Algemene Inspectiedienst (AID)

AID controleert uitrijden dierlijke mest

27 januari 2010

De Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit controleert vanaf de start van het uitrijdseizoen op 1 februari intensief op de naleving van regels gesteld aan het uitrijden van dierlijke mest. Tijdens de controles wordt nagegaan of het emissiearm aanwenden van dierlijke mest zorgvuldig en volgens de regelgeving gebeurt. Het werkresultaat is bij het uitrijden van mest bepalend, niet de apparatuur waarmee de mest wordt aangebracht.

Om de uitstoot van ammoniak te beperken en uitspoeling in het grond- en oppervlaktewater te voorkomen, zijn er eisen gesteld aan de periode en de manier van het uitrijden van meststoffen. Zo moet drijfmest op bouwland in één werkgang worden aangewend en ondergewerkt. Voor grasland geldt dat mest op de juiste wijze onmiddellijk op of in de grond moet worden gebracht. Het uitrijden van mest op (gedeeltelijke) besneeuwde of bevroren grond is niet toegestaan. In 2009 voerde de AID ruim tweeduizend controles uit naar het aanwenden van dierlijke mest. Iets meer dan tachtig procent van de gecontroleerden hield zich aan de regels. In bijna twintig procent van de gevallen was de naleving nog onvoldoende. Zo gebeurde het emissiearm aanwenden van mest niet of niet volledig op de juiste manier of werd mest uitgereden in de gesloten periode.

De regels gesteld aan het uitrijden van mest zijn vastgelegd in het Besluit gebruik meststoffen. Hiermee geeft Nederland invulling aan de Europese Nitraatrichtlijn. Naast de AID, controleert ook de politie de naleving van het Besluit gebruik meststoffen. De controles vinden niet alleen plaats tijdens kantooruren, maar ook in de avonduren en in het weekend. Niet naleven kan resulteren in een waarschuwing of een proces-verbaal. Daarnaast kan een overtreding leiden tot een korting op de inkomenssteun van de gebruiker van de grond, deze korting kan twintig procent zijn.