Vegetarische diners bij het Rijk
29 januari 2010 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister meldt dat de overheid concrete stappen
wil zetten naar een duurzamere samenleving en zelf het goede voorbeeld
geeft. Ministers kunnen zelf kiezen voor vegetarische diners.
Datum 29 januari 2010
Betreft Aanbieding antwoorden op Kamervragen V009Z25420 t/m V009Z25432
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen, mede namens de ministers van
Algemene Zaken (AZ), Werken, Wonen en Integratie (WWI), Buitenlandse Zaken
(BUZA), Ontwikkeling Samenwerking (OS), Defensie (DEF), Economische Zaken
(EZ), Financiën (FIN), Jeugd en Gezin (J&G), Justitie (JUST), Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW),
Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op
de vragen van Kamerlid Thieme aangaande vegetarische diners.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1
Kent u het bericht 'Officiële diners van ministerie van VROM voortaan
vegetarisch'?1
Ja.
2
Deelt u de mening dat plantaardige voeding beter is voor het klimaat, de
wereldvoedselverdeling, het wereldbosareaal, het sparen van zoetwatervoorraden,
een evenwichtiger mineralenbalans en een regionalisering van de
voedselproductie? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet is van mening dat we toe moeten naar een consumptie van voedsel
dat duurzamer is geproduceerd. Het kabinet ziet dat in het licht van het feit dat
wereldwijd in 2050 zo'n 9 miljard mensen duurzaam zullen moeten worden
gevoed. Om deze doelstelling te halen heeft het kabinet in de beleidsagenda
Duurzame Voedselsystemen (TK 31 532, nr. 17) al aangegeven dat daarom naar
verwachting een verschuiving nodig is in de consumptie van dierlijke eiwitten naar
duurzamer geproduceerde dierlijke en plantaardige eiwitten.
3
Bent u bereid in het licht van het eerder ingenomen kabinetsstandpunt, dat vlees
het meest vervuilende onderdeel is van ons voedselpakket2, een voorbeeld te
stellen door de catering op uw ministerie een meer plantaardig karakter te geven?
Zo nee, waarom niet?
De overheid wil concrete stappen zetten naar een duurzamere samenleving en
geeft zelf het goede voorbeeld. Jaarlijks besteden overheidsorganisaties meer dan
¤ 40 miljard aan inkopen en diensten. Door als overheid duurzaam in te kopen,
krijgt de markt voor duurzame producten een stevige impuls. Specifiek voor de
catering zijn er rijksbreed criteria afgesproken om te komen tot verduurzaming.
De afspraak is dat vanaf 2010 tenminste 40% van het assortiment, uitgedrukt in
een percentage van het inkoopvolume van het betreffende jaar, aantoonbaar uit
biologische producten bestaat. Daarnaast wordt ook extra waarde toegekend aan
niet-biologische producten die één of meer andere duurzaamheidkenmerken
hebben. Wat betreft verduurzaming van de catering streeft het kabinet naar een
breed en evenwichtig aanbod van duurzame producten.
De suggestie om aan de departementsambtenaren helemaal geen vlees meer aan
te bieden, gaat het kabinet te ver. Zij zijn vrije burgers die zeer wel in staat zijn
om kennis te nemen van het debat over het de duurzaamheidgevolgen van hun
voedselpatroon en in het licht daarvan een hun positie in te nemen. De
verhouding van de rijksoverheid en zijn ambtenaren is niet van dien aard dat
dwingende voorschriften met betrekking tot de voeding daarin passen.
1 Agriholland.nl, 14 december 2009
2 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2004-2005, nr. 122
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van landbouw grote resultaten geboekt
kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten
gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw departement daar een
logische consequentie van zou kunnen zijn?
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een
verschuiving in consumptie nodig is. Als het consumptiepatroon verandert, is het
uiteraard ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een
innovatieve en verduurzamende landbouw en naar een vergroting van het aanbod
in duurzaam geproduceerd voedsel. De landbouw heeft het potentieel om bij te
dragen aan de oplossing van de problemen zoals voedsel-, water en
energieschaarste in combinatie met het vraagstuk van de klimaatverandering. Het
beleid is erop gericht dat potentieel ook te benutten. Verder verwijs ik naar het
antwoord op vraag 3.
5
Bent u bereid officiële diners op uw ministerie voortaan op vegetarische basis te
laten plaatsvinden, waarop slechts uitzonderingen gemaakt worden op verzoek
van individuele gasten met speciale dieetwensen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op
welke termijn en wijze?
Het kabinet staat op het standpunt dat keuzes met betrekking tot officiële diners
op ministeries dusdanig verbonden zijn met de individuele bewindspersoon, dat
elke bewindspersoon zelf de keuze kan maken hoe deze diners worden
aangeboden al dan niet standaard in vegetarische vorm aan te bieden. Verder wijs
ik er op dat de motie (TK 32 123 XI, nr. 56) met een vergelijkbare strekking nog
onlangs door de Kamer is verworpen. Niettemin heeft de minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) deze suggestie
onder de aandacht gebracht van de leden van de ministerraad. Tot slot merk ik op
dat het bij officiële diners goed gebruik is en getuigt van gastvrijheid, om de
diners af te stemmen op de (inter)nationale of religieuze wensen van de gasten.
6
Bent u bereid in het restaurant van uw ministerie plantaardig voedsel de norm te
laten zijn en dierlijke eiwitten de uitzondering? Zo nee, waarom niet en bent u in
dat geval bereid tenminste één vleesloze dag per week in te voeren? Zo ja, op
welke termijn en wijze?
In aanvulling op het antwoord bij vraag 4, stelt het kabinet zich op het standpunt
dat de consument, in dit geval de ambtenaar op het ministerie, de gelegenheid
moet hebben om een keuze te maken voor meer duurzame producten. Een breed
en evenwichtig aanbod van duurzame dierlijke en plantaardige producten en een
goede voorlichting hierover draagt hieraan bij. De introductie van één verplichte
vleesloze dag past daar niet in.
7
Bent u bereid bij uw beleid een zwaarder accent te leggen op de transitie naar een
landbouweconomie die meer inzet op plantaardige eiwitten en minder op dierlijke
eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?
Zie het antwoord op vraag 2 en 4.
Aanvullend zijn onderstaande vragen aan de volgende departementen:
4
Deelt u de mening dat juist uw ministerie een voorbeeldfunctie heeft ten aanzien
de door het kabinet noodzakelijk geachte verduurzaming van de economie?
Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 3 en 6 nemen het kabinet en de
rijksoverheid als geheel hun verantwoordelijkheid wat betreft de inkoop van
duurzaam geproduceerde voedingswaren en het bieden van de mogelijkheid aan
ambtenaren om desgewenst een keuze te maken voor biologische en/of
vegetarische producten.
Buitenlandse Zaken/OntwikkelingSamenwerking
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van buitenlandse zaken Nederland
gidsland kan zijn in de wereldwijde noodzaak tot plantaardige eiwittransitie dat
een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou
kunnen zijn?
p.m.
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van het voorkomen van conflicten als
gevolg van voedselschaarste, zoetwaterschaarste, zoals ook gesignaleerd door
generaal BD Van Kappen, grote resultaten geboekt kunnen worden bij de
eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat
een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou
kunnen zijn?
Schaarste kan één van de oorzaken zijn van conflicten. Het is echter ook mogelijk
dat schaarste, zoals bij sommige waterproblemen, de internationale
samenwerking juist bevordert. Schaarste is niet alleen een gevolg van tekorten,
maar kan ook de tegenstellingen aanwakkeren wegens een ongelijke verdeling.
Een relatie tussen de transitie zoals voorgesteld en het voorkomen van conflicten
is daarom niet eenduidig te leggen. Zie verder het antwoord op vraag 3.
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van nieuwe impulsen voor een
duurzame economie grote resultaten geboekt kunnen worden bij de eiwittransitie
naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en dat een
voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een logische consequentie van zou
kunnen zijn?
Het ministerie van Economische Zaken zet zich in om duurzame economische
groei te bewerkstelligen. Hier wordt onder andere middels bijvoorbeeld de SDE en
het innovatieprogramma Food Nutrition Delta (http://www.foodnutritiondelta.nl)
aan gewerkt.
Zoals uiteengezet in de antwoorden op vragen 3 en 6 neemt het kabinet de
verantwoordelijkheid wat betreft de inkoop van duurzaam geproduceerde
voedingswaren en het bieden van de mogelijkheid aan ambtenaren om
desgewenst een keuze te maken voor biologische en/of vegetarische producten.
Financiën
7
Bent u bereid bij het toekennen van fiscale maatregelen of financiële steun een
zwaarder accent te leggen op de transitie naar een economie die meer inzet op
plantaardige eiwitten en minder op dierlijke eiwitten? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
op welke termijn en wijze?
Het kabinet heeft reeds een studie aangekondigd naar de herziening van ons
belastingstelsel. Het stimuleren van vergroening, met de inzet van fiscale
instrumententen is daarbij een van de opties. Zoals ook toegezegd tijdens de
Algemene Politieke Beschouwingen wordt deze inzet ook meegenomen in de brede
heroverwegingen.
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van Jeugd en Gezin de thema's rondom
eerlijke voedselverdeling voor nu en voor de toekomstige generaties, maar ook in
de strijd tegen obesitas bij de jeugd grote resultaten geboekt kunnen worden bij
de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en
dat een voorbeeldfunctie van het ministerie waar uw ambtenaren werkzaam zijn
daar een logische consequentie van zou kunnen zijn?
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een
verschuiving in consumptie nodig is, voor de (toekomstige) wereldbevolking en
dus zeker ook voor de jeugd. Als het consumptiepatroon verandert is het uiteraard
ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een
verduurzaming van de landbouwproductie en naar een vergroting van het aanbod
in duurzaam geproduceerd voedsel. Hiervoor verwijs ik ook naar het antwoord op
vraag 3.
Voor het tegengaan of terugdringen van obesitas is een gezond en evenwichtig
voedingspatroon volgens de richtlijnen goede voeding, naast voldoende
lichaamsbeweging, zeer belangrijk. Hier is mijn beleid op gebaseerd.
Voor de hele bevolking inclusief de jeugd geldt het advies om gezond en
gevarieerd te eten en om voldoende te bewegen. Voor mensen met overgewicht
of obesitas geldt daarnaast het advies om producten met een hoge
energiedichtheid te mijden. Dit zijn niet specifiek producten die veel eiwitten
bevatten. Te hoge energie-inname, en niet overconsumptie van eiwitten in het
bijzonder, is gerelateerd aan overgewicht of obesitas.
4
Deelt u de mening dat juist op het gebied van het voorkomen van conflicten als
gevolg van klimaatverandering, voedselschaarste, zoetwaterschaarste en
bijbehorende vluchtelingenstromen, grote resultaten geboekt kunnen worden bij
de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten gebaseerde economie en
dat een voorbeeldfunctie van uw departement daar een logische consequentie van
zou kunnen zijn?
Schaarste kan één van de oorzaken zijn van conflicten. Het is echter ook mogelijk
dat schaarste, zoals bij sommige waterproblemen, de internationale
samenwerking juist bevordert. Schaarste is niet alleen een gevolg van tekorten,
maar kan ook de tegenstellingen aanwakkeren wegens een ongelijke verdeling.
Een relatie tussen de transitie zoals voorgesteld en het voorkomen van conflicten
is daarom niet eenduidig te leggen. Zie verder het antwoord op vraag 3.
4
Deelt u de mening dat juist in de strijd tegen obesitas; de overconsumptie van
eiwitten, de bevordering van een gevarieerder dieet, de verkleining van de kans
op dierziektencrises door minder intensieve veehouderij, grote resultaten geboekt
kunnen worden bij de eiwittransitie naar een meer op plantaardige eiwitten
gebaseerde economie en dat een voorbeeldfunctie van uw ministerie daar een
logische consequentie van zou kunnen zijn?
In het antwoord op vraag 2 is al aangegeven dat naar verwachting een
verschuiving in consumptie nodig is. Als het consumptiepatroon verandert is het
uiteraard ook nodig dat het aanbod mee verandert. Het kabinet streeft naar een
verduurzaming van de landbouwproductie en naar een vergroting van het aanbod
in duurzaam geproduceerd voedsel. Hiervoor verwijs ik ook naar het antwoord op
vraag 3. Voor het tegengaan of terugdringen van obesitas is een gezond en
evenwichtig voedingspatroon volgens de richtlijnen goede voeding, naast
voldoende lichaamsbeweging, zeer belangrijk. Hier is mijn beleid op gebaseerd.
Voor de hele bevolking geldt het advies om gezond en gevarieerd te eten en om
voldoende te bewegen. Voor mensen met overgewicht of obesitas geldt daarnaast
het advies om producten met een hoge energiedichtheid te mijden. Dit zijn niet
specifiek producten die veel eiwitten bevatten. Te hoge energie-inname, en niet
overconsumptie van eiwitten in het bijzonder, is gerelateerd aan overgewicht of
obesitas.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit