Datum 27 januari 2010
13 januari 2010
Verzoek reactie op brief van Dokters van de Wereld Nederland te
Amsterdam d.d. 15 december 2009 inzake de publicatie `Niet vergeten' van
Dokters van de Wereld Nederland over problematiek rondom de toegang tot
medisch noodzakelijke zorg voor ongedocumenteerde migranten
Geachte voorzitter,
Bij brief van 13 januari 2010, kenmerk 2009Z25414/2010D01566, heeft u mij
gemeld dat de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport een brief
heeft ontvangen van Dokters van de Wereld Nederland te Amsterdam inzake de
publicatie `Niet vergeten' van Dokters van de Wereld Nederland over problematiek
rondom de toegang tot medisch noodzakelijke zorg voor ongedocumenteerde
migranten van 15 december 2009. U ontvangt graag mijn reactie op deze brief en
publicatie.
Dokters van de Wereld heeft met de aan de vaste commissie voor VWS
aangeboden publicatie uw aandacht gevraagd voor het recht op medisch
noodzakelijke zorg voor ongedocumenteerde migranten en heeft in deze publicatie
ervaringen en inzichten van ruim vier jaar werken met ongedocumenteerden
gebundeld. Dokters van de Wereld pleit voor een betere toegang tot de zorg voor
ongedocumenteerden.
In genoemde publicatie geeft Dokters van de Wereld de bevindingen weer over de
toegankelijkheid tot medische noodzakelijke zorg van ongedocumenteerde
migranten voor de jaren 2007 tot en met 2009. In de publicatie neemt Dokters
van de Wereld bij dit onderwerp mede in aanmerking de op 1 januari 2009 in
werking getreden wettelijke regeling1 op grond waarvan zorgaanbieders een
bijdrage kunnen vragen als zij medisch noodzakelijke zorg verlenen aan
vreemdelingen die op grond van de Koppelingswet vanwege hun verblijfsstatus
zijn uitgesloten van toegang tot de sociale zorgverzekeringen.2
Illegaal verblijvende vreemdelingen hebben in voorkomend geval wel behoefte
aan medisch zorg. Nederland kent geen wetgeving die het verlenen van medische
1 Artikel 122a Zorgverzekeringswet: opgenomen bij Wet van 30 oktober 2008
(Stb. 2008, 526)
2 Met het oog op de leesbaarheid wordt verder gesproken over `illegaal verblijvende
vreemdelingen' of `illegalen' hoewel deze aanduiding de bepaalde groepen vreemdelingen
waarvoor zorgaanbieders een bijdrage kunnen vragen als zij medisch noodzakelijke zorg
hebben verleend, niet volledig juist weergeeft.
zorg aan wie dan ook verbiedt. Integendeel, zorgaanbieders zijn uit hoofde van
hun professionele verantwoordelijkheid verplicht om in voorkomend geval in
aanmerking komende zorg te verlenen. Iedere zorgaanbieder bepaalt binnen de
regels van de beroepsethiek of en in welke mate hij bereid is mensen te helpen
die niet in staat zijn daarvoor te betalen. In beginsel zal de rekening van
verleende medisch noodzakelijke zorg aan een illegaal worden gepresenteerd.
Indien hij in betalingsonmacht verkeert, worden zorgaanbieders geconfronteerd
met onbetaalde rekeningen. Op grond van hiervoor genoemde wettelijke regeling
kunnen zorgaanbieders in aanmerking komen voor financiering uit collectieve
middelen onder door de wet aangegeven voorwaarden. Zorgaanbieders kunnen de
uitvoerder van de regeling, het College voor zorgverzekeringen (CVZ) een
financiële bijdrage vragen als de vreemdeling de rekening van de zorgaanbieder
niet zelf kan betalen en de zorgaanbieder dientengevolge inkomsten derft. Het
betreft hier dus geen semi-verzekering voor betrokkenen.
Graag vraag ik allereerst uw aandacht voor het belangrijkste uitgangspunt van
bovenvermelde wettelijke regeling en voor de zorg waar een bijdrage voor
mogelijk is.
Uitgangspunt van de wet is dat de illegaal de kosten van aan hem verleende
medisch noodzakelijke zorg zelf aan de zorgaanbieder betaalt. Voor de kosten van
verleende medisch noodzakelijke zorg die de zorgaanbieder niet op de illegale
patiënt kan verhalen, biedt de wettelijke regeling een bijdragemogelijkheid.
In de wet staat die zorg gedefinieerd als zorg of overige diensten als bedoeld in
artikel 11 van de Zvw of in artikel 6 van de AWBZ, met uitzondering van bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van zorg of
diensten.3 Dit overigens voor zover de zorgaanbieder dit gezien de aard van de
prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de vreemdeling medisch
noodzakelijk acht.
Tandheelkundige en fysiotherapeutische zorg
In de rapportage geeft Dokters van de Wereld aan dat in deze wettelijke regeling
belangrijke medisch noodzakelijke zorg ontbreekt, zoals tandheelkundige zorg en
fysiotherapeutische zorg voor patiënten boven 21 jaar. Dokters van de Wereld
doet de aanbeveling deze zorgvormen op te nemen.
Met betrekking tot tandheelkundige zorg bericht ik u dat ik tijdens de plenaire
behandeling van deze wettelijke regeling in de Eerste Kamer op 28 oktober 2008,
naar aanleiding van de aangehouden motie Slagter-Roukema4 heb toegezegd een
nadere afweging te zullen maken over een eventuele wetswijziging voor een
ruimere vergoeding van tandheelkundige hulp aan illegalen. Ik heb het CVZ
gevraagd om in zijn tweede rapportage over deze regeling concreet in te gaan op
de toegang tot tandheelkundige zorg voor illegalen, niet alleen in kwantitatieve
maar ook in kwalitatieve zin. Om aan deze toezegging te voldoen heb ik de Eerste
Kamer bij brief van 10 november 20095 het volgende gemeld.
Het belangrijkste uitgangspunt van de wettelijke regeling dat de illegaal
verblijvende vreemdeling de kosten van aan hem verleende medisch
noodzakelijke zorg zelf aan de zorgaanbieder betaalt geldt voor alle soorten zorg,
3 In-vitrofertilisatiebehandelingen en genderbehandelingen (Stb. 2008, 528).
4 Kamerstukken I 2008/09, 31 249, G
5 Kamerstukken I 2009/10, 31 249, I Herdruk
dus ook voor tandheelkundige zorg. Als er tandartszorg aan illegalen wordt
verleend die in de Zvw of de AWBZ is opgenomen kan een zorgaanbieder onder
voorwaarden dus daarvoor een bijdrage vragen. Tandartszorg die niet daaronder
valt met name tandartszorg voor volwassenen- valt buiten de bijdrage-
mogelijkheid. Reden waarom hiervoor is gekozen is dat de regering het
onwenselijk acht dat voor personen die in geen enkel land bijdragen aan de
solidariteit en bovendien niet rechtmatig in ons land verblijven, een ruimere
invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg zou gelden dan voor personen
die wel bijdragen aan de solidariteit en wel rechtmatig verblijven. Om die reden is
voor zorg die niet in het AWBZ- of Zvw-pakket zit, geen bijdragemogelijkheid
opgenomen. Dat geldt dus ook voor tandartszorg.
Zoals u bekend is, heeft het CVZ op mijn verzoek bijzondere aandacht besteed
aan de tandheelkundige zorg en daarbij ook geanalyseerd hoe vaak illegalen
gebruik maken van specialistische tandheelkundige zorg in het ziekenhuis en of
sprake is van substitutie. Het CVZ heeft aan de kaakchirurgen van de door haar
gecontracteerde ziekenhuizen de vraag voorgelegd in hoeverre effecten voor de
tweedelijnszorg zich tot op heden hebben voorgedaan. Het CVZ geeft aan dat uit
dit, eenvoudige, onderzoek, blijkt dat deze substitutie zich slechts in zeer beperkte
mate heeft voorgedaan.
Uit het onderzoek is gebleken dat bij een oneigenlijke doorverwijzing de
verwijzende tandarts doorgaans door de kaakchirurg op zijn verantwoordelijkheid
aangesproken wordt. Incidenteel is sprake van een terechte doorverwijzing van
illegalen naar de kaakchirurg als gevolg van verwaarlozing van de mondzorg. Maar
dergelijke doorverwijzingen kwamen ook in voorgaande jaren voor waarbij de
verwaarlozing, vanuit ervaringen met de mondzorg in het land van herkomst, ook
voortkwam uit angst voor de tandarts. Het CVZ heeft over het eerste halfjaar van
2009 voor 23 illegalen nota's ontvangen voor kaakchirurgie. Ook hieruit blijkt, zo
geeft het CVZ aan, dat slechts incidenteel sprake is van doorverwijzing naar de
kaakchirurg.
Kopie van de tweede CVZ-monitor heb ik uw Kamer toegezonden als bijlage bij
mijn antwoorden op de vragen van de Kamerleden Arib en Spekman (beiden
PvdA) over het weigeren van illegalen in de zorg.6
Die informatie heeft mij geen aanleiding gegeven de principiële keuze te
doorbreken en voor illegalen een ruimere invulling van het begrip medisch
noodzakelijke zorg te geven en een wetswijziging van artikel 122a van de
Zorgverzekeringswet voor te bereiden voor een ruimere vergoedingsmogelijkheid
van tandheelkundige hulp aan illegalen.
Betreffende een uitbreiding van fysiotherapeutische zorg voor patiënten boven de
21 jaar, heb ik hetzelfde standpunt als mijn hiervoor gemelde standpunt
betreffende een uitbreiding voor de bijdragemogelijkheid voor tandheelkundige
zorg voor patiënten boven de 21 jaar.
Voorlichtingsaspecten
In de publicatie geeft Dokters van de Wereld aan dat zorgverleners onvoldoende
op de hoogte zijn van de CVZ-regeling. Verder geeft deze organisatie aan dat veel
(ondersteunend) personeel nog niet goed op de hoogte is van deze wettelijke
regeling en het eigen instellingsprotocol hierover.
6 Aanhangsel van de Handelingen, 2009/10, 622
Zoals in de VWS-verzekerdenmonitor 20097 is aangegeven heeft het CVZ over
deze regeling uitgebreid voorlichting gegeven aan zorgaanbieders. Naast
schriftelijke communicatie aan (individuele) zorgaanbieders geeft het CVZ ook
informatie op haar website. Verder heeft het CVZ een `Helpdesk illegalen' waar
zorgaanbieders telefonisch of per mail vragen kunnen stellen. Doel van deze
uitgebreide voorlichting is zorgaanbieders goed te informeren over de nieuwe
wettelijke bijdrageregeling en daarmee het onterecht weigeren van illegaal
verblijvende vreemdelingen bij een zorgvraag te voorkomen dan wel te beperken.
Over deze regeling heeft het CVZ niet alleen voorlichting gegeven aan
zorgaanbieders en koepel- en brancheverenigingen binnen de zorg maar ook aan
belangenbehartigende organisaties voor illegalen.
Het CVZ heeft zijn voorlichting over de regeling niet beperkt tot informatie rond de
invoeringsdatum. Voorlichting over deze wettelijke regeling heeft een min of meer
continue karakter. Zo heeft het CVZ eind 2009 opnieuw de verschillende
beroepsgroepen zorgaanbieders schriftelijke voorlichting over de regeling
gezonden. Naast algemene informatie over de regeling en enige wijzigingen in de
uitvoering heeft het CVZ de zorgaanbieders opnieuw geattendeerd op de website
van het CVZ (www.cvz.nl) voor meer informatie over de financiering als zij
medisch noodzakelijke zorg verlenen aan in betalingsonmacht verkerende illegaal
verblijvende vreemdelingen.
De Kamerleden Arib en Spekman (beiden PvdA) hebben in eerder genoemde
vragen over het weigeren van illegalen in de zorg ook vragen gesteld over het
weigeren van illegalen door administratief personeel of baliemedewerkers. In mijn
antwoord op die vragen heb ik uw kamer gemeld dat ook belangenbehartigende
organisaties hebben aangegeven dat dit voorkomt.
Zoals ik bij die beantwoording heb aangegeven ben ik van mening dat het aan de
arts of een andere daartoe opgeleide professional is om te bepalen of er sprake is
van medisch noodzakelijke zorg. Het kan niet zo zijn dat administratief personeel
of baliemedewerkers die daar niet voor zijn opgeleid, bepalen of er sprake is van
medisch noodzakelijke zorg. Ik heb toen gemeld dat ik naar aanleiding van
eerdergenoemde signalen het CVZ zal verzoeken bij de voorlichting over de
wettelijke regeling aan dit aspect extra aandacht te besteden.
Daarnaast heeft het CVZ met belangenbehartigende organisaties afgesproken dat
meldingen over incidenten, zoals het weigeren van illegalen bij een zorgvraag,
zullen worden doorgeleid naar het CVZ. Het CVZ zal eventuele signalen in de
monitor melden.
Zoals ik in de antwoorden op de kamervragen heb aangegeven zal ik in
voorkomend geval bepalen op welke wijze herhaling kan worden voorkomen.
Indien een illegaal zorg geweigerd wordt, dan is een klacht daarover van
betrokkene bij de desbetreffende zorgaanbieder op zijn plaats. Die klachten
moeten dan door de zorgaanbieder worden behandeld.
CVZ monitor wettelijke regeling
Dokters van de Wereld geeft in de publicatie als aanbeveling de toegankelijkheid
van zorg inzichtelijk te maken door te meten in hoeverre illegalen toegang hebben
tot de zorg en niet alleen het feitelijk gebruik van de CVZ-regeling te monitoren.
7 Kamerstukken II 2008/09, 29 689, nr. 259
Zoals uit mijn voorgaande antwoord blijkt bestaat de intentie Dokters van de
Wereld op dit punt tegemoet te komen. Het CVZ zal vanaf heden aan punt
aandacht besteden door gemelde signalen in de monitor op te nemen.
Verder zal ik het CVZ verzoeken in de monitor eveneens te melden welke
voorlichtingsactiviteiten er zijn ondernomen met betrekking tot deze wettelijke
regeling.
Ik vertrouw erop u met deze informatie van dienst te zijn.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport