Eerste Kamer vraagt toezicht op hoogte collegegeld bij tweede studie
26 januari 2010
De Eerste Kamer wil van minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap verduidelijking op een reeks punten van het wetsvoorstel
Versterking besturing bij instellingen voor hoger onderwijs,
collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten ( 31.821 ).
Op verzoek van Kamerlid Schuurman (CU), die hierbij de steun kreeg van
CDA-senator Leunissen , beloofde minister Plasterk tijdens de plenaire
behandeling van zijn voorstel op 26 januari alsnog schriftelijk
toelichting te geven op afspraken die zijn gemaakt tussen de
samenwerkende universiteiten (VNSU) en scholen voor hoger
beroepsonderwijs (HBO-raad) over onder meer de hoogte van het
collegegeld bij het volgen van een tweede studie. In een gesloten
convenant tussen de universiteiten en de hbo-instellingen is bepaald
dat in de komende drie jaar niet meer dan het huidige wettelijke
collegegeld wordt gevraagd.
In principe mogen instellingen voor hoger onderwijs onder de herziene
wet voortaan zelf de hoogte van het gevraagde collegegeld vaststellen,
waarbij bedragen tot 24.000 euro per jaar denkbaar zijn. De minister
zegde toe dat hij van jaar tot jaar zal monitoren hoe de hoogte van
het collegegeld voor tweede studies zich zal ontwikkelen. De fractie
van het CDA drong er bij de minister op aan dat hij in de komende drie
jaar een algemene maatregel van bestuur achter de hand houdt om af te
dwingen dat er geen hogere bedragen dan het nu geldende wettelijke
collegegeld voor tweede studies worden berekend. In de gevraagde brief
zal de minister ook op dit punt een en ander verduidelijken. Als de
gevraagde uitleg is gegeven en voldoet, stemt de Eerste Kamer dinsdag
2 februari over het wetsvoorstel.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal