VU medisch centrum
Schrijver op locatie
Schrijver observeert dagelijkse praktijk
28 januari 2010
Het boek 'Onverklaarbaar bewoond' van Bert Keizer is de eerste in een
serie van minimaal drie boeken over afdelingen van VU medisch centrum.
De boeken worden geschreven door schrijvers die (symbolisch) een witte
jas aantrekken. Voor Bert Keizer is de witte jas minder symbolisch
omdat hij naast schrijver ook specialist ouderengeneeskunde is. Met
dit initiatief wil VUmc de blik van de buitenstaander binnenhalen,
want het geneeskundig bedrijf is er een met vele gezichten, die lang
niet bij iedereen bekend zijn. Onverklaarbaar bewoond is een fictief
boek geworteld in de werkelijkheid. De volgende schrijver op locatie
is Kristien Hemmerechts.
In 2007 liep specialist
ouderengeneeskunde, filosoof en schrijver Bert Keizer drie maanden mee
op de afdeling neurochirurgie. Zijn waarnemingen zijn nu gebundeld in
het boek 'Onverklaarbaar bewoond', wat op 27 januari verschijnt. "Het
boek houdt ons een uitstekende spiegel voor, maar Keizer beschrijft de
neurochirurgische praktijk teveel als een specialisme dat patiënten
geen of weinig perspectief biedt. En dat doet geen recht aan de
werkelijkheid", aldus neurochirurg Hans Baayen.
Hans Baayen moet toegeven dat hij wel even moest slikken toen hij het
boek las. "Het is vaak waar wat er in het boek staat, maar het is een
uitsnede van de werkelijkheid en uitvergroot. Als je dat zo beschreven
ziet met de 'ironische' ondertoon van Bert Keizer zucht je wel even
diep. Keizer heeft zich minder verdiept in de patiënten met wie het
goed ging. Hij heeft een uitsnede gemaakt van patiënten met veel
problemen."
Baat
Met neurochirurgisch ingrijpen zijn heel veel patiënten gebaat, het
verbetert hun bestaan aanzienlijk, aldus Baayen. "Neem als voorbeeld
een epilepsiepatiënt. 80% is na een operatie met zeer weinig
permanente complicaties aanvalsvrij. Voor zo iemand begint, na 15 jaar
geplaagd te zijn door dagelijkse epilepsieaanvallen, een heel ander
leven. Ook in het geval van (goedaardige) tumoren kunnen we door
chirurgisch in te grijpen veel problemen voorkomen. Lastiger te
voorspellen zijn de resultaten bij bijvoorbeeld traumapatiënten,
patiënten met hersenbloedingen of kwaadaardige hersentumoren. Herstel
kan uitblijven, maar ook weken, maanden en soms zelfs jaren duren en
dan heel dankbaar zijn."
Reflectie
Wat het boek Baayen duidelijk maakt, is dat er binnen zijn afdeling
nog meer ruimte moet komen voor reflectie op het eigen handelen.
"Volgens Keizer zijn we als neurochirurgen veel te optimistisch. De
vraag die hij ons stelt is: behandelen jullie mensen tegen beter weten
in? Daar praten we veel over. We vragen ons continu af of we medisch
zinvol bezig zijn. We behandelen regelmatig ook mensen niet, als we
met alles wat we weten de prognose ongunstig achten. Maar
neurologische onzekerheid is er vaak. Moet je daarom zoals Keizer
bepleit niet ingrijpen? Dat willen we vaak niet op ons geweten hebben.
En vlak ook de druk van de patiënt of familie niet uit. Aan die
elementen gaat Keizer in dit boek voorbij."
Lachen
Denk niet dat het alleen maar kommer en kwel is in het boek. Er valt
het nodige te lachen, vooral door de manier waarop Keizer de
ziekenhuiscultuur, met de nodige cynische grappen, beschrijft. "Ik kan
me voorstellen dat een leek hier vreemd tegenaan kijkt, en daar kunnen
we ons ook best iets van aantrekken, maar grapjes en cynisme zijn
uitlaatkleppen. We hebben het in dit moeilijke vak soms nodig om af te
reageren. Maar dat laat onverlet dat we zo betrokken mogelijk proberen
te zijn." Baayen gaat de discussie met buitenstaanders over het boek
graag aan. "Ik wil de waarnemingen in het boek niet ontkrachten of
ontkennen, maar ik wil het beeld wel nuanceren."
Edith Krab
bron: Tracer