Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Datum 26 januari 2010 Uw brief 2009Z24096 Kamervragen over bericht "Ongezonde burger minder verzekerd"

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht "Ongezonde burger minder verzekerd" (Ingezonden 10 december 2009).

Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink





Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht "Ongezonde burger minder verzekerd".
(Ingezonden 10 december 2009)


1
Bent u bekend met het bericht "Ongezonde burger minder verzekerd"? 1)

Antwoord 1
Ja


2
Wat is uw reactie op de uitspraak van de bestuursvoorzitter van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) dat hij zich afvraagt of mensen met een ongezonde leefstijl nog wel recht hebben op verzekerde zorg?


3
Deelt u de mening dat leefstijl geen rol mag spelen bij het verlenen van zorg, en dat het vreselijk zou zijn als er een soort "eigen-schuld-dikke-bult-zorg" zou ontstaan, en zieke mensen in plaats van liefdevolle aandacht een verdenking op zich krijgen?

Antwoord 2 en 3
In het huidige zorgstelsel speelt de oorzaak van de ziekte, zoals bijvoorbeeld leefstijl, geen rol. Ook voor de toekomst is dit mijn uitgangspunt.


4
Vindt u dat het toezien op iemands leefstijl zal bijdragen om het zorgstelsel betaalbaar te houden? Hoe wilt u de controle hierop dan vorm geven? Als iemand die geen alcohol drinkt een korting krijgt op de zorgpremie, wie controleert dan of die persoon echt niet drinkt? Wie controleert wat iemand eet, moeten supermarktbonnetjes bewaard gaan worden? Wie controleert of iemand niet rookt? Als iemand dan alsnog longkanker krijgt, gaat u dan een omgevingsonderzoek doen?

Antwoord 3 en 4
Medische beroepsgroepen nemen preventie steeds vaker op in hun richtlijnen. Zo is preventie opgenomen in de richtlijn depressie en heeft het Trimbos-instituut aanbevolen preventie op te nemen in de richtlijn voor angststoornissen. Ik vind het ook belangrijk hoe we mensen kunnen bewegen tot een gezondere leefwijze. Daar is mijn beleid op gericht en richtlijnen spelen daarbij een belangrijke rol. Voorbeelden om mensen te stimuleren tot een gezondere leefstijl zijn het stoppen-met-rokenprogramma dat ik voornemens ben met ingang van 1 januari 2011 in te voeren en de ketenzorg rond bijvoorbeeld diabetes. Tevens overweeg ik in dit licht de Beweegkuur in het te verzekeren pakket op te nemen. Al deze ontwikkelingen zijn positief, maar leefstijl moet niet leiden tot een situatie waarin mensen aanspraken op verzekerde zorg al dan niet kunnen effectueren.


5
Vindt u het gepast dat de heer H. in zijn functie als bestuursvoorzitter van het CVZ dit soort uitspraken doet, gezien het feit dat het onrust veroorzaakt en kwetsend is voor burgers die bijvoorbeeld weinig aan hun overgewicht kunnen doen omdat factoren als erfelijkheid en medicijngebruik hier ook een rol in spelen?

Antwoord 5





De heer Hermans heeft willen wijzen op de collectieve gevolgen (premiedruk, inzet van schaars zorgpersoneel) van private leefstijlkeuzes en op de mogelijke afwenteling die daarmee gemoeid is. Dat is een terechte discussie zolang deze inderdaad genuanceerd en met oog voor onbeïnvloedbare factoren wordt gevoerd.


6
Onderschrijft u het standpunt: een gezonde leefstijl is geen garantie voor een gezond lichaam? 2) Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6
Ja, het klopt dat een gezonde leefstijl geen garantie is voor een gezond lichaam. Het is echter algemeen bekend dat een gezonde leefstijl bijdraagt aan een gezond lichaam en het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en kanker significant verlaagt.


1) Trouw, 5 december 2009

2) Website PVV, 28 november 2009
http://www.pvv.nl/index.php?option=com_deeppockets&task=contShow&id=2729 &Itemid=28






---- --