Datum 26 januari 2010
9 december 2009
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Jeugd en Gezin, de antwoorden op
de vragen van het Kamerlid Bouwmeester (PvdA) over gameverslaving
(2009Z23975).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Bouwmeester over gameverslaving.
(2009Z23975)
1
Heeft u kennisgenomen van het artikel "Pas op zijn gemak na 50 doden;
Twintigduizend jongeren zijn verslaafd aan computergames"? 1)
1
Ja, dit artikel is mij bekend.
2
Bent u geschrokken van de voorlopige uitkomsten van het onderzoek van de
Universiteit van Amsterdam, waar in het artikel naar verwezen wordt, waaruit
blijkt dat twintigduizend jongeren in Nederland verslaafd zijn aan games en
honderdduizend jongeren tekenen van verslaving vertonen? Denkt u dat deze
aantallen ook reden zijn om actiever in te zetten op preventie en behandeling?
2
Uit enkele onderzoeken is gebleken dat een deel van alle Nederlandse jongeren
(circa 1 tot 2 %) problemen ondervindt met het spelen van (online) games.
Daarbij moet aangetekend worden dat door diverse wetenschappelijke instituten
nog onderzoek wordt gedaan naar de precieze aard en ernst van deze problemen.
Gameverslaving is een serieus probleem. Echter, slechts een kleine groep
jongeren doet een beroep op de verslavingszorg. Uit een recente inventarisatie bij
de meeste instellingen blijkt dat het om circa 150-200 behandelden gaat. Dit zijn
niet alleen jongeren, ook bij volwassenen komt dit probleem voor.
Jongeren die zich met een hulpvraag melden bij een instelling kunnen goed
behandeld worden binnen het reguliere aanbod van de verslavingszorg. Er is
hierbij geen sprake van een tekort aan behandelcapaciteit. Gelet hierop zie ik
vooralsnog geen reden om extra maatregelen te treffen op het gebied van
behandeling. Voor wat betreft de preventie wordt verwezen naar de antwoorden
op vraag 7 en 9.
3
Vindt u dat de uitkomst van het onderzoek reden is om op structurele wijze bij te
houden hoeveel jongeren verslaafd zijn, om daar vervolgens beleid op te kunnen
ontwikkelen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
3
In het onderzoek `Nieuwe verslavingen in zicht' is de aard en omvang van
gameverslaving onderzocht. De resultaten van dit onderzoek heb ik u op 31 maart
2009 gezonden (24077, nr. 230). Daarnaast wordt middels de Monitor Internet &
Jongeren van het IVO sinds 2006 jaarlijks onderzocht bij hoeveel jongeren sprake
is van `compulsief internetgebruik', waaronder gameverslaving. Ook in 2010 zal
deze meting herhaald worden, daarna zal bezien worden of een vervolgmeting
gewenst is. Genoemde onderzoeken geven mij een afdoende beeld om hoeveel
jongeren het gaat.
4
Is voldoende behandelaanbod beschikbaar, daar uit het artikel blijkt dat Novadic-
Kentron momenteel als enige instelling een behandeling aanbiedt, gezien de
twintigduizend verslaafde jongeren waar het artikel naar verwijst?
4
Uit een recente inventarisatie bij de reguliere instellingen blijkt dat er geen
knelpunt is in de behandelcapaciteit voor gameverslaving. De meeste instellingen
kiezen ervoor de jongeren te behandelen vanuit het reguliere aanbod van de
verslavingszorg, omdat in de praktijk blijkt dat jongeren vanuit algemene
expertise goed geholpen kunnen worden. Enkele instellingen, zoals Novadic-
Kentron, hebben een behandelprotocol ontwikkeld dat toegespitst is op deze
doelgroep.
5
Bent u het met de stelling uit het artikel eens dat langdurig overmatig gamen wel
degelijk een verslaving is, hoewel er geen sprake is van inname van een middel?
Zo ja, welke actie onderneemt u? Zo nee, waarom niet?
5
Ook verslavingen waarbij geen sprake is van inname van een middel, zoals gok-
en seksverslaving, kunnen behandeld worden binnen de verslavingszorg.
Vooralsnog wordt in wetenschappelijke kring echter de discussie gevoerd of het
langdurig en overmatig gamen een verslaving is, of dat er bijvoorbeeld sprake is
van een leefstijlprobleem. Desalniettemin is het belangrijk dat jongeren die
overmatig en langdurig gamen worden geholpen. Die hulp is in voldoende mate
aanwezig (zie antwoorden op vraag 2 en 4).
6
Kunt u, als de meting naar de effectiviteit van de officiële behandelmethode van
Novadic-Kendric gedaan is, en de resultaten van het onderzoek van de Universiteit
van Nijmegen bekend zijn, uw reactie hierop aan de Kamer toezenden?
6
Als er voldoende betrouwbare resultaten beschikbaar komen over de effectiviteit
van deze behandelmethode zal ik u hierover informeren. Uit navraag bij Novadic-
Kentron is gebleken dat dit pas over enkele jaren het geval zal zijn.
7
Kunt u uw visie op het weerbaar maken van kinderen tegen de verleiding van
overmatige genotsmiddelen en gamen uiteenzetten? Zo ja, wanneer? Zo nee,
waarom niet?
7
Voorlichting aan jongeren is in de eerste plaats gericht op verantwoord omgaan
met genotmiddelen, nieuwe media en het spelen van games. Ouders zijn hierbij
verantwoordelijk voor het stellen van grenzen en goed voorbeeldgedrag.
De overheid heeft hierbij een faciliterende rol, zo kunnen ouders als zij
opvoedvragen hebben terecht bij Centra voor Jeugd en Gezin en kunnen ouders
tijdens de door ons georganiseerde opvoeddebatten met andere ouders in gesprek
gaan. Ook verstrekt het expertisecentrum mediawijsheid onder meer via de
website www.mediawijzer.net veel informatie aan zowel ouders als jongeren.
Tot slot is er tevens een voorlichtingsprogramma rond middelengebruik in
ontwikkeling met de weerbaarheid van jongeren als uitgangspunt. De rol van
groepsdruk en nieuwe media zal hierbij worden betrokken.
8
Bent u inmiddels begonnen met het meten van de prevalentie van andere
zogenoemde "nieuwe" verslavingen zoals bijvoorbeeld shopverslaving,
seksverslaving en eetverslaving? Zo ja, wanneer krijgt de Kamer de resultaten?
Zo nee, waarom meet u dit niet?
8
In het bij vraag drie genoemde onderzoek (Nieuwe Verslavingen in Zicht) zijn
GHB en internetverslaving (inc. gameverslaving) geïdentificeerd als belangrijkste
nieuwe verslavingen. De prevalentie van andere nieuwe verslavingen als koop- als
seksverslaving bleek erg laag (minder dan 0,2 % van de totale bevolking). Ik zie
daarom voorlopig geen reden hier meer onderzoek naar te verrichten.
In de bevolkingssurvey van het CBS zal aandacht besteed worden aan GHB. De
prevalentie van internetverslaving wordt gemeten middels de bij vraag drie
genoemde Monitor Internet & Jongeren. Via het NIVEL en internationaal
onderzoek wordt inzicht verkregen in het voorkomen van eetstoornissen.
9
Is gameverslaving momenteel opgenomen in het preventieprogramma en het
instructieprogramma voor de hulpverlening zoals het nu al het geval is voor
bijvoorbeeld alcohol-, drugs-, en tabaksverslaving? Zo nee, waarom niet?
9
Gameverslaving is momenteel geen onderdeel van landelijke
voorlichtingsprogramma's als de `Gezonde School en Genotmiddelen', zoals
alcohol en drugs dat wel zijn. Veel instellingen voor verslavingszorg besteden in
het preventie aanbod wel aandacht aan het onderwerp gameverslaving of nieuwe
verslavingen in het algemeen omdat hier vanuit scholen en ouders vraag naar is.
1) NRC.Next, 1 december 2009
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport