Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Boeren drijvende kracht achter
ontbossing in Amazone
28 jan 2010
Kleine boeren die land pachten van de Braziliaanse overhead, leveren
een grote bijdrage aan ontbossing in de Braziliaanse staat Rondônia
in het Amazone gebied. In de meeste landbouwprojecten is inmiddels
meer dan vijftig procent van het gebied ontbost. De recente
Braziliaanse Forestry Code staat een ontbossing van slechts twintig
procent toe op landbouwbedrijven in de Amazone.
Foto: Middelgroot landbouwbedrijf in Rondonia (Foto: Luciana de
Souza Soler)
Dat concludeert Luciana de Souza Soler, Wagenings promovendus bij de
groep Landdynamiek. Ze combineerde remote sensing gegevens en
interviews op bedrijfsniveau om een goed beeld te krijgen van de
ontbossing in de deelstaat Rondônia. Sinds de jaren zeventig krijgen
kleine boeren land toegewezen van gemiddeld honderd hectare door het
Institute for Colonization and Land Reform (INCRA) in agrarische
projecten. Soler beoordeelde het landgebruik van de bedrijven in 2000
en 2008.
Binnen de landbouwprojecten steeg de ontbossing in die acht jaar
gemiddeld van 62 naar 78 procent. De ontbossing buiten de
landbouwprojecten steeg van 27 tot 40 procent. In deze laatste
gebieden zitten vooral middelgrote boeren (240-1000 hectare) en grote
boeren (meer dan duizend hectare). De grote boeren buiten de
landbouwontwikkelingsgebieden nemen doorgaans grotere happen uit het
regenwoud, maar omdat ze verspreid liggen staat daar nog meer bos
overeind. Volgens de Forestry Code mogen boeren in het Amazone gebied
maar twintig procent van het bos op hun land kappen.
Knabbelen
Soler maakt onderscheid tussen oude en nieuwe landbouwprojecten en
constateert dat er in het begin van de projecten meer ontbossing
plaatsvindt. Daarna knabbelen de boeren steeds kleinere stukken bos
weg, vooral om de versnipperde landbouwpercelen te verbinden. De staat
is inmiddels een belangrijke melkproducent in Brazilië. Ook leveren
de bedrijven kalveren aan de vleesindustrie.
De snelheid van de ontbossing neemt af, zegt Soler. Grote delen van
Rondônia zijn inmiddels landbouwgebied of beschermd bos. âDe ruimte
voor expansie neemt af door de beperking van de publieke ruimte.â In
tegenstelling tot andere gebieden in de Amazone is illegale houtkap
door speculanten geen belangrijke oorzaak van ontbossing, stelt Soler.
Drijvende kracht
De boeren zijn de drijvende kracht achter de ontbossing. Bij de start
van de projecten moesten ze ontbossen, om bij INCRA aan te tonen dat
ze veeteelt gingen bedrijven. Nog steeds vinden veel boeren dat ze al
hun land voor landbouw moeten kunnen gebruiken, voor het bos zijn
immers reservaten ingericht. âDe Forestry Code is niet langer
realistisch voor Rondôniaâ, zegt Soler. âBehoud van twintig procent
bos in de projecten is veel realistischer.â
Handhaving van de regels blijkt in praktijk niet eenvoudig. Soler is
voorstander van een nieuwe policy, waarbij boeren het percentage bos
op hun land moeten doorgeven aan de regering. Na controle of dat
percentage klopt, kan de overheid landbouwsubsidies verlenen aan de
bedrijven onder de voorwaarde dat ze niet meer ontbossen. Doen ze dat
toch, dan moeten ze de subsidie terugbetalen en krijgen ze een boete.
Zoân aanpak speelt in op de wens van de boeren om hun productie te
intensiveren, zegt Soler, waardoor behoud van het resterende bos
kansrijker is. | Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer
informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR,
e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl.
(c) 2010 Wageningen UR.