren. Artsen in opleiding dragen zelf al bij door 20% van hun werkweek
zonder vergoeding te werken en kosten voor hun opleiding te maken. Tegelijkertijd werken zij wel degelijk als
arts, met de daarbij horende werktijden en verantwoordelijkheden. De inzet van deze jonge dokters is
daarom onmisbaar in de dagelijkse patiëntenzorg. Zowel patiënten als artsen in opleiding hebben recht op
kwaliteit tegen een acceptabele prijs.
De vergrijzing en toenemende zorgbehoefte vragen om een beperkte uitbreiding van het aantal medisch
specialisten. De LVAG is pertinent tegen een nog grotere eigen bijdrage van artsen in opleiding. Ziekenhuizen
ontvangen echter een ruime subsidie voor het opleiden van medisch specialisten en hoeven daarover geen
enkele verantwoording af te leggen. De LVAG pleit voor meer transparantie; wordt het geld echt alleen aan
opleiden besteed?
Ingezonden persbericht