Promotie Drs. E.M. Roelofsen
Titel proefschrift
The Role of Analist Conference Calls in Capital Markets
---
Promotors:
Prof.dr. L.G. van der Tas RA
Prof.dr. G.M.H. Mertens
---
Datum
27 januari 2010 13:30
---
Locatie:
Woudestein, senaatszaal
---
Faculteit
RSM Erasmus University
Conferencecalls zorgen voor meer én betere informatie voor beleggers
Analisten niet objectief tijdens calls
Veel ondernemingen houden kort na een kwartaalbericht een conference
call met analisten. In deze call geeft het management een toelichting
op het afgesloten kwartaal en kunnen analisten vragen stellen. Uit het
promotieonderzoek van Erik Roelofsen blijkt dat beleggers al tijdens
de call handelen op de verstrekte informatie. Roelofsen promoveert
woensdag 27 januari aan de Erasmus Universiteit Rotterdam met zijn
dissertatie The Role of Analyst Conference Calls in Capital Markets.
Erik Roelofsen onderzocht 10.000 uitgetypte transcripties van
conference calls. Hierop is door middel van software een analyse op de
inhoud gedaan. Vervolgens zijn relaties gelegd tussen de inhoud,
koersreacties tijdens de minuten van de conference call en
analistenvoorspellingen.
Als een conference call langer duurt, is deze informatiever en worden
de voorspellingen van analisten over de daarop volgende kwartalen
juister. Door de vragen van analisten ontstaat er rijkere informatie.
Uit het onderzoek blijkt dat managers die uit zichzelf weinig
informatie verstrekken, langer worden ondervraagd door analisten en
dan vaak alsnog de informatie verstrekken. Het type informatie waarop
wordt gehandeld omvat onder andere informatie over immateriële
bezittingen van de onderneming, zoals klantrelaties, onderzoek en
ontwikkeling, cultuur, leiderschap en competenties.
Het management gebruikt de conference call ook om meer te leren over
de informatiebehoefte van analisten. Alles bij elkaar zorgt de
conference call er dus voor dat beleggers meer en betere informatie
krijgen.
Niet obectief
Roelofsen toont echter ook aan dat analisten niet objectief aan de
call deelnemen. Wanneer de onderneming slecht nieuws heeft, zijn
analisten geneigd om hun pessimisme tijdens de call te matigen.
Enerzijds doen ze dit om het management te vriend te houden, zodat zij
de volgende keer nog steeds vragen mogen stellen. Anderzijds doen zij
dit om hun klanten, de institutionele beleggers die mogelijk in de
betreffende onderneming hebben belegd, te vriend te houden. Beleggers
kunnen dus niet zonder meer op de toon van de conversatie afgaan.
Bijzonder aan het onderzoek is verder dat het gebruik maakt van een
steekproef van ongeveer 10.000 uitgetypte transcripties van conference
calls. Hierop is door middel van software een analyse op de inhoud
gedaan. Vervolgens zijn relaties gelegd tussen de inhoud,
koersreacties tijdens de minuten van de conference call en
analistenvoorspellingen.
Na de promotie is hier het proefschrift te downloaden.
Het onderzoek van Erik Roelofsen is verricht in het Erasmus Research
Institute of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW erkende
onderzoeksschool van Rotterdam School of Management/ Erasmus
University en de Erasmus School of Economics. Aan ERIM zijn ruim 300
onderzoekers verbonden. ERIM organiseert tevens het Erasmus Doctoral
Programme in Business and Management voor de opleiding van jonge,
veelbelovende wetenschappers.
Erik Roelofsen doceert aan de Rotterdam School of Management, Erasmus
University en is tevens werkzaam bij de Accounting and Valuation
Advisory Group van PricewaterhouseCoopers.
Erasmus Universiteit Rotterdam