Senternovem
28-01-2010 | Bio-energiecentrale kent kostbaar begintraject
Dit artikel is het tweede deel van een drieluik waarin initiatieven
voor het lokaal opwekken van duurzame energie vanuit verschillende
invalshoeken worden belicht. In dit nummer vanuit het perspectief van
installateur Unica Installatiegroep. Als grootste zelfstandig
installateur van Nederland heeft de Unica Installatiegroep veel kennis
en kunde in huis. Groot of klein, complex of eenvoudig: Unica
ontwerpt, bouwt, beheert en onderhoudt installaties voor
opdrachtgevers in de utiliteitsbouw, zoals onderwijs, zorg en
industrie. Duurzaamheid is een belangrijke speerpunt in de
bedrijfsstrategie, vertelt directeur Arie Tuyl.
"Alweer een jaar of vijf geleden stelde Unica zich als doel in 2010 de
meest duurzame installateur van het land te zijn," zegt Tuyl,
directeur van de vestigingen in Capelle aan den IJssel en Den Haag.
"We maakten daarmee een goede start door een aparte business unit op
te richten, Unica Ecopower. Dat onderdeel richtte zich specifiek op
duurzame installaties als bio-energiecentrales en technieken voor
opslag van warmte en koude in de bodem."
Warm water
De bio-energiecentrale voor Zwemcentrum De Tongelreep in Eindhoven was
de tweede centrale die Unica realiseerde. De centrale draait op
bio-olie uit slachtafval, afkomstig van een bedrijf op twee kilometer
afstand van het zwemcentrum. De centrale levert zo'n 18 miljoen kW aan
groene stroom op. Het grootste deel daarvan gaat het net in, de
vrijgekomen warmte gebruikt De Tongelreep om de 12,5 miljoen liter
water in het zwemcentrum te verwarmen. Tuyl: "Vijf jaar geleden
verzorgden we de engineering en realisatie voor een gelijksoortige
bio-energiecentrale bij Zwem- en Sportcentrum Calluna in Ermelo. Net
als bij De Tongelreep draait ook die centrale op dierlijke bio-olie.
Deze centrale draait inmiddels ruim 8.000 uur per jaar."
'Prefab' centrales
Inmiddels biedt Unica twee standaardconcepten aan voor 'prefab'
decentrale bio-energiecentrales: een centrale van 3 megawatt en een
grotere van 10 megawatt. In beide gevallen vormt een verbrandingsmotor
op bio-olie het hart van de centrale. Met behulp van een generator
wordt groene stroom opgewekt, terwijl de vrijkomende warmte effectief
benut kan worden voor verwarming of koeling. Vooral bedrijven en
instellingen met een grote warmtebehoefte kunnen flink besparen op hun
CO2-uitstoot met deze vorm van energieopwekking. "Zo werken we
momenteel met een ziekenhuis in Hoofddorp samen aan de inpassing van
een centrale. Niet alleen is dat ziekenhuis straks zeker van een
constante en betrouwbare levering van elektriciteit en warmte, ook het
overschot aan elektriciteit kan makkelijk weer het net in."
Energieheffing
Unico Ecopower groeide uit tot een succesvol onderdeel, mede dankzij
de ministeriële regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie
(MEP). Ook bij de bouw van de centrale voor De Tongelreep werd gebruik
gemaakt van deze regeling. Het schrappen van de subsidie in 2006
zorgde voor een dip en een financieel verlies, maar Tuyl merkt dat de
markt voor (decentrale) bio-energiecentrales weer op gang begint te
komen. "Onze projecten hebben een kostbaar begintraject: ontwerp en
aanvraag van vergunningen kosten zo een ton vóór je überhaupt aan
subsidies kunt denken. Dat is een behoorlijk risico, zowel voor onze
opdrachtgevers als voor onszelf. Goed nieuws is dat minister Van der
Hoeven van Economische Zaken heeft aangekondigd dat `onze' manier van
duurzame energieopwekking onder de SDE-regeling valt." Tuyl verwacht
dan ook dit een stimulans is voor de ontwikkeling en bouw van
bio-energiecentrales. "Maar er is nog genoeg te doen voor de
overheid," vindt Tuyl. "Zo werken onze centrales behalve op dierlijke
ook op plantaardige reststromen uit de industrie - mits die laatste
zijn gecertificeerd volgens de RSPO-norm. En juist deze
brandstofstroom is naar mijn mening te sterk aan regels gebonden. Wat
meer vrijheid, denk ook aan snellere verlening van bouw- en
milieuvergunningen, zou goed zijn voor de ontwikkeling van nieuwe,
duurzame technieken."
Wijzigingsdatum | 28-01-2010